Voos, Lammert – Malterfoske en Canisius

image_pdfDit artikel downloadenimage_printDit artikel uitprinten

Ik had nog niet eerder gehoord van Lammert Voos maar kwam hem tegen in een interview uit Brommer op zee, het VPRO boekenprogramma. Ofschoon ik bij voorkeur non-fictie lees, besloot ik eerst Malterfoske en Canisius te lezen alvorens aan zijn nieuwste roman Gannef te beginnen.

Malterfoske is een korte novelle van 62 kleine pagina’s en vertelt het deels op de werkelijkheid gebaseerde verhaal van Groningse boerenarbeiders, klompenmakers, pooiers, gajes enzovoort, door de tijden heen. Harde tijden. Het merkwaardige is dat je, ondanks dat het slechts een korte novelle is, toch het gevoel hebt een vuistdikke roman te hebben gelezen. Dat komt doordat Voos erin slaagt in zo’n kort bestek meerdere generaties aan ons voor te spiegelen en ons tegelijkertijd het gevoel geeft dat die zeven generaties slechts een kleine schakel vormen in een eeuwenoud spel, een abel spel met koningen en heiligen, met veldslagen en reuzen, met arbeiders en slaven, met sloebers en misdadigers, met bloed en dood. Overigens deed dit deeltje me sterk denken aan de boeken van Marten Toonder sr. Zeker waar het de beschrijving van de ruige en harde dagelijkse werkelijkheid van het leven in Drenthe en Groningen aan het begin van de vorige eeuw betreft. Voos is plastischer dan Toonder sr maar de verhalen van de laatste uit Het meeuwenjong en Klei en zout water passen naadloos bij de geschiedenissen die Lammert Voos ons voorschotelt.

Een klein deel van de entourage in Malterfoske treffen we ook weer aan in Canisius. Welk deel, dat moet u zelf maar achterhalen door deze boeken te lezen. En dat kan ik van harte aanbevelen. In Canisius volgen we Petrus die door toeval en het lot – maar die twee hebben natuurlijk van alles met elkaar te maken – in het Duitsland van de Tweede Wereldoorlog terecht komt. Waarom Voos zijn hoofdpersoon Petrus Canisius heeft genoemd is me niet duidelijk. De historische Petrus Canisius was een theoloog en stichter van de Jezuïetenordes en leefde van 1521 tot 1597 maar ik vond niet echt een analogie met de Petrus Canisius van Lammert Voos. De schrijver bezigt stevig en kortaangebonden proza, waarmee hij zoveel als mogelijk de feitelijke werkelijkheid beschrijft. Niet zelden leiden zijn beschrijvingen tot hilarische momenten, ondanks de zwaarte van de tijd en de geschiedenis. Geen nodeloze franje in dit proza, geen uitbundige beschrijvingen van natuur of rampspoed, geen uitgebreide vertellingen over het gevoelsleven van zijn personages, ze besteden er zelf ook niet al te veel gedachten aan, het is nu eenmaal zoals het is en je moet het doen met wat je meegekregen hebt. Zo lijken kinderen hun ouders geen verwijten te maken, alsof ze het volkomen normaal vonden dat hun ouders het met dezelfde wereld en dezelfde hulpmiddelen moesten doen als wat zij in hun bagage aantroffen.

Dit Canisius leest als een avonturen- of schelmenroman, net als bij Malterfoske heb je het gevoel een dikke pil over een familiesaga gelezen te hebben. De levenslessen die Petrus krijgt voorgeschoteld zijn hard, onnavolgbaar en bizar maar nergens ongeloofwaardig, zeker niet in  de maalstroom van zo’n pandemonium als een grote oorlog. Ik trof slechts één vreemde eend in de bijt aan in dit boek: als Petrus op de vlucht is voor de Russen is er sprake van ricocherende kogels en zo’n vreemd woord hoort eigenlijk niet thuis in het vocabulaire van Voos. Het gaat om afketsende kogels, dus waarom niet dat gewone rechttoe rechtaan Nederlandse woord hier gekozen? Hoe het ook zij, een zeer krachtige vertelling, een boek dat ik over enige tijd met graagte nog eens herlezen zal. Deze Lammert Voos is wat mij betreft een geweldig schrijver en ik kijk uit naar zijn jongste boek, Gannef, dat hier al op de stapel ligt. Benieuwd welke andere publicaties hij voor ons nog in petto heeft.

Het boek, dit Cansius, is werkelijk prachtig uitgegeven door AFDH, met een harde kaft en heerlijk ruikend 120 grams EOS 2.0 papier en met een zeer fraaie vormgeving van Martien Frijns. Dit soort boeken herinneren me er maar weer eens aan waarom een E-reader geen toekomst heeft in dit huis. Hulde dus, aan schrijver én uitgever.

 

Enno Nuy
Juni 2021

2021-06-10T14:43:53+00:00