Tinus van Doorn – Museum Belvedere

In Friesland is veel moois te zien. Voor wie van het landschap houdt is elke dag er een prachtige dag. En het Friese dialect mag dan onverstaanbaar zijn voor de buitenstaander, het is toch fraai dat zo’n dialect, voorlopig althans, overleeft. Ook zijn er in Friesland vele kleine musea en een daarvan staat in Oranjewoud. Museum Belvedère is een lang rechthoekig in hout opgetrokken gebouw van twee in elkaars verlengde gelegen vleugels, gescheiden door de ingang. Het museum is gelegen in een nieuw aangelegd park dat is opgebouwd langs strakke rechte lijnen van paden en sloten. Het museum zelf staat met de voeten in het water en is een eiland van kunst in een natuurlijke omgeving. Wanneer de schemering intreedt doemt verlichting aan de onderzijde van het museum op waardoor de indruk ontstaat dat het gebouw vlak boven het water zweeft. Het mag dan een blokkendoos zijn, het gebouw is tegelijkertijd vederlicht. Ook de boomaanplant is volgens strenge geometrische lijnen verzorgd. De jonge eiken staan in gelid en zullen over enkele jaren een prachtig aanzicht en veel schaduw op zonnige en warme dagen bieden.

Maar een museum is behalve omhulsel vooral inhoud en hoe mooi of aangenaam het gebouw ook mag zijn, zonder passende inhoud blijft er van de vorm weinig over. Je loopt er om heen en beoordeelt het gebouw in zijn omgeving, je vindt het mooi of juist lelijk of erger nog: het brengt niets teweeg en je vervolgt je weg. Niet zo in Museum Belvedère: de kunstcollectie is er zeer de moeite waard. Alleen al de door mij zo bewonderde en veel te jong gestorven Jan Mankes rechtvaardigt een geregeld bezoek aan dit kunsthuis.

Wij waren in het museum ter gelegenheid van de laatste expositiedag van het werk van Tinus van Doorn, een in Indonesië geboren maar op achtjarige leeftijd naar Nederland verhuisde kunstschilder. Ik had nog nooit van deze Tinus van Doorn gehoord en dat bleek een gemis dat met deze expositie terecht ongedaan gemaakt kon worden. Zijn werk doet meteen denken aan Marc Chagal en in de verte zelfs aan Dick Ket (stoomschepen die een wijds uitwaaierend verlangen lijken uit te beelden, een dromerige vlucht uit de werkelijkheid van alle dag, je komt ze tegen bij van Doorn en ook Dick Ket schilderde graag stoomschepen) en Permeke (de zeug van van Doorn – Stroper in maanlicht uit 1937 – is vrijwel identiek aan de zeug van Permeke uit 1929 bijvoorbeeld) maar is voortdurend volstrekt eigenzinnig en uniek.

Tinus van Doorn schildert een arcadische wereld waarbij hij zich vooral laat inspireren door het boerenbestaan. Hij schildert dromen en hemelen en grijpt daarbij soms terug op zijn leven in Indonesië. Opvallend is zijn kleurgebruik. Hij permitteerde zich daar volstrekte vrijheid. Een stier kan rood of blauw zijn, al naargelang het hem past. Zelf zegt hij in een van zijn brieven dat hij niet naar de werkelijkheid schildert maar datgene dat hij in zijn hoofd reeds heeft voltooid.

Zoals bij zo veel kunstenaars uit het interbellum het geval is wordt het werk van van Doorn somberder en donkerder (Gebroken viool uit 1939 bijvoorbeeld) naarmate de rampspoed van de oorlog dichterbij komt. Na de inval van de Duitsers in België waarnaar Tinus van Doorn en zijn vrouw waren verhuisd, besluiten beiden een eind aan hun leven te maken. Veel hierover is niet bekend en dat is jammer. Van Doorn leefde voor een belangrijk deel van de financiële ondersteuning die zijn ouders hem boden maar tegen het begin van de oorlog was die steun in belangrijke mate afgekalfd hetgeen hem voor grote problemen stelde. Maar je zou zo graag willen weten wat hen uiteindelijk heeft doen besluiten hun leven te beëindigen. Welke alternatieven hebben ze overwogen, op grond waarvan werden ze verworpen. Wat veroorzaakte hun radeloosheid en wanhoop? Inderdaad de combinatie van armoe en oorlogsdreiging? Hoe hebben ze hun leven beëindigd en wie heeft hen gevonden? Hebben ze nog iets van een verklaring voor hun familie en vrienden achtergelaten? Want vrienden hadden zij zeker, ook in het Belgische. Allemaal vragen die je juist zo graag beantwoord had gezien omdat er aan de te vroeg gestorven van Doorn een groot kunstenaar verloren is gegaan.

Maar terug naar de kunstenaar en zijn werk. Kijk eens naar Naakt met poes voor het raam uit 1932, het prachtige Boer uit 1928 of  het bijna vervreemdende Boer in maanlicht uit 1933. Wat een heerlijk werk allemaal, wat een geluk dat die laatste zondag ons nog naar Belvedère bracht! Net als Permeke en Rik Wouters beheerste ook Tinus van Doorn meerdere disciplines en behalve schilderen hield hij zich ook bezig met tekenen, linoleumsnedes, decorbouw en beeldhouwen. Afin, naar huis met de fraaie catalogus en prachtige herinneringen.

november 2005