Warren, Hans – Geheim dagboek 2001

image_pdfDit artikel downloadenimage_printDit artikel uitprinten

Op aanraden van een goede vriend gekocht en, je raadt het al: in een ruk uitgelezen, hetgeen ook al vergemakkelijkt werd doordat een griep mij velde zodat ik zomaar twee hele dagen thuis kon zijn. Ben nu in ieder geval met de kerstdagen redelijk hersteld en dus goed te pas zodat ik mijn gezelschap niet als een grumpy old man hoef te doen knarsetanden.
Maar terug naar Warren: ik heb weinig of niets toe te voegen aan de recensie die mijn broer M. schreef, behalve deze paar gedachten: hoe prachtig ik dit boek ook vond, ik denk niet dat ik alle voorgaande dagboeken ook ga lezen. De belangrijkste reden om dat toch te doen zou zijn om erachter te komen waarom hij van Mabel scheidde en hoe dat ging en om uit te vinden of die Mario altijd zo’n etterbak is geweest maar dat zal wel niet.

Bij de naam Mario moet ik altijd denken aan de Italiaanse macho met de machtige tors en dito eindsprint: Cippolini. De M. van Hans Warren blijft daar echter ver bij achter. Het idee van de uitgever om hem de laatste dagen het dagboek van Warren te laten bijhouden vind ik onzin en het is dan ook volkomen mislukt. Bizar is dat juist in die paar bijna pathetische zinnen deze Mario Hans Warren ervan beschuldigt aan het woord te blijven terwijl hij niets meer te zeggen heeft. Terwijl het nu juist de kracht van dit dagboek is dat Warren erin slaagt zijn gedachten en gevoelens op een mooie, heldere en vaak ontroerende manier te blijven uiten: zijn beschrijvingen van de natuur, de Zeeuwse zonsondergangen, de etnografica maar ook zijn kleiner wordende universum en niet te vergeten zijn lichamelijke en geestelijke aftakeling, dat alles is werkelijk bijzonder. Bijzonder ook omdat je je nergens, ondanks de zeer persoonlijke en intieme ontboezemingen, nergens een voyeur voelt en dat is te danken aan de kwaliteit van de schrijver.

En dan maakt die M. op pagina 338 ook nog een kanjer van een schrijffout: “In zijn vernedering en ontreddering beweert hij niemand anders dan ik op kamertje L-6 toe te willen laten”. Dat ‘ik’ moet hier natuurlijk ‘mij’ zijn, minkukel!  Maar tegelijkertijd chapeau voor deze M. want hij heeft in ieder geval de grootsheid opgebracht niet te schrappen in de aantekeningen van Warren. En laten we wel zijn: we krijgen alleen maar het beeld van Warren zelf voorgeschoteld, we weten vrijwel niets van het gedachtegoed van deze M. Dat alles zal hij vast nog wel eens te boek stellen. Ik wil hem hier op deze plek dan ook zeker niet veroordelen.

Overigens, als je zo’n verfijnde smaak hebt als Warren kennelijk heeft, dan begrijp ik niet dat je zo vaak buitenshuis gaat eten en het oordeel over menig professioneel menu lijkt mij hier en daar wat al te blasé. Anderzijds, als je meer dan 400 gulden moet betalen voor een maaltijd voor twee personen waarvan er een niet drinkt, dan mag je de lat natuurlijk wel hoog leggen.

Maar genoeg van dit alles. Inderdaad, een prachtig boek, gewoon kopen dus.

 

Enno Nuy 2003

2018-10-16T14:23:15+00:00