Christoph Willibald Glück – Alceste

 

Regie Pierre Audi
De Nederlandse Opera
Nederlands Kamerorkest o.l.v. Hartmut Haenchen
Koor van de Nederlandse Opera

Alceste was een mooie voorstelling, voornamelijk dankzij een magistraal einde van Pierre Audi. De opera zelf is, zoals wel vaker het geval is, tamelijk hopeloos. Zeer statisch, nauwelijks enige toneelhandeling. Herinner je je nog het begin van onze correspondentie toen jij zo fulmineerde tegen concertante uitvoeringen en als je mening ten beste gaf dat opera’s altijd onder muziek en niet onder toneel werden gerangschikt? Nou, Christoph Willibald heeft daar ook weinig van begrepen. Liefde & dood, het centrale thema van het merendeel der (klassieke) opera’s. Admete is ook niet de slimste want je moet hem echt tot de laatste syllabe uitspellen dat Alceste zich heeft opgeofferd terwijl iedere onbenul dat allang op zijn klompen aanvoelde. En waarom het de goden behaagde dit huwelijksgeluk alsnog te sparen is net zo onverklaard gebleven als de oorzaak van hun toorn die leidde tot de kroniek van een aangekondigde dood. Maar ja, dat was natuurlijk eigen aan de goden, wispelturig en grillig als ze zijn; hun gedrag hoeft niet verklaard, daar zijn het nu goden voor. Ach was ik maar een god! En wat is nu eigenlijk de moraal van Gluck? Liefde overwint alles, zelfs de onberedeneerde toorn der goden? Nou, wij weten wel beter, liefde overwint lang niet alles, misschien wel niets. Gluck had dat toch ook kunnen weten? Waarom moest er nou zo nodig een happy end aan gebrejen worden? Dat had iets met de tijdgeest te maken, meen ik te moeten begrijpen. De kijkcijfers speelden dus al een grote rol in de tijd van Gluck, jawel! Dank dus aan Audi, die het gelukkige paar een duistere toekomst tegemoet laat schrijden. Pierre weet wel beter en plaatst een volkomen terechte relativering. En ondanks al deze kritiek heb ik toch van de voorstelling genoten, ook al miste Admete iedere vorm van sex appeal, met name in de laatste akte zong hij voortreffelijk en Ann Murray wist echt te overtuigen, een sterke acteerprestatie en prachtig gezongen, heel gevoelig, ook al vind ik haar stem niet altijd even mooi. In het slotapplaus een terechte ovatie voor het koor maar te weinig voor Ann Murray. De choreografie, toch al beperkt tot een minimum en zich uitsluitend uitstrekkend over het koor, was af en toe tegen het infantiele aan maar soms ook heel verrrassend en fraai. De belichting was werkelijk fantastisch, met name het geel aan het einde van de tweede akte! En dan dat slotbeeld, zeer zeer fraai. Het libretto sprak voortdurend van opperste wanhoop en wreed erbarmen maar een strofe vond ik ongemeen fraai: het matte klotsen van het trage water. Dat is werkelijk een prachtige zin en schitterend vertaald! Het is het beeld dat past bij de associaties bij het begrip onderwereld. Wat me ook opviel was dat het frans het voortdurend over l’enfer heeft als het over de onderwereld gaat. Kijk, dat vind ik nog eens taalarmoede van die Fransen. L’enfer betekent toch hel? Heeft het frans dan geen equivalent voor het begrip onderwereld? En de Hades mag je toch niet met hel vertalen? Onderwereld of schimmenrijk, met name schimmenrijk is toch het meest fraaie beeld bij de Hades? Correct me if I’m wrong!!! Van Gluck kennen we alleen nog deze beide opera’s, de rest van zijn werk? Ik ken het eerlijk gezegd niet, net zoals 2/3 van de composities van Rossini uit gewijde muziek bestaat maar dat weet ook bijna niemand. Toch vond ik de muziek in Alceste heel erg mooi en Haenchen leverde met het Nederlands Kamerorkest toch weer een grootse prestatie met een 10 voor de houtblazers dit keer. Wat hebben wij toch veel prachtige orkesten in ons land.

1999