Guerot, Ulrike – Red Europa!

Waarom Europa een republiek moet worden

Atlas Contact, 290 pagina´s

 

Met afstand het belangrijkste boek over het lot van het Avondland is niet Der Untergang des Abendlandes van Oswald Spengler maar Red Europa! van Ulrike Guerot. Niet alleen schetst zij in vlijmscherpe bewoordingen de teloorgang van de EU, daartegenover stelt zij een nieuw perspectief, een utopia zo u wilt, de Europese RePubliek. De analyses van Guerot zijn onontkoombaar en niet te weerleggen. In heldere taal laat zij ons zien waarom deze EU nooit een succes kon worden, een wangedrocht is dat uitsluitend in termen van het liberale marktdenken functioneert waarbij de Europese burger wordt gedegradeerd tot een niet-soevereine consument die zich niet meer thuis voelt op zijn continent en in de armen van populisten wordt gedreven. De remedie van Ulrike Guerot is de netwerk-republiek Europa die niet langer een verbond van natiestaten is maar een verbond van autonome regio’s. Burgers ontlenen hun identiteit niet aan natiestaten maar aan de regio waarin zij geworteld zijn. Ulrike Guerot (1964) is oprichter en directeur van het European Democracy Lab (https://europeandemocracylab.org/en/ ) en een onvermoeibaar pleibezorgster van de Europese RePubliek die op 8 mei 2045 een feit moet zijn.

Vanaf het moment dat dit continent tot natiestaten stolde, belandde het in een Europese crisis, waarin het om niets anders gaat dan macht, markt en geld. Die natiestaten zijn de Rubicon van een politiek Europa nooit overgestoken en ze versperden zo de weg naar een Europese democratie. De EU is legaal maar niet democratisch want er is nooit een politieke unie ontstaan. Raad, parlement en commissie houden zich met zichzelf bezig, er is geen scheiding der machten en de burgers van Europa zijn niet gelijk voor de wet en betalen niet dezelfde belasting. Bij het verdrag van Maastricht werden staat en markt losgekoppeld. Vanaf dat moment werd het monetaire beleid op Europees niveau bepaald en het fiscale en sociale beleid op nationaal niveau. Een markt zonder staat en een munt zonder democratie is echter vragen om problemen. De Euro, aldus Guerot, was vooral een project van de industrie. De Europese industrie kreeg de Euro zonder enige tegenprestatie te hoeven leveren in de vorm van een Europese sociale en fiscale unie! De beslissende geboorteafwijking van de Euro en de EU, die niet meer te corrigeren viel. Arbeid en kapitaal werden losgekoppeld, het kapitaal kon profiteren van de Europese structuren maar arbeid niet en zo leverden de nationale regeringen hun burgers uit aan de Europese interne markt.

Het grootste probleem is dat EU-beleid door de verschillende natiestaten wordt bepaald. Maar de nationale grenzen staan wagenwijd open voor investeringen en repatriëring van winsten, zodat de monetaire grens eigenlijk de buitengrens is terwijl er tegelijkertijd geen sprake is van burgerlijke en politieke gelijkheid binnen die monetaire ruimte. Er is dus geen Europees parlementarisme dat zeggenschap heeft over de verdeling van de eurowinst. Het gevolg is dat de Euro uiteindelijk onder druk komt te staan maar die bedreiging komt niet van het populisme; het is juist die Euro die het populisme produceert! En de geschiedenis heeft ons geleerd dat populisme dat op emoties is gebaseerd, zich niet laat temmen; dat elk links-populisme zijn eigen kinderen opeet; en tot slot dat volken die onder druk worden gezet zich over het algemeen niet naar links maar naar rechts wenden. Anders gezegd, aldus Guerot: de ‘weimarisering’ van Europa is al in volle gang.

In het hoofdstuk Alles is taal laat Guerot zien dat wij niet of slecht communiceren over Europa en er is een totaal gebrek aan politieke oriëntering, laat staan eensgezindheid. Dit werd alleen maar versterkt door de crisis en de dreigende Grexit, en in het kielzog daarvan door de tegenstellingen tussen noord en zuid. Steeds meer politici nemen afstand van de “ever closer union”. De EU-politiek is verworden tot systeembesturing en technocratisch leiderschap. We ontwikkelen geen transnationale democratie maar regelen nationale schuilkelders. Guerot wijst erop dat de EU geen infrastructurele plannen voor plattelandsregio’s ontwikkelt maar we mogen niet uit het oog verliezen dat het natuurlijk eerst en vooral de natiestaten die het hier af laten weten. De Groningers voelen zich nauwelijks nog Nederlander en dat komt niet alleen door het aardbevingsgevaar. Ook zou de EU veel meer moeten investeren in digitaal Europa. Plattelandsregio’s blijven achter, juist omdat ze niet de beschikking krijgen over een snel breedbandinternet.

