Sebald, W.G. – Logies in een landhuis

De Bezige Bij, 190 pagina´s

 

In Logies in een landhuis portretteert Sebald enkele schrijvers die hem meer dan lief zijn. Ofschoon het om schrijvers uit een ver verleden gaat en de kans op herlezen niet heel erg groot is, al was het maar omdat er vaak geen Nederlandse vertalingen van hun werk beschikbaar is, blijkt de beschrijving door Sebald buitengewoon aanstekelijk te werken. Zo passeren de kalenderschrijver Johann Peter Hebel, de grote Franse schrijver Jean Jacques Rousseau, Eduard Mörike, de Zwitser Gottfried Keller en Robert Walser de revue.

Sebald plaatst zijn literaire vrienden in hun tijd en maakt helder voor ons wat hen dreef, welke sociaal-maatschappelijke of politieke ontwikkelingen hun invloed op hun leven en werk deden gelden, zonder ook maar ergens de schijn te willen wekken daarmee volledig te zijn geweest. Daarvoor zijn deze karakters hem te dierbaar. Sebald gaat te werk volgens het van hem bekende principe. Hij lijkt bijna terloops met iets of iemand in contact te komen en na een korte schets van omgeving of geschiedenis, gaat hij dieper in op een enkel aspect van zijn lijdend voorwerp.

De manier waarop Sebald schrijft en analyseert is buitengewoon fijnzinnig met oog voor detail maar vooral met liefde voor de personen over wie hij schrijft. Zelf zegt Sebald hierover in zijn prachtige essay over Robert Walser: “Ik heb altijd geprobeerd in mijn eigen werk respect te betonen aan hen door wie ik me aangetrokken voelde, als het ware mijn hoed voor hen af te nemen door een fraai beeld of een paar bijzondere woorden van hen te lenen”. En zo kom je tal van zaken op het spoor die je niet eerder zag, waarvan je niet wist maar die toch meer dan de moeite waard zijn. Zoals bijvoorbeeld Voltaire die Rousseau attaqueerde toen deze belaagd werd door de Franse en de kerkelijke autoriteiten, Voltaire beschuldigde Rousseau zelfs van blasfemie. Onbegrijpelijk, Voltaire was toch zelf niet direct een warm bepleiter van het ware geloof. Sebald heeft er evenmin een heldere verklaring voor en houdt het op jalousie de metier. Interessant is ook de geschiedenis van Gottfried Keller die al midden 19de eeuw registreerde hoe kapitaalaccumulatie schade toebrengt aan de natuur, de samenleving en het gevoelsleven van mensen.

Het boek wordt afgesloten met herinneringen aan de nog levende tekenaar Jan Peter Tripp. Een kunstenaar die griezelig exacte tekeningen maakt, alsof het foto’s zijn. Enigmatisch werk dat zich niet eenvoudig laat verklaren maar dat wel fascinerend is. Het werk van Jan Peter Tripp is te bemachtigen via enkele galeries. Een expositie van zijn werk of een catalogus kon ik helaas niet vinden. Wel een boek dat Tripp samen met Sebald samenstelde en dat ik prompt bestelde. Geheel in de geest van zijn tijd heeft Jan Peter Tripp een website maar die gebruikt hij uitsluitend om op de homepage zelf in een videoregistratie uit te leggen waarom hij niet van het medium houdt en er dus verder ook geen gebruik van maakt.

Een zeer opmerkelijk slordigheidje, opmerkelijk omdat het zo unlike Sebald is, is het foutieve citaat van Shakespeare: We are such stuff as dreams are made of in plaats van as dreams are made on. Misschien is het in de vertaling fout gegaan. Maar het maakt voor zijn betoog niets uit, we vallen er niet over. Wederom een prachtig boek van Sebald.

 

Enno Nuy, november 2012