Insel Hombroich

In de driehoek Koln – Düsseldorf – Mönchengladbach ligt Neuss-Holzheim dat ondanks de directe nabijheid van het Ruhrgebiet een wat landelijke sfeer uitademt, zeker op een rustige zondagmiddag in een warm Augustus. Neuss-Holzheim behoort tot de veel grotere gemeente Neuss die we voor dit moment overigens irrelevant verklaren.

Praktisch midden in dat Ruhrgebiet dus, bevindt zich de Stiftung Insel Hombroich, een museum eiland op een schitterende oase vol natuurpracht waar kunst en tuinen of liever natuurlandschappen tot een weldadige symbiose komen.

Insel Hombroich, ontstaan in de jaren 80 van de vorige eeuw, is een in een aantal paviljoens ondergebrachte verzameling kunst, schilderijen, sculpturen, etnografica, keramiek enzovoorts. De tentoongestelde kunst behoort geheel toe aan de privé verzameling van Karl-Heinrich Müller, de initiatiefnemer tot dit fabelachtige museumeiland.

De paviljoens zijn gebouwd naar ontwerpen van Erwin Heerich, tevens beeldhouwer. De tuinen, vroeger Park an der Erft geheten, werden door landschapsarchitect Bernard Korte met zorg en gevoel voor detail tot een werkelijk schitterend natuurlandschap gesmeed dat de vele paviljoens een bijna vanzelfsprekende biotoop blijkt te bieden.

Er wordt geen reclame gemaakt voor dit museum, het moet ontdekt worden. Eenvoudige bordjes wijzen vanaf de Autobahn de weg naar dit museumeiland waar een alleszins redelijke toegangsprijs betaald dient te worden waarna de bezoeker geheel vrij maar dan ook werkelijk geheel vrij de kunst op zich in kan laten werken. Nergens vindt de bezoeker verklarende teksten, zelfs de makers worden niet vermeld. In eerste instantie lijkt dat een gemis maar gaandeweg begrijp je de bedoeling die achter deze opzet zit. Elke vorm van toelichting hindert de beschouwer in zijn vrije interpretatie. Wie werkelijk wil weten wie de schepper van de kunstwerken is, die schaft zich de zeer uitvoerige catalogus aan nadat de rondgang op het eiland werd beëindigd.

Evenmin zijn op het museumeiland camera’s te vinden die vandalen en andere snoodaards op heterdaad kunnen betrappen. Neen, er is zelfs geen suppoost te vinden, niet één! Men gaat ervan uit dat wie de moeite neemt dit eiland dat geen eiland is te bezoeken zoveel respect voor natuur en kunst heeft dat alleen al de gedachte aan voorzorgsmaatregelen ver weg geworpen wordt.

Zo is er ook een bescheiden cafetaria waar men water, verschillende soorten brood met eenvoudig beleg en een keuze uit enkele pasta’s heeft. De bezoeker neemt daarvan al naargelang honger en dorst en deponeert in een mandje het bedrag dat hij/zij voor het genomene redelijk vindt! Kom er maar eens om in onze samenleving. Een dergelijk concept is nergens levensvatbaar maar hier op dit museumeiland werkt het gewoon.

En dan de kunst. Voortdurend wordt oud met nieuw geconfronteerd maar zonder een direct zichtbaar concept en al helemaal zonder enige notie van belerend willen doen. Moderne kunstwerken worden hier gepresenteerd in samenhang met etnografica uit Oceanië, Afrika, Azië en zo voorts. Prachtige Kmer beelden, schitterende keramiek uit China, maskers en beelden uit Afrika. Maar ook werk van Brancusi, Gustaf Klimt, Kurt Schwitters, Bart van der Lek, Henri Matisse, Erwin Heerich, Norbert Tadeusz, Anatol Herzfeld, Francis Picabia, Lovis Corinth, Medardo Rosso, Jean Fautrier en nog vele vele anderen. En dan de paviljoens. Het landschap zit hen als gegoten. Je loop door de prachtige natuurlandschappen van Bernhard Korte en opeens word je met een paviljoen geconfronteerd. Je ziet het niet en opeens is het er gewoon. Ze hebben een vorm en structuur die ook terugkeert in vele sculpturen die overal op het museumeiland terug te vinden zijn. De paviljoens zijn opgetrokken uit een mooie ruwe baksteen terwijl de vloeren met grote witte geaderde marmeren tegels zijn afgewerkt. De deuren zijn steevast groot en zwaar, van staal en glas of geheel van hout. Alle muren zijn groot en smetteloos wit. Kunst kan nergens méér de ruimte krijgen dan in deze heerlijke paviljoens.

Ik zou niet kunnen zeggen waar ik meer van genoten heb: van het intrigerende en ongekend fraaie werk van Anatol Herzfeld, de wassculpturen van Medardo Rosso, de keramiek uit China, de uit veertjes vervaardige kleden uit Nazca, Peru (die ik aanvankelijk voor moderne kunst hield maar die uit 400 na Christus bleken gedateerd), de megaschilderijen  van Norbert Tadeusz, het Portrait David Leder und Frau van Lovis Corinth, of de sculpturen en schilderijen van Jean Fautrier. Het doet er ook niet toe. Een bezoek aan Insel Hombroich bleek een buitengewoon weldadige ervaring te zijn waar je met een vrij en opgefleurd gemoed vandaan komt.

Het Insel Hombroich is groot en herbergt zeer veel kunst in zeer fraaie paviljoens in prachtige natuur Maar nergens wordt het teveel, nergens is het overdadig. Het volle parkeerterrein deed het ergste vrezen maar eenmaal binnen vroeg je je voortdurend af waar al die mensen toch gebleven zouden zijn. Insel Hombroich is een warm bad. Wij keren er zeer beslist volgend jaarterug.

Augustus 2004

Verdere informatie: www.inselhombroich.de