Krasznahorkai, László – Baron Wenckheim keert terug

image_pdfDit artikel downloadenimage_printDit artikel uitprinten

Wereldbibiotheek, 496 pagina’s

Wat bezielt een uitgever om de afloop van een cascade aan gebeurtenissen op de achterflap reeds prijs te geven? Welk belang is daarmee gediend? Wie heeft daar baat bij? Wie zit daar op te wachten? Ik als lezer toch zeker niet maar uitgeverij Wereldbibliotheek  draait er zijn hand niet voor om. Wat voor een idioten zijn dat daar bij Wereldbibliotheek? Is dat de afdeling marketing? Of wat? De schrijver – en hij is de enige die hierover zou moeten gaan – doet er meer dan vierhonderd pagina’s over om ons zijn verhaal te vertellen en pas op de laatste bladzijden worden we gewaar waartoe zijn waanzinnig verhaal uiteindelijk leidt. Maar bij Wereldbibliotheek hebben ze daar gewoon schijt aan, ze verklappen alles alvast op de achterflap, kan de lezer zich die vierhonderdnogwat pagina’s besparen. Is dat het? Beste redacteuren bij Wereldbibliotheek: ik weet niet in welk universum jullie leven maar van het universum van Krasznahorkai hebben jullie helemaal niets begrepen!

Zo, dat moest ik eerst even kwijt. En nu gauw over naar het universum van Krasznahorkai. In de afgelopen dagen nam ik eindelijk eens de tijd om naar die schitterende verfilming van Satantango van Bela Tarr naar een script van de schrijver te kijken, een meer dan zeven uur durende zwart-wit verfilming nadat ik het boek bij verschijnen hier in Nederland in 2013 verslond. Meteen ook maar gekeken naar The Turin Horse van dezelfde cineast en dezelfde scriptschrijver. Die twee films en de overige hier in meer dan voortreffelijke vertalingen van Mari Alföldy verschenen boeken van László Karsznahorkai (behalve Satantango verscheen ook nog De melancholie van het verzet) bieden je als lezer een verbluffend panorama van een van de echt grote Europese schrijvers van dit moment. Wij realiseren ons als lezers te weinig hoe fantastisch het is dat er vertalers als Alföldy zijn. Ik ken zelf de brontaal niet maar toch durf ik te beweren dat Alföldy hier wederom een werkelijk fantastische vertaling heeft afgeleverd. Haar tekst is van begin tot eind consistent, ook in de gesprekken en gedachten van de afzonderlijke personages maar zij heeft heel wat technische hobbels moeten overwinnen om dit verhaal te kunnen vertellen en ik beperk me hier tot twee voorbeelden. In de eerste plaats is er het gegeven dat Krasznahorkai heel veel vertelt maar tegelijkertijd ook heel veel weglaat en zowel schrijver als vertaler moeten oppassen dat je als lezer niet verdwaalt in de tekst. Daarin zijn beiden voortreffelijk geslaagd! Juist als een van de personages uit deze inderdaad waanzinnige roman, de professor, op de vlucht slaat voor een motorbende komt hij tot paginalange filosofische bespiegelingen die aan de ene kant volkomen coherent en misschien zelfs lucide lijken maar waar je tegelijkertijd – ik althans – geen touw aan vast kunt knopen. Zulke teksten dan zo schrijven en vervolgens vertalen dat je als lezer gebiologeerd door blijft lezen, ja dan heb je met een vertaler te maken die haar vak verstaat. En wat te denken van zo’n prachtige vondst als ‘tolgaarders van de armoede’? Niets dan hulde dus en dat mag wel eens benadrukt worden.

In de wereld van Krasznahorkai is het leven geen eenvoudige of aangename zaak. De door hem beschreven samenlevingen lijken te desintegreren of zijn al gedesintegreerd, er lijkt geen centraal gezag laat staan een overheersende moraal te zijn die de mensen de weg wijst. De mensen lijken zich erbij te hebben neergelegd: “ze maakten er geen grapjes meer over maar accepteerden het, zoals men alles in dit land accepteerde…”. Of “wat die oude knar nou werkelijk zocht op de vuilnisbelt die dit land was”. En prachtig is die eerste zin van een van de hoofdstukken: “Wat ik niet begrijp is niet waarom ik moet sterven, maar waarom ik moest leven…” en dat is slechts het begin van een zin die meer dan drie pagina’s in beslag neemt!

