Richard Strauss – Capriccio


Van de regie heb ik evenwel genoten. De bijna naadloze wisseling van tijdvak, van het hier en nu naar de periode van Rameau en Couperin, ja dat is schitterend en de wijze waarop dat in het decor werd uitgevoerd was onvergetelijk. Dat decor vond ik dus ook buitengewoon fraai, een kubus in een kubus in een kubus en dat onder een prachtige belichting! Hoewel tamelijk statisch bleef dit decor van begin tot einde boeien.
Maar de hoofdprijs was toch weer weggelegd voor de muziek! De opening van deze opera met het strijkkwartet, wat een prachtige muziek en de hoorn in de laatste akte. Kortom, het libretto een draak maar voor de muziek een 10! En ook de stemmen wisten te bekoren: de gravin van wie ten onrechte werd gezegd dat zij tegen de grenzen van haar kunnen zong en de regisseur, weliswaar een beetje verkouden of zo maar een prachtige rol; en de beide kemphanen zongen toch ook voortreffelijk. Zo zie je maar weer dat ik ondanks en dankzij toch weer genoten heb.
Over Capriccio zijn we het dus vrijwel geheel eens, zij het dat jij nog wat meer muziektheoretische accenten plaatst. Ik heb bewondering voor de componist Strauss en zijn opera’s Elektra en Salomé behoren tot de mooiste en meest indringende kunstwerken die ik ooit zag. Maar Strauss had maar weinig gevoel voor historische context en had kennelijk weinig contact met de realiteit. Als Zweig aangeeft steeds meer hinder van politieke druk te ondervinden schrijft Strauss doodleuk terug: “Die joodse koppigheid! Hoe kun je daar geen antisemiet van worden! Die trots op het ras, dat solidariteitsgevoel – daarbij voel ik mijzelf anders (-)”. Evenmin vond hij het een probleem directeur van de Reichskulturkammer te spelen. Tja, het zijn telkens weer keuzes die mensen moeten maken. Elektra en Orestes maken toch ook duidelijke keuzes en accepteren iedere consequentie daarvan maar dat zal Strauss dan wel als fatum beschouwen. Met Capriccio legt hij een stelling op tafel die weerlegd danwel bevestigd moet worden. Maar daarover geen eindoordeel, geen slotakkoord. Ach, het is toch in feite ook een volstrekt academisch flutprobleem!
Het interview of eerder gespreksverslag van het onderhoud dat Klaus Mann met de componist had is verbluffend, verbijsterend haast. Het doet me denken aan de vele fictieve interviews die Bomans had met een componist, een voetballer, een biljarter of een plaatselijke notabele. Alleen betreft het hier geen luim maar bittere ernst. Ik wil nog steeds een goede biografie over Strauss lezen. Suggesties?
mei 2013