Winter, Leon de – Het recht op terugkeer

De bezige bij, 458 pagina’s

 

Wie het boek nog lezen moet, doet er beter aan deze recensie nog niet te lezen. Het is vrijwel onmogelijk om geen enkel detail van het plot vrij te geven en toch tot een weloverwogen oordeel over deze roman te komen. In Het recht op terugkeer vertelt de Winter het verhaal van Bram Manheim, historicus en docent aan een universiteit in Israel, gelukkig getrouwd en vader van een zoon, die op zesjarige leeftijd tijdens hun verblijf in Princeton USA spoorloos verdwijnt terwijl Bram met een oude vriend uit Israel telefoneert. Zijn echtgenote die tijdens dit incident in het buitenland verblijft, verwijt hem ernstige nalatigheid en laat zich uiteindelijk van hem scheiden. Bram raakt de draad volledig kwijt en gaat op zoek naar zijn zoon in de Verenigde Staten en laat zich daarbij geheel leiden door de datum waarop zijn zoon verdween: 22-08-2008. Uiteindelijk stuit hij bij zijn zoektocht – waarin hij en passant nog een kind van de dood redt door het na een aanrijding te verzorgen en verbinden – op de aannemer die tijdens het incident rond zijn zoon in het pand aanwezig was, komt er achter dat de man pedofiele antecedenten heeft en vermoordt hem zonder ooit voor deze misdaad gearresteerd, laat staan veroordeeld te worden.

De roman speelt zich voor het grootste deel af in het jaar 2024. Tegen die tijd hebben de meeste joden Israel alweer verlaten en is de staat Israel (onder politieke en demografische druk?) ineengeschrompeld tot een stadstaat rond Tel Aviv. Moderne technologie maakt het mogelijk passanten aan de grens op DNA te scannen om zodoende vast te stellen of iemand joods is en de scanresultaten online te toetsen in een databank. Op die manier slagen de Israëli erin ongewenste vreemdelingen buiten de deur te houden en het risico op aanslagen tot een minimum te beperken. Als in 2024 een aanslag bij de grenspost van Tel Aviv wordt gepleegd door iemand die de DNA controle probleemloos passeerde, zorgt de geheime dienst ervoor dat deze aanslag wordt toegeschreven aan een raketbeschieting. Een joodse terrorist die op zijn eigen volk een aanslag pleegt is een boodschap die men de bevolking niet brengen kan.

Bram runt met een compagnon een kantoor dat onderzoek doet naar verdwenen joden en zij beschikken over tal van mogelijkheden om databanken over de gehele wereld te raadplegen. Onder de grootst mogelijke geheimhouding worden zij door de geheime dienst benaderd om naar een viertal namen speurwerk te verrichten. Hoe de geheime dienst aan deze vier namen komt wordt niet duidelijk maar daar is het dan ook een geheime dienst voor. Bram en zijn compagnon vinden al snel de sleutel naar twee namen waarachter kinderen schuil gaan die op zesjarige leeftijd werden gekidnapt door Arabieren om opgevoed en opgeleid te worden tot toekomstige moslimterroristen. Een van deze kinderen blijkt de kleinzoon te zijn van de man wiens andere kleinkind na een aanrijding door Bram verzorgd werd. En het andere kind blijkt zijn eigen zoon te zijn voor wie hij een onschuldige pedofiel vermoordde.

Aan het ene kind wordt met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid een terroristische aanslag toegeschreven terwijl zijn zoon juist op het moment dat zijn vader hem weet te traceren, een aanslag blijkt voor te bereiden. Beide kinderen zijn geboren uit ouders waarvan de vaders een relatie onderhielden met de vader van Bram, een internationaal befaamd scheikundige en Nobelprijswinnaar. De roof van de beide kinderen  was het duivelse en perverse plan van een van de medewerkers van deze scheikundige, wiens eigen kinderen omkwamen in Afghanistan tijdens schermutselingen tussen moslimfundamentalisten en internationale strijdkrachten. Uit wroeging en deels rancune besluit deze medewerker twee kinderen uit een vroegere omgeving van zijn huidige vijanden te roven om hen op te laten leiden tot moslimterroristen. Is grotere wraak denkbaar? Waar het ene kind (vrijwel zeker) slaagt, lukt het Bram zijn zoon te laten arresteren door Israëls geheime dienst voor hij zijn plannen ten uitvoer kan brengen. Ook in deze reeks van gebeurtenissen keert die cijfercombinatie van 2 en 8 weer terug.