Ik ga hier niets van het plot weggeven – dat heeft die vermaledijde uitgever al gedaan, ik word er woest van! – ik ga u zelfs niet vertellen waar dit boek over gaat maar vertel u liever van een constante in het werk van deze waarlijk grote Hongaarse schrijver. Zijn verhalen lijken tijdloos en je kunt slechts uit een paar details opmaken dat we desondanks in het huidige tijdsgewricht zijn aangeland. De mensen lijken de weg kwijt, hebben geen kompas meer, lijken niet (meer) in staat tot liefde en hunkeren naar een messias die bevrijding komt brengen. Maar er bestaat geen messias en bevrijding is al evenzeer een idee-fixe. In Satantango regent het, eindeloze regen en modder. Ook in De melancholie van het verzet regent het vaak en veel zoals ook in The Turin Horse het weer niet bepaald meezit. En de Hongaarse steppen zijn even einde- als troosteloos. Het zal ook niet voor niets zijn dat Bela Tarr vooral in zwart-wit filmt.

Krasznahorkai lijkt nergens aanleiding voor hoop of optimisme te vinden, wij mensen zijn ploeteraars en we lijken gedoemd tot onbeholpenheid. We zoeken verlossing maar zullen die nooit vinden maar o wat laten we ons graag bedotten! Is het dan leuk om zulke boeken te lezen zult u zich ongetwijfeld afvragen? Ja dat is het zeker en dat is wel het krachtigste bewijs van het schrijverschap van Krasznahorkai. Want hij is mild voor zijn personages, ook wanneer ze zich te buiten gaan aan wandaden, nergens veroordeelt hij hen en hij hanteert een schrijftrant die behalve mildheid ook gedempte en subtiele humor uitstraalt. Regelmatig beschrijft hij tragikomische situaties doordat hij als een relatieve buitenstaander lijkt te beschrijven wat hij waarneemt en aan de lezer wil overbrengen. Ik kan er niet genoeg van krijgen.

Het absolute en onbetwiste hoogtepunt van deze onvoorstelbare roman is een anoniem schotschrift dat tijdens de crisis wordt afgeleverd bij een plaatselijke omroep van de oppositie. Dit is een zeldzaam voorbeeld van Selbtsbeschimpfung waarin niets en niemand worden gespaard. Ik kan niet genoeg superlatieven bedenken om te benadrukken wat voor een waanzinnige en genadeloze woorden Krasznahorkai hier bijeen bracht. Scenes en passages die op eenzame hoogte staan in de wereldliteratuur. Vergelijkbaar qua impact en literaire kracht met de sterfscene van de bediende van Franz von Trotta in Radetzkymars van Joseph Roth, de door Wieslaw Mysliwski beschreven vechtscene op de kermis in Steen op steen en het door Krasznahorkai zelf beschreven drinkgelag in Satantango.

Dat schotschrift! Ik kan het niet laten hier toch een heel kleine zinsnede weer te geven: “…vooral als we ontdekken, en we ontdekken het, dat in elke eigenschap waardoor de Hongaren zich onderscheiden, een bepaald bindmiddel zit, een snotachtige substantie die genieperige schofterigheid en barbaarse zelfingenomenheid met elkaar verbindt, klagerige jaloezie samenvoegt met de geschiktheid voor schurkachtigheid, een uitzonderlijk walgelijk mengsel van vertrouwelijkheid en amicaliteit dat alleen wij kennen en begrijpen, de eeuwige boeien van de dierlijke band die de Hongaren met elkaar verenigt en iedereen bij ons weghoudt die het geluk heeft geen Hongaar te zijn, die verschrikkelijke broederschap die enkel tutoyeren kent….”. Ik ken politici die meteen over oikofobie en zelfhaat beginnen als ze dit soort woorden lezen. Krasznahorkai is voor zover ik weet een kosmopoliet die op verschillende plekken in verschillende landen thuis en woonachtig is. Ik kan me niet voorstellen dat hij Viktor Orban tot zijn vaste lezers mag rekenen.

Wilt u waarlijk hoogstaande literatuur lezen en een ongekende leeservaring opdoen? Lees dan een boek van László Krasznahorkai. U zult er geen spijt van krijgen!

Enno Nuy
April 2020

Ik schreef uitgeverij Wereldbibliotheek een e-mail over hun idiote flaptekst. Hieronder in het kort de daaropvolgende woordenwisseling.

