Benda-Beckmann, Bas von – Het kleedje voor Hitler
Em. Querido’s uitgeverij, 620 pagina’s
De historicus Bas von Benda-Beckmann schreef een uitvoerige geschiedenis van zijn adellijke familie vanaf het tijdperk Bismarck tot nu. Hij had zich kunnen beperken tot een historisch verantwoorde beschrijving van alle politieke en sociaal-economische ontwikkelingen in deze periode maar koos doelbewust voor een familiebiografie. En juist die beslissing maakt dit werk met de wat sullige titel tot een gedenkwaardig en zeer indrukwekkend document.
We lezen hoe het moderne Duitsland ontstond in de jaren 1870 en zich ontwikkelde tot een staat die de Grote Oorlog verloor en een vernederend vonnis zag geveld in Versailles, na het oorspronkelijke oorlogsenthousiasme, de dolkstootlegende, het sluimerende antisemitisme, de Weimarrepubliek, de machtsgreep van de nazi’s en telkens weer moest het van nature conservatieve geslacht von Benda op de nieuwe ontwikkelingen zien te reageren. Daar was, en Benda-Beckmann laat zien hoe logisch en begrijpelijk dat was, weinig enthousiasme voor revolutionair gedachtegoed. En zo zien we hoe de familie bijna als vanzelf in de wereld van de rechts-radicale politiek verzeild raakte. Behalve rechtse vrijkorpsen, antisemitisme en de woede over Versailles bood de Weimarrepubliek natuurlijk ook een alternatief: een levendige cultuur van kunst, theater, cabaret en variété. Tenminste een klein deel van het Duitsland na de Eerste Wereldoorlog vond hier een eigen biotoop. Niet zo de familie von Benda.
Inmiddels zijn we aangeland in 1933 en werd Duitsland doelbewust een dictatuur, van harte gesteund door een meerderheid van de bevolking: er moest iets veranderen, zo luidde de communis opinio. De oprichting van de eerste concentratiekampen werd uitgebreid in de kranten beschreven. Er kwamen geen protesten uit de bevolking.
De oorlog is uitgebroken. Opmerkelijk is vooral dat vele Duitsers al begin 1942 vreesden dat ze de oorlog niet zouden winnen. Vanaf het moment dat twijfel en pessimisme in de hoofden van mensen glijdt krijgt dat de uitwerking van een selffulfilling prophecy. Even verderop lezen we dat Duitse officieren in Rome al in 1941 niet meer geloofden in een eindoverwinning voor de Duitsers. Voor mij, en ik heb toch een fikse dosis literatuur over 40-45 en de Holocaust achter de kiezen, is dit voor het eerst dat dit vroege defaitisme zo expliciet geformuleerd wordt. Later in de tijd, eind 1943, begin 1944 realiseren zeker de Duitse officieren zich dat ze voor een hopeloze zaak strijden en dat een smadelijke nederlaag hen niet bespaard zal blijven. Ook voelen ze haarfijn aan dat ze het hele Duitse volk meesleuren in hun onvermijdelijke val. Doorvechten tot het bittere eind was het enige dat hen nog restte. Het leven in Duitsland verwerd tot een surrealistische hel. In zijn speech ter gelegenheid van zijn huwelijk met Luise zegt Jodl op 7 maart 1945:”…en de dobbelstenen het lot van ons volk zullen bepalen”.
Een opvallend en curieus detail: na de Duitse capitulatie beschikte in Potsdam niemand meer over een horloge. De Russen hadden zich alle horloges die ze maar konden vinden toegeëigend. En de verkrachtingen werden gepaald niet alleen door de Russische soldaten gepleegd. Ook de Duitse soldaten stonden hun mannetje! Maar ook de Engelse, Amerikaanse en Franse strijdkrachten maakten zich hieraan schuldig. En merkwaardig genoeg erkende de Duitse overheid na de oorlog verkrachting niet als oorlogsleed waardoor verkrachte vrouwen niet in aanmerking kwamen voor enige vorm van compensatie.
Ondertussen verdreven Polen, Tsjechoslowakije en Joegoslavië de minderheden van etnische Duitsers van hun grondgebied. Tien tot twaalf miljoen Duitsers raakten in die jaren op drift!
Aan het einde van deze indrukwekkende geschiedenis citeert de schrijver Julian Barnes: “Geschiedenis is de zekerheid die ontstaat op het punt waar de gebreken van de herinnering en de onvolkomenheid van de documentatie samenkomen“. En dan nog weten we niets met zekerheid.
Gek genoeg ervaar ikzelf aan deze geschiedenis wel degelijk een zekere sympathie voor Luise, de tante van de schrijver en historicus die deze geschiedenis optekende, en haar liefde voor Alfred Jodl. Een liefde die op een prachtige manier blijkt uit de brieven die beide geliefden aan elkaar schreven. Ondanks en in weerwil van het schrille en navrante decor dat de achtergrond van deze liefde vormde.
Maar meer nog hield ik van Tini, die andere tante van de schrijver, die wel kritisch durfde te zijn, vooral naar zichzelf toe. En precies dat maakt dit tot zo’n prachtig boek: de geschiedenis van laten we zeggen de wat armere adel sinds de Eerste Wereldoorlog die laat zien hoe en waarom deze familieleden tot hun keuzes kwamen en hoe die keuzes tot geheel verschillende uitkomsten konden leiden.
Natuurlijk, veel Duitsers wezen erop dat ook de geallieerden zich schuldig maakten aan oorlogsmisdaden maar ook al hadden ze daar gelijk in, het bleef natuurlijk een ordinaire jij-bak, een ongeoorloofde truc om het eigen geweten schoon te wassen. Natuurlijk waren de bommen op Hiroshima en Nagasaki oorlogsmisdaden en een vorm van genocide. De Amerikanen zijn er nooit voor ter verantwoording geroepen. En wat te denken van Bomber Harris? Hoe heeft deze militair ongehinderd zijn gang kunnen gaan? Waarom hebben de geallieerden er niet van meet af aan voor gekozen alle Duitse stations te bombarderen? Daarmee hadden ze de complete Holocaust-logistiek in één keer kunnen saboteren. Dat is een vraag die nooit beantwoord zal worden. Hoeveel doden hadden de geallieerden niet kunnen voorkomen? Maar dat doet niets af aan de verantwoordelijkheid van de Duitsers en de Duitsers alleen voor de Holocaust.
Hoe het ook zij, Bas von Benda-Beckmann schreef een gedenkwaardige en indrukwekkende studie. Uitstekend geschreven, ook al zou ik zelf nooit voor deze titel hebben gekozen. Inderdaad, deze familie is geen doorsnee Duitse familie zoals de schrijver erkent maar tegelijkertijd laat deze familiekroniek haarscherp zien voor welke morele keuzes ieder individu geplaatst kan worden wanneer de loop van de geschiedenis ieder van ons onder extreme druk zet om te reageren. Het is al moeilijk genoeg om tot een helder oordeel te komen maar laten we voorzichtig zijn met een al te snel veroordelen van het individu, zeker wanneer de groepsdruk tot ongekende hoogte wordt opgestuwd. Juist in deze tijd zien we dat vele natiestaten zich van de democratie afkeren, zelfs in ons eigen land. Commentaren beweren dat de bevolking teleurgesteld raakt door de democratie. Het probleem is evenwel dat we er maar niet in slagen die bevolking ervan te overtuigen dat democratie niet vanzelf gedijt. Daar moeten we ons voor inspannen, allemaal
Enno Nuy
Januari 2024