Dit boek bevat de aantekeningen van Louis van Meel die als vijftienjarige leeftijd in het Belgische verzet geraakte tot hij op 23 december 1943 door de Duitsers wordt gearresteerd en vervolgens wordt overgebracht naar Langenstein-Zwieberge, een werkkamp van Buchenwald. Hij beschrijft hier voornamelijk zijn terugreis naar huis nadat hij door de Russen wordt bevrijd. Dit is het decor: meer dan de helft van alle Duitsers was niet waar ze wilden zijn, er lag vijfhonderd miljoen kubieke meter puin, negen miljoen geëvacueerden en daklozen, veertien miljoen vluchtelingen, tien miljoen vrijgelaten dwangarbeiders en ook nog eens miljoenen krijgsgevangenen.

Ruim drieduizend overlevenden uit het kamp gingen op dodenmars, onder wie Louis van Meel. Van de duizend overlevenden die de Amerikanen in het kamp aantroffen, zouden er slechts honderd in leven blijven. In totaal gingen minstens zevenhonderdvijftig duizend gevangenen op dodenmars naar nergens heen. Tenminste eenderde van hen stierf onderweg. Louis en zijn drie kameraden wisten uit de dodenmars te vluchten. Op 23 april 1945 wordt hij door de Russen in de buurt van Wittenberg bevrijd. Op 30 april 2945 pleegt Hitler zelfmoord.

De Amerikanen verloren in deze oorlog 405.399 manschappen, de Russen 8,66 miljoen! Het was niet heel erg verwonderlijk dat de Russen wreed en meedogenloos optraden tegen de Duitsers. Minstens twee miljoen Duitse vrouwen werden verkracht, vaak meerdere keren. We mogen er echter van uitgaan dat de Duitse soldaten zich tegenover de Russische vrouwen evenmin wisten in te houden.

De teksten van Louis zelf zijn cursief afgedrukt. De overige tekst is van de hand van Bert Cornelis. Hij beschrijft hoe Louis ziet dat een jachtvliegtuig neergeschoten wordt en Cornelis laat hem dan mededogen voelen met de piloot die misschien wel vrouw en kinderen achter laat. Maar dit is fabuleren, we weten niet eens of Louis ooggetuige was, laat staan dat we kunnen weten wat hij dacht. Hij had ook kunnen denken: boontje komt om zijn loontje. Maar nee, Louis staat hier symbool voor de (mede)menselijkheid. Het was beter geweest alleen Louis aan het woord te laten. De duiding hier en daar door Cornelis is ter zake doende en nuttig. Maar niet duidelijk is waarom hij in sommige passages Louis van Meel zelf aan het woord laat om dan weer hele stukken lang een weergave te verstrekken die kennelijk door Louis aan het papier werd toevertrouwd.

In dit boek staan een paar schokkende foto’s. Op een daarvan zien we de lijken van gevangenen die de dodenmarsen niet overleefden. Op een andere foto zien we hoe twee Russische soldaten lachend aan een duidelijk in nood verkerende Duitse vrouw trekken. Op 23 mei 1945, exact één maand nadat ze door de Russen werden bevrijd komen Louis van Meel en zijn drie vrienden weer thuis. Hij zal zijn verdere leven als een gesloten karakter volbrengen.

Elk ooggetuigenverslag van deze onvoorstelbare verschrikking verdient het grootst mogelijke respect. Juist daarom zou ik het liefste enkel de tekst van Louis Meel zelf hebben willen lezen. Hij heeft, blijkens die cursieve passages, een aandoenlijke stijl van formuleren. Wie is deze man echt en wat heeft zijn gevangenschap door de nazi’s voor zijn verdere leven betekend? We komen er nauwelijks over te lezen. De aantekeningen van Louis van Meel hebben enkel betrekking op zijn terugreis van een maand na zijn bevrijding door de Russen. Over zijn kampervaringen komen we vrijwel niets te weten. Zoals gezegd, een verslag als dit verdient publicatie. Maar voor het overige voegde dit boek voor mij weinig toe aan de bestaande holocaust-literatuur. We krijgen flarden te zien van de chaos en wetteloosheid in het naoorlogse Duitsland, onmiddellijk na de bevrijding door de geallieerden. En dat zijn deels schokkende beelden en verhalen. Maar het is natuurlijk wel van een geheel andere orde dan bijvoorbeeld Respijt van Primo Levi.

Enno Nuy
April 2024