Sebald, W.G. – Duizelingen

image_pdfDit artikel downloadenimage_printDit artikel uitprinten

De bezige bij, 208 pagina’s

Duizelingen is de debuutroman van Sebald, geschreven in 1990 en in Nederlandse vertaling uitgebracht in 2008. Merkwaardig dat deze roman niet veel eerder werd vertaald. Sebald schreef Duizelingen volgens hetzelfde principe als we later aantreffen in De emigré’s en De ringen van Saturnus: een ik bereist de oude wereld en beschrijft zijn wederwaardigheden waarbij hij zijn associaties de vrije loop laat en in de beschreven episode heel gemakkelijk uitwaaiert naar andere tijden, personen en geschiedenissen om telkens weer op een onverwacht moment bij zijn uitgangspositie terug te keren. Zijn romans lezen zodoende als een soort stream of consciousness zonder dat echt te zijn maar wel een gevoel dat versterkt wordt door meestentijds vage foto’s van personen uit de actualiteit of geschiedenis, van landschappen of artefacten of schetsen en tekeningen die Sebald in zijn teksten lardeert.

Centraal in deze roman staat de streek rond het Gardameer, meer in het bijzonder het stadje Riva. In het eerste deel beschrijft Sebald het leven van Stendhal, diens liefdesgeschiedenissen en zijn reis met een van zijn liefdes naar Riva. In het tweede deel bevindt de ikfiguur zich in deplorabele toestand – die verder niet wordt toegelicht – in Wenen om door te reizen naar de Po-vlakte alwaar hij aan de zijlijn verstrikt dreigt te raken in een merkwaardig geval van seriemoorden, die hem uiteindelijk doet besluiten de streek met spoed achter zich te laten. Om in het volgende deel te beschrijven hoe de grote schrijver K. zich voelde toen hij een kuur onderging in Riva, en passant het droevige relaas beschrijvend van een van zijn mede-patientes. In het laatste deel beschrijft hij dan hoe de seriemoorden van destijds in de actualiteit werden afgewikkeld om daarna terug te keren naar zijn woonplaats Londen, maar niet dan nadat hij uitvoerig zijn geboortestrek Zuid Duitsland en zijn geboortedorp Wertach heeft beschreven. Een prachtige episode waarin de Zuid Duitse samenleving van voor de oorlog tot leven wordt gewekt, soms hilarisch maar meestal beklemmend, ook al omdat Sebald in mist en regen reist en terugkeert naar zijn geboortegrond.

In zijn boeken laat de schrijver zich kennen als een bedachtzaam mens die goed en opmerkzaam om zich heen kijkt, een mens die zonder nieuwsgierig te zijn toch voortdurend onderzoekt en met liefde over zijn geschiedenissen en personages schrijft. Toch is de hoofdtoon in zijn werk een sombere toon, het leven komt de mens niet aangewaaid en sommigen worden zwaar getroffen door het noodlot of lijden onontkoombaar aan zichzelf. Zo beschrijft hij wel zijn kommervolle omstandigheden tijdens zijn bezoek aan Wenen maar maakt ons niet deelgenoot van de aanloop daar naar toe, noch van de afloop ervan. En als hij na zijn bezoek aan zijn geboortegrond aankomt in Londen, volstrekt zich daar juist, in 2013 iets wat op de Apocalyps zou kunnen lijken en zijn geschiedenis eindigt met een uitwijken naar de zee terwijl de asregens neerdalen op het Londens inferno, een passage die doet denken aan Houellebecq’s beschrijving in De mogelijkheid van een eiland maar dan veel korter en droger. En toch stoort zijn somberte nergens. De bedachtzame mens die, zich bewust van de betrekkelijkheid van het menselijk bestaan, kijkt en registreert en prachtig vertelt! Hoe treurig dat deze schrijver reeds in 2001 omkwam bij een auto ongeluk, zodat we binnenkort alles wat hij ooit schreef gelezen zullen hebben en we niet meer uit kunnen kijken naar nieuw werk. Een groot schrijver, deze Sebald, die wat mij betreft thuishoort in de canon voor de europese literatuur.

Enno Nuy
Oktober 2008

2018-10-11T12:23:14+00:00