Stangneth, Bettina – Eichmann in Argentinië

Atlas contact 592 pagina’s plus zeer uitgebreid notenapparaat

 

Adolf Otto Eichmann zag de ondergang van het nationaalsocialisme ras naderbij komen en bereidde zich bijtijds voor op onderduik en vlucht. Hij kreeg daarbij hulp van het Vaticaan en op 14 juli 1950 zette hij voor het eerst voet op Argentijnse bodem. Op 11 mei 1960 werd hij door de Mossad ontvoerd om tien dagen later overgebracht te worden naar Israël. Op 15 december 1961 werd Eichmann door het gerechtshof in Jeruzalem schuldig bevonden en ter dood veroordeeld. Het vonnis werd voltrokken in de nacht van 31 mei op 1 juni 1962.

De Duitse filosoof Bettina Stangneth deed uitgebreid onderzoek onder meer naar de jaren dat Eichmann in Argentinië verbleef. Opmerkelijk is dat zij zich er op meerdere plaatsen in deze zeer omvangrijke en gedetailleerde studie over beklaagt dat tal van documenten die op deze periode betrekking hebben steeds maar niet worden vrijgegeven. Niet door Mercedes Argentinië waar Hans Martin Schleyer, die later door de Rote Armee Fraktion vermoord zou worden, Eichmann een baan bezorgde; maar ook niet door de Duitse overheid en de verschillende veiligheidsdiensten.

Wat evenzeer opvalt is dat de internationale pers vanaf het prilste begin van de oorlog op de hoogte was en melding maakte van de massale deportaties van en massamoord op de joden. Dit staat in schril contrast tot al die berichten dat de internationale gemeenschap pas relatief laat op de hoogte zou zijn gekomen van het werkelijke lot van de joden. Eichmann beweerde de term ‘Endlösung’ zelf bedacht te hebben. Toen in de winter van 1941 op 1942 er steeds nadrukkelijker sprake was van uitroeiing, reisde Eichmann voortdurend naar de oostelijke gebieden om de voortgang van de Endlösung zelf in ogenschouw te kunnen nemen. ‘Der Tod ist ein Meister aus Deutschland…‘ dichtte Paul Celan zo huiveringwekkend.

Stangneth laat zien dat Eichmann er alles aan gelegen was zijn rol zo groot mogelijk te maken en ook alle methoden en technieken beheerste om zijn naam en faam vaste grond onder de voeten te geven. Hij was verre van het onbeduidende ambtenaartje dat hij tijdens zijn proces in Jeruzalem aan de buitenwereld presenteerde. Eichmann was ten tijde van zijn nazi-carrière een notoire opschepper.

Bij meerdere gelegenheden noemde Eichmann zichzelf gottgläubig en dat maakt de vraag relevant hoe Eichmann zijn naziverleden tegenover zijn God dacht te kunnen verantwoorden. Is wie godgelovig zegt te zijn niet tevens een moreel mens? En vervalt daarmee niet per definitie de kwalificatie van Hannah Arendt: ‘Schreibtischmörder’ en ‘het banale kwaad’? Niet alleen was Eichmann gotgläublich, hij trouwde zelfs in de kerk waarvoor hij speciaal toestemming vroeg aan zijn meerderen. De SS hield niet van de kerk en enige relatie met dat instituut gold in SS-kringen niet bepaald als aanbeveling.

Zeer opmerkelijk, schokkend bijna is het naoorlogse redelijk populaire blad “Der Weg – El Sendero dat zich zo openlijk antisemitisch en nationaalsocialistisch opstelde dat het leek alsof het Derde Rijk niet opgehouden had te bestaan”. Het blijkt overigens lastig de geschiedenis van dat blad volledig te achterhalen ook al is bekend welke personen het blad tot leven hadden gebracht. Der Weg verscheen tussen 1946 en 1958. In 1953 had het blad in Duitsland 16.000 illegale abonnees en 2.500 abonnees in Zuid-Afrika. Het blad werd gerund vanuit Argentinië door hoofdredacteur Eberhard Fritsch. In 1955 werd Der Weg feitelijk door de toenmalige Bundespräsident Heuss ten grave gedragen: “de Duitse weg is een andere”, zei hij. De Vergangenheitsbewältigung kwam op gang in Duitsland.