In het hoofdstuk De utopie als projectie schetst Guerot de contouren van de Europese RePubliek. Om te beginnen, eerst en vooral, moeten we afscheid nemen van het idee dat de natiestaat de enige politieke vorm is waarbinnen een democratie kan gedijen. Neen, het is de Europese republiek die het enig juiste antwoord biedt. Alleen burgers zijn soeverein en natiestaten zijn de curatoren van onze soevereiniteit. We halen die soevereiniteit terug en bouwen de eerste transnationale Europese democratie: decentraal, regionaal, postnationaal, sociaal en democratisch. In de visie van Guerot zal de Europese burger er geen moeite mee hebben afscheid te nemen van de natiestaat om in plaats daarvan autonome regio’s in te bedden in de nieuwe Europese RePubliek. Vrijwel overal ervaren burgers immers een onoverbrugbare afstand tussen de regio en het politieke centrum van een natiestaat. Het begrip volk is voor de republiek van geen betekenis, de republiek kent slechts burgers en is daarmee de perfecte mal voor een Europese grondwet. Het is dan ook van het grootste belang dat een Europese republiek zich allereerst richt op het tot stand brengen van een nieuw echt representatief parlementarisme dat de algemene wil ook werkelijk tot uitdrukking brengt: de gelijkheid van alle burgers moet gewaarborgd zijn, gelijk en algemeen kiesrecht voor alle Europese burgers en ten derde het recht op sociale voorzieningen. Om te beklemtonen dat we Europa opnieuw vorm moeten geven en daarbij niet aanhaken bij oude opvattingen spreekt Ulrike Guerot consequent over de Europese RePubliek met hoofdletter R én hoofdletter P. Voor zover ik kritiek op Guerot kan hebben, richt die zich vooral op de deconstructie van de natiestaat. Op pagina 130 verklaart zij: “Nu de natiestaat als politiek raamwerk op het punt staat ineen te storten, omdat hij zich ambivalent verhoudt ten opzichte van de universaliteit van rechten en van de economische organisatiegraad…”. Hier lijkt de wens de vader van de gedachte want als we naar de huidige EU kijken en vooral met betrekking tot al die zaken waarin de EU wordt bedreigd (migratie, buitengrenzen, afbraak rechtspraak, persbreidel) dan zijn het juist de natiestaten die tegen alle afspraken in een eigen weg opeisen en niet terugschrikken voor krijgshaftig geblaf.

Guerot stelt 8 mei 2045 voor als oprichtingsdatum voor de nieuwe Europese RePubliek. We hebben dan een generatie lang de tijd om aan de nieuwe structuur te bouwen, deze datum ligt net zo ver in de toekomst als het Verdrag van Maastricht in het verleden ligt.  Daarnaast zal juist rond die tijd de Europese bevolking in omvang gaan slinken, we hebben dan meer plaats, meer banen en meer tijd, mede dankzij digitalisering en robotica. Hoe ziet dat huis van de Europese RePubliek eruit? Guerot is tot mijn vreugde behoorlijk concreet over het Gebouw van de RePubliek, zowel in termen van functies en organisatie als in termen van architectuur.  De RePubliek zal bestaan uit een klassiek tweekamersysteem. Een Huis van Afgevaardigden komt tot stand op basis van ‘één persoon, één stem’ en heeft initiatiefrecht en volledig begrotingsrecht. Daarnaast bestaat een Senaat, bestaande uit per regio twee senatoren. Huis van Afgevaardigden en Senaat vormen samen het Europees Congres. Er komen transnationale kiesdistricten en transnationale partijen en de Europese president zal rechtstreeks gekozen worden. Er zijn dus nog slechts twee lagen: republiek en provincies en in zo’n republiek is er voor nationalisme geen bestaansgrond meer. Misschien laten we straks ook kinderen stemmen en waarom zouden we dieren geen eigen  advocaat en stem gunnen, waarom zouden we geen stemrecht bieden aan vluchtelingen en asielzoekers?  Hoe dan ook, voorbij is de tijd dat we het op moesten nemen tegen een Europa vol lobbyisten. In deze Europese RePubliek zijn het de burgers die de wetten maken. Die Europese regering houdt zich bezig met zaken die voor de provincies te groot zijn zoals buitenlands beleid, verdediging, gemeenschappelijk budgetbeheer, milieu energie en klimaat, cyber, handel, sociale zaken en eventueel ontwikkelingshulp. Er zullen hoogstens tien tot vijftien ministers nodig zijn. En een bijkomend voordeel is dat op deze wijze ook nationale industrieën worden gedeconstrueerd, zij kunnen niet meer lobbyen en de mededingingscontrole wordt zoals het hoort overgeheveld naar uitvoeringsorganen. Nu nog is de Europese Commissie hoedster van de verdragen maar dat is ongewenst want oneigenlijk, die taak gaat naar een Europees gerechtshof.

