Heijmans, Toine – Marifoonberichten

image_pdfDit artikel downloadenimage_printDit artikel uitprinten

Uitgeverij Pluim, 176 pagina’s.

Ik las een wat magere en soms zelfs katterige recensie van dit boek in de NRC en besloot ondanks de zuinige toon toch dit boek aan te schaffen. Een boek over de zee en de mensen die daar willen zijn, staat er op de voorflap. Ik houd van zulke boeken omdat de zee zo fascineert. Al van jongs af aan is het de zee die overweldigt, oneindig veel meer dan bijvoorbeeld een indrukwekkend berglandschap. De zee is een metafoor voor dromen en avontuur maar ook de beste maat voor de menselijke nietigheid. Als je ergens het besef overdondert dat je deel uitmaakt van iets oneindig veel groters dan jijzelf, dan is het aan zee. Aan zee, niet op zee, ik ben geen zeeman, visser noch zeiler. Maar elke boottocht ervaar ik als een heerlijk avontuur. Je verlaat de common grounds en je verlaat je op een bemanning die je eindeloos vakmanschap toedicht, op weg naar een beloftevolle bestemming.

Schrijvers die over zee schrijven – recentelijk las ik Arctica van Bernice Notenboom en Erebus van Michael Palin maar uit mijn jeugd herinner ik me de talloze boeken over poolreizigers en natuurlijk mag J.J. Slauerhoff niet in dit rijtje ontbreken, ik las zijn complete werk – schrijvers die over zee schrijven nemen me mee naar oorden waar ik zelf nooit zal komen, langs wegen die ik zelf nooit zal bereizen, naar doelen die zonder iets spectaculairs te bieden te hebben toch zeer de moeite waard zijn, je nieuwsgierigheid wekken, een magische klank hebben.

Ik herinner me de ferrytocht van Scrabster naar Stromness op Orkney, op een vroege, koude maar zonnige mei-ochtend, een jaar of negen geleden alweer. We voeren langs de Man of Hoy, die indrukwekkende zuil die torenhoog oprijst uit de zee, vlak onder kust van het gelijknamige eiland en het magische gevoel dat me overviel toen we in de verte Stromness gewaar werden, zo lieflijk gelegen, een plaatsje als een zeemeermin alsof het uit het water tegen de flauw stijgende kust oprees. Om boeg en tuig voorbij de laatste stad, dichtte Achterberg. Onvergetelijk beeld.

Terug naar dit Marifoonberichten van Toine Heijmans. Ik kocht het niet voor niets. Voormalig minister-president Piet de Jong zei eens: de zee is niet het einde van het land maar het begin van de wereld. En dat is bij uitstek van toepassing op dit boek. Het is een verzameling bewerkte columns die eerder in De Volkskrant zijn verschenen over een reeks van jaren. De recensent van de NRC stoorde zich eraan dat bij de afzonderlijke stukken geen jaartallen zijn vermeld maar ik zou niet weten wat voor essentiële informatie ik miste met het ontbreken daarvan. En als de columns bewerkt zijn, in welke zin verschilt dit boek dan van de originele stukjes? Kan mij dat wat schelen?

Wat mij interesseert is of de schrijver schrijven kan en die vraag kan ik alleen maar ondubbelzinnig bevestigend beantwoorden. Heijmans slaagt erin in stukjes van hooguit enkele bladzijden telkens weer een tot de verbeelding sprekend verhaal te vertellen, een oord of een relaas terug te brengen tot de essentie en hij doet dat in een mooie, vooral bondige stijl waarin hij treffend weet te formuleren. Alles hier is altijd nieuw, schrijft hij over de wadden. Of: tijd is niks, getij is alles.

Het verhaal Going North over het eiland Rum vond ik heerlijk omdat het gaat over een streek die wij zelf al vaker bereisden. Spiegelsteen gaat over de Afsluitdijk of toch vooral over de ingreep die kunstenaar Daan Roosegaarde van Rijkswaterstaat mag doen. Heijmans: “En Daan? De kunstenaar doet zijn dingetje. Die gaat met licht aan de slag om de Afsluitdijk te pimpen terwijl iedere nachtzeiler weet dat je geen licht moet maken in het donker, want dan zie je niks.”

Prachtig ook is Geheim eiland dat gaat over Rottummerplaat en waarin Bomans en Wolkers figureren maar de schrijver laat zich niet meer imponeren door het geburl van Wolkers. Rottummerplaat lijkt wel een anomalie, het ligt als het ware dwars op de golven, een eiland dat niet bestaat, ooit daar neergelegd door Rijkswaterstaat maar sinds een aantal jaren definitief met rust gelaten, teruggegeven aan de natuur. Hoewel, wat moet je opmaken uit die bandensporen die nog steeds zichtbaar zijn?

Kortom, ik heb genoten van dit boek dat helaas slechts 176 pagina’s telt. Ik kan er niet genoeg van krijgen, van zulke korte verhalen. Ze staan als een huis, op zee geschreven.

 

Enno Nuy

Mei 2019

2019-05-15T14:49:30+00:00