Het boek is voorzien van een zeer uitgebreid notenapparaat maar op pagina 197 maakt Stangneth melding van een open brief van Willem Sassen aan Eisenhower die veel stof had doen opwaaien. Een verklarende noot ontbreekt helaas en op internet is deze brief ook niet te traceren. Merkwaardig.

In de eerste jaren van De Weg El Sendero was de tendens vooral het ontkennen of bagatelliseren van de jodenmoorden, er zouden hoogstens 365.000 joden zijn omgekomen in de concentratiekampen. Gaskamers en vergassingsauto’s werden ronduit ontkend. Toen midden jaren vijftig steeds vaker historisch onderzoek verscheen en de werkelijke omvang van de holocaust niet langer ontkend kon worden ontstonden er steeds meer de meest bizarre samenzweringstheorieën over de holocaust. De joden zouden het allemaal zelf hebben bedacht, geënsceneerd en uitgevoerd om zodoende Palestina als thuishaven voor de joden te kunnen realiseren.

De nazi’s selecteerden en verbrandden eerst boeken naar het zou niet lang duren voor ook mensen werden geselecteerd en verbrand. Heinrich Heine voorspelde al in 1823 in Almansor: “Dit was nog maar het eerste begin, want waar men boeken verbrandt, verbrandt men uiteindelijk ook mensen”.

Eichmann koos er bewust voor de Gesetzeskraft van de woorden van de Führer zwaarder te laten wegen dan morele overwegingen, ondanks zijn godgelovigheid. Letterlijk schrijft hij: “En de moraal? Er bestaan allerlei soorten moraal: een christelijke, een moraal van ethische waarden, een oorlogsmoraal, een strijdmoraal. Welke moet het zijn?”

Eichmann begreep wel dat de categorische imperatief van Kant onverenigbaar was met een rassenstrijd. Voor hem bestond er een “nationaalsocialistische godsgeloof, dat voor hem innig, natuurlijk is en eeuwig voortleeft”. Stangneth hierover: “de innige godsgelovigheid vanuit het hart als leerstelling van de onvermijdelijke allesbeslissende rassenstrijd leverde de intellectuele motivatie voor de genocide en de ‘selectie’ onder het eigen volk, het ‘euthanasieproject’ dat Eichmann onvoorwaardelijk steunde”. Moeilijk te volgen, eerlijk gezegd.

Als Eichmann na de oorlog op zoek moet naar een consistente verdedigingsstrategie schuift hij de joden de schuld in de schoenen voor de oorlog die de Duitsers nooit zouden hebben gewild, bagatelliseert hij het leed dat de joden werd aangedaan en stelt hij de Duitse natie en de Duitsers voor als de echte slachtoffers en vraagt hij zich af wanneer de schuldigen aan het Duitse leed berecht gaan worden.

Eichmann zocht zijn toevlucht in de Islamitische wereld waar hij kon volharden in zijn antisemitisme. De moslims wisten immers als geen ander wat het betekende ‘ te lijden onder de joden’. Ook Der Weg zou zich in haar laatste jaren steeds meer tot de Arabische wereld wenden.

In april 1957 begonnen de roemruchte interviewsessies tussen Adolf Eichmann en Willem Sassen. Dertienhonderd pagina’s transcript en 29 uur bandopnamen zijn daarvan getuige. De gesprekken vonden plaats in de woning van Willem Sassen in Buenos Aires en duurden voort tot oktober 1957.

