Bokkum, Milo van – Grensstreken

image_pdfDit artikel downloadenimage_printDit artikel uitprinten

Uitgeverij van Oorschot, 202 pagina’s

Een boek over grensstreken. Per definitie interessante kost, voor mij dan toch. En dit boek van Milo van Bokkum stelt niet teleur. Hij heeft tal van wetenswaardigheden, anomalieën en anekdotes verzameld over grenzen, verspreid over de hele wereld. En laat ons zien hoe vooral koloniserende landen op een vaak volstrekt willekeurige en ronduit beledigende manier grenzen hebben getrokken, overal ter wereld. Daarbij volledig voorbijgaand aan de waardigheid van de oorspronkelijke bevolking.
Van Bokkum toont ons hoe eilanden , bergen en rivieren grenzen hebben bepaald, hoe exclaves ontstonden, waar liniaalgrenzen werden getrokken, waar land werd gedeeld en niet geheel onbegrijpelijk wijdt hij ook een hoofdstuk aan de grensabnormaliteiten op Nederlandse bodem en in de overzeese gebiedsdelen.
Grenzen bestaan omdat de menselijke gemeenschap de wereld heeft opgedeeld in natiestaten. Grenzen hebben dus alles van doen met politiek, nationalisme en volksidentiteiten en zijn nogal eens aanleiding tot vijandigheden over en weer.

Interessante hoofdstukken over exclaves en liniaalgrenzen. Van Bokkum schetst hoe arrogante Europeanen grenzen trokken zonder enig besef van wat ze aan het doen waren met als treurig dieptepunt de Caprivistrook in het noordoosten van Namibië, een landstreek van slechts enkele tientallen kilometers breed maar meer dan 400 km lang om Namibië toegang tot een rivier te geven. Na de formele vastlegging van deze volstrekt idiote grens bleek de rivier vanwege de verderop gelegen Victoriawatervallen onbegaanbaar voor scheepvaart!
De Europeanen trokken de grenzen in Afrika en Azië volstrekt willekeurig zonder rekening te houden met bijvoorbeeld gedeelde identiteiten van inheemse stammen en volkeren. Maar ook de grens tussen de Verenigde Staten en Canada is op een vaak idiote manier tot stand gekomen , zo laat van Bokkum ons zien.
En, geheel terzijde, leuk om eens te lezen waar Enschede eigenlijk vandaan komt: ‘an die Schede’ ofwel ‘Aan de grens’.
Ten tijde van Napoleon, tussen 1789 en 1814 was het, mede als gevolg van de wispelturige Bonaparte een onoverzichtelijk rommeltje. De grenzen bleven nogal volatiel tot België in 1830 ontstond. Merkwaardig genoeg stelt van Bokkum dat België in 1839 was geboren. Maar dat was het jaar van de tweede splitsing van de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden. Volgens mij vond de geboorte van België toch echt al in 1830 plaats.

In het hoofdstuk over eilanden schetst van Bokkum hoe juist eilanden speelbal konden worden van vreemde mogendheden. Heel fraai geformuleerd is de volgende zin: “Als confettiresten die na het kolonialisme-feestje nog niet zijn opgeruimd liggen ze daar in alle hoeken van de wereld, kleine Europese voorposten op duizenden kilometers van het moederland”. En veel van die eilanden willen helemaal niet onafhankelijk worden omdat ze de kapitaalinjecties van het moederland niet kunnen missen.
Tragisch en eigenlijk schokkend is de geschiedenis van Diego García dat op een schandalige wijze door de Britten werd verkwanseld aan de Amerikanen.
Bergkammen blijken heel stabiele, want natuurlijke grenzen. Van Bokkum: “De lijn ligt al in het landschap, je hoeft er alleen nog maar gebruik van te maken. Het is de playbackversie van grenzen tekenen: het zware werk is je al uit handen genomen”.

Verrassend interessant wordt van Bokkum in zijn nawoord als hij het condominiumconcept voorstelt als een oplossing voor het probleem dat Jeruzalem vormt. Als ergens Zelf en Ander met elkaar in conflict kunnen raken is het wel hier. Toch, schrijft hij, heeft de praktische toestand in de stad al veel weg van een condominium. Maar laten we wel zijn, de voorbeelden van condominiums die hij geeft zijn vooral kleine minuscule eilandjes, vaak zelfs zonder enige bebouwing of bevolking. Daar tref je geen hardnekkige ongeregeldheden tussen verschillende bevolkingsgroepen aan. De toestand in Jeruzalem is dermate complex en verpolitiekt dat tot nog toe geen enkel concept in staat is gebleken joden en Palestijnen vreedzaam samen te laten leven, zeker sinds beide bevolkingsgroepen de stad als hun hoofdstad claimen.

Soms bedient de schrijver zich van nodeloos moeilijke taal, zoals in “Niets ‘de-Anderficeert’ een mogelijk vijandig stereotype sneller dan een echte ontmoeting”. Hij had ook kunnen schrijven: “Ga maar eens praten met een vreemdeling, dan blijkt dat ‘anders’ vaak nogal mee te vallen”.
En op pagina 28 schrijft hij “…waardoor West-Duitse en West-Berlijners zich gemakkelijker…” maar hier had natuurlijk ‘West-Duitsers’ moeten staan.
Op pagina 65 schrijft van Bokkum: “Toen Japan zich met hulp van de atoombom had overgegeven….” Je snapt wat bedoeld wordt maar fraai is het niet.
En tien pagina’s verder staat te lezen: “Niet omdat hij (de grens) toen per se al in detail getekend was, maar…”. Wat doet dat ‘per se’ hier?
Maar dit zijn kleinigheden, van Bokkum is geen geweldige stilist maar heeft wel een reuze interessant boek geschreven dat ik met veel plezier en belangstelling las.

 

Enno Nuy
November 2021

2021-11-20T11:12:19+00:00