Schirach, Ferdinand von – Koffie en sigaretten

image_pdfDit artikel downloadenimage_printDit artikel uitprinten

Arbeiderspers, 171 pagina’s

 

Op aanraden van een vriendin kocht ik dit boek van deze mij nog onbekende Duitse schrijver, advocaat van beroep maar, zo stelde ik tijdens het lezen vast, ook een begenadigd schrijver. Van korte en zeer korte verhalen. Het boek begint met enkele autobiografische schetsen waaruit je af mag leiden dat de schrijver geen bijzonder gelukkige jeugd heeft gekend. De overige verhalen zijn ontleend aan zijn beroepspraktijk.

Naar aanleiding van het eveneens onlangs verschenen Wolfstijd van Harald Jähner verdiepte ik me na zo lange tijd weer in de geschiedenis van de Rote Armee Fraktion en Horst Mahler. In die zoektocht stuitte ik op een prachtige documentaire van Birgit Schulz, Die Anwälte. Heel verrassend om in het vierde hoofdstuk van dit boek van von Schirach juist die documentaire tegen te komen en te lezen hoe de schrijver deze film ongeveer op dezelfde wijze als ikzelf waardeerde.

Von Schirach citeert Horst Mahler die over het proces tegen de, overigens vrijgesproken, agent die de student Benno Ohnesorg neerschoot: “Dit proces was de bevestiging van de marxistische theorie over de rol van de staat als instrument van de machthebbers ter onderdrukking van de uitgebuite meerderheid”. En hij voegt eraan toe: ‘Zo praat hij echt’.

Over Horst Mahler zegt von Schirach: ‘hij is de gecompliceerdste’. Hij memoreert de zeven delen Hegel die Mahler cadeau kreeg van Schily en schrijft dan: ‘Ik geloof dat als een hoog intelligente man zeven jaar Hegel bestudeert in een gevangeniscel, die man zal worden als Mahler’.

‘Ook zonder het talent gelukkig te zijn, is er een plicht te leven, denkt ze nu’. Schrijft von Schirach als laatste zin van een in zekere zin ontroerend kort verhaal van knap twee pagina’s. Dit soort zinnetjes is typerend voor deze schrijver, intrigerend ook. Je blijft er lang op kauwen.

Nog zo’n zin, dit keer van Erich Kästner die schreef: ‘Het verleden moet praten en wij moeten luisteren. Eerder zullen wij en zij geen rust vinden’.

Heel fraai is hoofdstuk zestien over Helmut Schmidt en roken. En hoe intrigerend is niet hoofdstuk twintig over schuld en Haneke, wiens films als een soort haiku’s precies datgene zeggen wat de woorden betekenen, zeggen. Geen meer of minder wijdlopende interpretaties, de weergegeven feiten spreken voor zich.

Heel mooi ook is hoofdstuk zesentwintig over een oude jezuïetenpater dat eindigt met twee betekenisvolle zinnen: ‘Maar het is niet mogelijk, niemand kan zichzelf kennen. We hebben kennis van de dood en dat is wel alles, dat is ons hele verhaal’.

En wat te denken van de volgende paar zinnen: ‘God is algoed en almachtig. Maar als hij het kwaad heeft geschapen, kan hij geen goede God zijn. En als hij het kwaad niet heeft geschapen, maar dat niet kon verhinderen, dan is hij niet almachtig’.

Zo staat dit boek vol kleine pareltjes, zoals dit mooi aforisme van William Faulkner: ‘het verleden is niet dood. Het is niet eens voorbij’. Maar in het Engels is het nog mooier: ‘The past is never dead. It isn’t even past’.

In het laatste hoofdstuk brengt von Schirach een oude Mercedes en Stephan Zweig samen, ofschoon ze niets met elkaar van doen hebben. Zweig pleegt met zijn geliefde zelfmoord op 23 februari 1942 en laat een briefje voor zijn vrienden achter met de tekst: ‘Ik groet al mijn vrienden! Mogen zij het morgenrood nog zien na de lange nacht! Ik, al te ongeduldige, ga hun vooruit’. Thomas Mann meende dat de zelfmoord van Zweig dwaas, zwak en schandelijk was. Dat is nogal een bizar en aanmatigend oordeel! Het zegt meer over Mann dan over Zweig.

Ferdinand von Schirach schreef een prachtig boek vol korte en zeer korte verhalen. Het is knap om in een à twee pagina’s een volledig verhaal te vertellen dat vaak met een pointe eindigt waardoor het voorgaande soms volledig gekanteld wordt. Von Schirach is geïnteresseerd in wat werkelijkheid is, wat waarheid is, hoe vaak wij ons niet beet laten nemen door wat we denken wat waarheid of wat werkelijkheid is. Heel verrassend, verzorgd geschreven, ontdaan van alle franje of overbodige woorden. Een zeer interessante schrijver, u moet hem lezen. Ik ga meer boeken van hem lezen, ik houd van zulk proza, dat mij vele malen liever is dan dikke romans waarin karakters tot ontwikkeling moeten komen opdat we hun doen en laten leren begrijpen. Deze korte schetsen die aan het einde vaak volledig onderuit worden gehaald zijn een proeve van het schrijverschap van von Schirach. Aan mij is dat alles meer dan besteed!

 

Enno Nuy
November 2020

 

 

2020-11-21T14:37:57+00:00