Tot zover het verhaal waarbinnen zich tevens nog andere wederwaardigheden waaronder een liefdesgeschiedenis voltrekken. Deze roman overtuigt waar de schrijver zijn verhaal vertelt. De wijze waarop de roman geconstrueerd is, korte hoofdstukken waarbij heen en weer geschakeld wordt tussen toen, nu en 2024 maar ook de door hem beschreven karakters maken het tot een uiterst leesbaar geheel en daardoor blijf je als lezer tot het laatst benieuwd naar de loop der dingen. De Winter slaagt erin de aandacht van de lezer vast te houden en geeft een beeldende beschrijving van het leven in de stadstaat Tel Aviv.

Maar dat is dan ook alles. Voor het overige valt wel een en ander af te dingen op deze roman. Zo geeft de schrijver geen enkele informatie over de loop der geschiedenis tussen 2008 en 2024. Op grond van welke specifieke gebeurtenissen en politieke ontwikkelingen is de staat Israel ineengeschrompeld? Hoe kan het dat de joden hun zionistische droom collectief hebben opgegeven en de diaspora weer hebben opgezocht? We weten alleen dat Poetin zijn macht enorm heeft uitgebreid en nog steeds aan de macht is. Veel joden blijken te vertrekken naar Rusland of de nieuwe Unie van Sovjetrepublieken. Van andere machtsblokken wordt geen melding gemaakt en worden geen namen van machtshebbers gememoreerd. Wel is de islamitische wereldgemeenschap erin geslaagd grote delen van de wereld onder hun invloedsfeer te brengen en zijn er in de meeste landen kennelijk hele regio’s, gebieden en stadsdelen waar de sharia werd ingevoerd. Deze moslimwereld wordt schetsmatig neergezet als een middeleeuws schrikbeeld van ongeletterde baarden die allen door een amorfe en onzichtbare macht van oelama’s worden beheerst en gecontroleerd. De wereld van Leon de Winter leeft aan de vooravond van een inktzwart mens- en wereldbeeld, het is het ultieme pessimisme van een schrijver die zich naar eigen zeggen ernstig zorgen maakt om het welzijn en leven van zijn kinderen. Of dit toekomstperspectief dicht bij de werkelijkheid blijft, weten we pas over 16 jaar. Het is wel het perspectief van waaruit Leon de Winter schrijft.

Ook de wederwaardigheden van de hoofdpersoon Bram vormen aanleiding tot kritische opmerkingen. Dat hij gedurende zijn gekte beheerst wordt door een getallenmanie is aannemelijk te maken maar dat diezelfde getallen 16 jaar later opnieuw een rol spelen in de terreurplannen van zijn zoon is wel heel erg onwaarschijnlijk. Dat Bram er op enig moment achter komt dat zijn zoon door een gefrustreerde ex-medewerker van zijn vader werd geroofd, is een plausibel plot. Maar dat hij gedurende zijn gestoorde zoektocht ook in een direct verband tot de tweede kinderroof kwam te staan is alleen al statistisch onwaarschijnlijk. Maar ook stilistisch is dit geen fraaie plotontwikkeling van de schrijver. En dat Bram ten onrechte de vermeende moordenaar van zijn zoon vermoordt en er nog mee wegkomt ook omdat het de FBI politiek beter uitkwam deze moord op een pedofiel niet tot klaarheid te brengen, dat is een beschamend scenario. Ik geloof er niet in en het wordt er niet beter op wanneer nergens blijkt dat Bram er achteraf spijt van heeft een man vermoord te hebben die wellicht betrokken was bij meerdere verdwijningen van kinderen maar niets van doen had met de vermissing van zijn zoon. En hoe het mogelijk is dat Bram wel en de FBI er niet in slaagde de aannemer te koppelen aan meerdere verdwijningen, wordt niet uitgelegd. Dat is ook uiterst onwaarschijnlijk en het is ondenkbaar dat zo’n aannemer daar mee weg zou komen. En dat de ex-medewerker van de vader van Bram een kind besluit te roven dat op datzelfde moment in de omgeving van een pedofiel verkeert, ook dat is een toeval dat té toevallig is. En dit soort toevalligheden wordt storend wanneer de uiteindelijke oplossing van het verdwijningsraadsel aangereikt moet worden door vier ogenschijnlijk willekeurige namen, aangereikt door de geheime dienst.

Tot slot is het nog maar de vraag of ooit middels het DNA kan worden aangetoond waarom joden joods zijn. Laten we aannemen dat het technisch ooit mogelijk is een directe DNA-scan uit te voeren – in de roman van de Winter kan dat zelfs door een laserstraal vanuit een helicopter op iemand te richten – er blijft van de plot natuurlijk helemaal niets meer over wanneer het joods zijn niet langs de weg van de genetica kan worden aangetoond.

Kortom, Het recht op terugkeer is een zeer goed verteld verhaal met een spannend plot dat echter ontsierd wordt door een aantal niet geslaagde en eigenlijk ongeoorloofde kunstgrepen van de auteur.

 

Enno Nuy

Oktober 2008