Europa bestond aanvankelijk uit een groot aantal regio’s. Sinds de middeleeuwen gold: cultuur verbindt, het nationale scheidt. Kijk ook naar de talloze separatistische bewegingen. Een zelfstandig Catalonië als natiestaat is problematisch en niet levensvatbaar maar een zelfstandige regio Catalonië is natuurlijk alleszins denkbaar. Niettemin ligt hier wel in potentie conflictstof. Guerot gaat ervan uit dat optimale provincies tussen de 7 en 15 miljoen inwoners hebben, denk maar aan de grote metropolen. Maar je kunt je voorstellen dat er nog wel het nodige krakeel zal ontstaan wanneer de nieuwe regio’s vorm moeten krijgen. Maar hoe het ook zij: het Europese burger-Europa is geboren, het elitaire EU-project wordt begraven, aldus Guerot. En wat de taaldiversiteit betreft – het was Wittgenstein die zei: de grenzen van mijn taal zijn de grenzen van mijn wereld – merkt Guerot op dat taaldiversiteit en een voertaal elkaar niet uitsluiten. Denkbaar is dat het Engels de voertaal wordt maar tweetaligheid als norm zou geen enkel probleem mogen zijn. Bovendien zal spraakherkenning in de komende decennia spectaculair toenemen.

Wij leven in een maatschappij die binnen de EU een aanhangsel van de markt is geworden, gedereguleerde markten, Europese concurrentie  en globalisering zijn allemaal het gevolg van de belangen van het kapitaal, dat zich allang los heeft gemaakt van de grenzen van de natiestaat, het kapitaal dat op transnationaal gebied opereert en slechts aan de logica van de accumulatie is onderworpen, aldus Ulrike Guerot. We moeten omdenken van eigendom naar bezit en ons heel goed realiseren dat het recht op eigendom altijd beschermd is geweest maar het recht op arbeid niet. Je kunt iets bezitten zonder het in eigendom te hebben. Waar het om gaat is dat we slechts pachters zijn die wat we gebruiken door moeten geven aan toekomstige generaties. Het gemeenschappelijk gebruik en niet het privé eigendom is het belangrijkste element van de republiek. Dit omdenken is ook de enige manier om de verwoestende effecten van het antropoceen te bestrijden.

We hebben vooral behoefte aan een Europese manufactuur, als een passend antwoord op de globalisering. Digitalisering zal daarin een hoofdrol spelen en we zouden ook een eigen internet moeten ontwikkelen want op dat gebied is Europa nu al veel te afhankelijk van de VS. De nieuwe Europese economie wordt gekenmerkt door gemeenschappelijke netwerken (breedband, transport, energie) en innovaties.

Ulrike Guerot schreef een werkelijk fenomenaal boek, waarin zij haar kritiek op de EU in uiterst scherpe bewoordingen en voortreffelijk onderbouwd formuleert. Maar ze ging veel verder dan enkel de kritiek en schetst een perspectief waar wij Europese burgers werkelijk iets aan hebben: een daadwerkelijke democratie van en voor burgers waar de schaal van de moderne maatschappij wordt teruggebracht naar autonome regio’s, waar de natiestaten worden afgebroken en waar op basis van het beginsel ‘één persoon, één stem’ een Europese regering wordt gekozen. De geboorte van die utopie ligt ogenschijnlijk nog ver weg, de kans dat ik die zelf nog mee kan maken is niet zo heel erg groot maar we zullen die tijd van één generatie hard nodig hebben om een prachtige droom te verwezenlijken. Mij heeft ze volledig overtuigd ook al heb ik zo mijn twijfels bij de mogelijkheid de natiestaten te deconstrueren en verwacht ik bij regiovorming nog de nodige Hoekse en Kabeljauwse twisten. Maar zou er in Nederland een politieke partij komen die dit gedachtegoed wil omarmen, ik zou er mijn hart aan verpanden.

 

 

Enno Nuy

maart 2018