Voordat ik aan deze episode begon was ik buitengewoon nieuwsgierig naar de transcripties van de Sassen-interviews. Maar die nieuwsgierigheid is danig geslonken na de hoofdstukken van Stangneth hierover gelezen te hebben. Ik doe het wel met haar samenvatting. Het eindeloze gepalaver over het ware nationaalsocialisme, over wanneer je een echte nazi bent, de bizarre preoccupatie met de al dan niet werkelijke aantallen slachtoffers, over de Endlösung, nee het lijkt me een forse uitdaging om daarover meer dan dertienhonderd pagina’s weg te lezen. En al helemaal om bij voortduring te moeten lezen hoe Eichmann zichzelf probeert vrij te pleiten van schuld of verantwoordelijkheid.

In september of oktober 1957 houdt Eichmann zijn beruchte slotlezing voor het gezelschap in Argentinië waaruit zonneklaar blijkt wie Eichmann was, waar hij stond en wat hij werkelijk meende: ‘we hadden alle tien miljoen joden moeten vernietigen, we hebben gefaald’. Een wrange historische toespraak waarvan Stangneth de volledige transcriptie in haar boek opnam. De bandopnames van al die interviews kwamen pas veel later in de openbaarheid. Ten tijde van het proces tegen Eichmann in Jeruzalem was er alleen een gedeeltelijk transcript beschikbaar. Eichmann slaagde erin zijn rechters wijs te maken dat de transcripts vervalst waren zodat ze uiteindelijk niet tot het proces werden toegelaten. Ik heb nergens kunnen vinden wat Hannah Arendt van deze transcripts vond. Zou ze tot een andere inschatting van Eichmann zijn gekomen, van wie ze vol overtuiging meende dat hij niet in staat was morele overwegingen te koesteren. Met de bandopnames kon worden vastgesteld dat Eichmann zijn rechters bedrogen en voorgelogen had.

In het verhaal over de ontvoering van Eichmann speelt ook de liefdesgeschiedenis tussen de zoon van een nazi, in dit geval de zoon van Eichmann, en de dochter van een slachtoffer van de nazi’s een rol maar u zult zelf dit boek moeten lezen om de volledige toedracht te achterhalen.

Misschien is dat wel wat mij het meeste verbijstert aan de gitzwarte wereld van de nazi’s: zij hebben op enig moment in een zich over jaren uitstrekkend proces besloten morele grenzen over te steken, een geestestoestand te betreden waar voorheen niemand een voet aan wal had durven zetten. Eenmaal die grens gepasseerd lijkt het wel alsof er geen enkele grens meer bestond, vanaf dat moment was alles denkbaar, ook het ondenkbare. Het antisemitisme is niet door de nazi’s uitgevonden, dat bestond al eeuwen en persoonlijk houd ik Luther voor een groter misdadiger dan Hitler. Maar Hitler is er, vanaf het moment dat hij in Mein Kampf zijn overtuigingen woorden op papier gaf, op uit geweest een manier te vinden om de joden uit te roeien. Hij plantte het zaad en liet anderen de klus klaren, waarvoor hijzelf te laf was.

Stangneth is geen bevlogen schrijver, ze is en blijft primair wetenschapper. De vertalers hebben zich naar mijn mening gedegen van hun taak gekweten maar helaas leidde dat nergens tot zinderend of tenminste beeldrijk proza. Een enkel keertje worden er slordige fouten gemaakt. Op pagina 12 worden boeken ‘opgeslagen’ waar ‘open geslagen’ wordt bedoeld, op pagina 33 is sprake van ‘Na het oorlogsbegin…’ en op pagina 235 maken de vertalers melding van ‘doeluiteinden’ (wat is dat eigenlijk?) waar ‘doelen’ wordt bedoeld. En op pagina 252 is te lezen ‘Het genoegen dat de nazi’s vonden in het in het openbaar verbranden…’ waarbij ik me dan onmiddellijk afvraag waarom de vertalers niet gewoon kozen voor ‘het publiekelijk verbranden’? We zullen er verder niet over zeuren.

Deze studie van Stangneth heeft vooral wetenschappelijke waarde. Stevige kost in taai proza maar onmisbaar en onontkoombaar voor wie zich echt in deze bizarre periode uit de Europese geschiedenis wil verdiepen.

 

Enno Nuy
Mei 2021