Zaterdag 4 pril 202
Geachte redactie,
Van alle boeken die ik lees maak ik een boekbespreking en publiceer die o.a. op mijn eigen website. Zo las ik de afgelopen dagen Baron Wenckheim keert terug van László Krasznahorkai in een werkelijk prachtige vertaling van Mari Alföldy. Mijn boekbespreking vindt u hier. Maar misschien heeft u geen behoefte aan lappen tekst van mijn hand, dus hieronder treft u mijn passage aan die uw onbegrijpelijke beslissing om inhoud en plot al weg te geven voordat ik überhaupt aan het boek kon beginnen als thema heeft:
Wat bezielt een uitgever om de afloop van een cascade aan gebeurtenissen op de achterflap reeds prijs te geven? Welk belang is daarmee gediend? Wie heeft daar baat bij? Wie zit daar op te wachten? Ik als lezer toch zeker niet maar uitgeverij Wereldbibliotheek  draait er zijn hand niet voor om. Wat voor een idioten zijn dat daar bij Wereldbibliotheek? Is dat de afdeling marketing? Of wat? De schrijver – en hij is de enige die hierover zou moeten gaan – doet er meer dan vierhonderd pagina’s over om ons zijn verhaal te vertellen en pas op de laatste bladzijden worden we gewaar waartoe zijn waanzinnig verhaal uiteindelijk leidt. Maar bij Wereldbibliotheek hebben ze daar gewoon schijt aan, ze verklappen alles alvast op de achterflap, kan de lezer zich die vierhonderdnogwat pagina’s besparen. Is dat het? Beste redacteuren bij Wereldbibliotheek: ik weet niet in welk universum jullie leven maar van het universum van Krasznahorkai hebben jullie helemaal niets begrepen!
Heeft werkelijk niemand op uw redactie ook maar een moment overwogen dat uw lezers wellicht niet op dit soort informatie zitten te wachten? Denkt u niet dat ik er zelf wel achter zou zijn gekomen wat de loop der dingen was? Waarom geeft u op voorhand weg wat de schrijver ons pas na meer dan vierhonderd pagina’s vertellen wil? Had Karsznahorkai het zelf niet op de juiste manier opgeschreven? U ziet, ik ben werkelijk woedend door uw belachelijke ingreep!
Donderdag 30 april 2020
Geachte mijnheer Nuy,
Dat onze reactie op uw verontwaardigde bericht op zich liet wachten, spijt ons. De coronabestrijdingsbewegingsvrijheidbeperkende maatregelen hebben allerlei gevolgen, die ons dwingen tot een andere manier van werken om niet te verzuipen in de vloedgolf van e-mails.
Verontwaardiging gaat uit van een verondersteld gelijk van de verontwaardigde. En dat gelijk hebt u niet. Indien u uw nogal agressief-opgewonden bericht anders had gesteld, zodat er bijvoorbeeld verwondering uit sprak, dan had ik u met plezier willen uitleggen, dat wij Krasznahorkai van de statuur van Thomas Mann vinden, of van Karl Capek, of van Tolstoi. Dan had ik u geschreven dat DE TOVERBERG, METEOOR en ANNA KARENINA niet worden gelezen vanwege de plot, maar vanwege stijl, gelaagdheid, taal, inzicht in menselijke en maatschappelijke verhoudingen, vanwege de literaire waarde kortom. Dan had ik u kunnen overtuigen dat een achterplattekst zoals u die wenste, de waarde van BARON WENCKHEIM reduceert tot een verhaaltje met een afloop, als ware het een thriller van Nicki French – niks ten nadele daarvan, chacun son goût – en dat een dergelijke benadering de lezer, de liefhebber, de connaisseur van literatuur niet serieus neemt, een lezer, die, had ik dan als slotpunt gezet, u ook zegt te zijn.
Jammer, nu moet u het met dit antwoord doen.
Vrijdag 1 mei 2020
Beste Koen van Gulik,
Maak u geen zorgen, ik ga geen discussie met u beginnen maar uw reactie op mijn eerdere mail kan ik niet onbeantwoord laten. U verwijt mij agressief-opgewonden gedrag (kom, kom dat valt nog wel mee) en u reageert laatdunkend en neerbuigend. Zullen we dan maar konkluderen dat u daarmee de stand gelijk getrokken hebt?
Maar ook wanneer deze ‘discussie’ onder een ander gesternte was gestart, zou u er mij nooit van hebben overtuigd dat u er goed aan deed het plot van een geschiedenis waar de schrijver meer dan vierhonderd pagina’s voor gebruikte alvorens ons op de allerlaatste pagina’s te laten weten hoe zijn geschiedenis uiteindelijk afloopt, reeds op de achterflap prijs te geven.
U maakt een kapitale denkfout: uw op zich juiste veronderstelling dat bij Krasznahorkai het plot ondergeschikt is brengt u ertoe dat ondergeschikte plot dan maar meteen vrij te geven op de achterflap terwijl de schrijver dat pas op de laatste pagina’s doet.
U weet het kennelijk beter dan de schrijver!? Ik schreef u niet welke flaptekst ik wél had gewenst, ik schreef u slechts dat ik déze tekst niet had willen lezen want hoe ondergeschikt het plot bij Krasznahorskai ook moge zijn, door het al prijs te geven voordat je de eerste regels van de roman hebt kunnen lezen, heeft u in mijn ogen een enormiteit begaan en mij van leesplezier beroofd.
Uw inschatting van de statuur van Krasznahorskai deel ik volmondig en daar had u best een betere, passender flaptekst bij kunnen bedenken. Niet alleen weet ik zeker dat ik niet de enige ben die u deze tekst kwalijk neemt, ik weet ook dat u, diep in uw hart, het helemaal met mij eens bent.
2020-05-01T07:33:31+00:00