Rosenboom, Thomas – De nieuwe man

Querido, 315 pagina´s

 

Al een aantal jaren bivakkeerde dit boek op mijn stapel ‘ongelezen’ net als Gewassen vlees dat ik eerst ter hand nam, maar al vrij snel terzijde lege vanwege het wel erg groot aantal woorden uit het oud-Nederlands. De nieuwe man is zo’n boek waarvan ja na de eerste pagina al weet dat je het snel uit zult lezen. Een roman die zich afspeelt in het Groninger landschap van de jaren twintig uit de vorige eeuw. Het milieu is dat van de kleine scheepswerven die bouwden voor de zee- en kustvaart en allengs over moesten stappen op de bouw van schepen voor de riviervaart. Maar tegen die tijd is de roman reeds beëindigd.

Eerder al las ik Publieke werken, een geweldige roman en De nieuwe man is van hetzelfde niveau. Thomas Rosenboom is een rasverteller die erin slaagt zijn karakters neer te zetten door in simpele bewoordingen hun gedrag – vaak ook de afwezigheid van gedrag – te beschrijven. Geen diepgravende psychogrammen maar een rechttoe rechtaan verteld verhaal is voldoende om zijn personages voor ons te doen leven.

En in het geval van stugge Groningers die sowieso al weinig woorden gebruiken, is dat geen sinecure. En net als in Publieke werken slaagt Rosenboom er ook in deze roman in het milieu te beschrijven door veel gebruik van vaktermen. Je kunt ze als lezer onmogelijk allemaal achterhalen maar de stellige indruk ontstaat dat Rosenboom serieus onderzoek heeft gedaan naar het milieu in de periode waarin zijn roman zich afspeelt. Dat geeft het verhaal extra authenticiteit.

Zonder nader in te gaan op de verhaallijn en de ontknoping van de roman, het is een geschiedenis van verlegen mensen die niet gemakkelijk met elkaar communiceren, ook al heeft de hoofdpersoon Bepol een ruime woordenschat en is hij graag aan het woord. De andere hoofdpersoon, Niesten, komt in de roman vrijwel niet aan het woord en toch is hij voortdurend zichtbaar of merkbaar aanwezig.  Buitengewoon knap wordt hij door de schrijver geportretteerd, niet alleen met weinig woorden, ook ondanks het gegeven dat we nauwelijks zicht krijgen op zijn gevoels- of denkwereld. En toch is Niesten evenzeer hoofdpersoon als Bepol en bepalen en vormen zij samen de apotheose. Een apotheose die je het hele boek aan voelt komen maar waarvan je hoopt dat die zich niet hoeft te voltrekken. Tot het allerlaatste moment lijkt er voldoende mogelijkheid en gelegenheid voor een positieve afloop te bestaan maar het noodlot is onontkoombaar.

In de laatste hoofdstukken voert de schrijver de spanning naar een hoogtepunt en aan het begin van iedere pagina scant je oog de pagina’s af om nu al te kunnen inschatten of er gebeuren gaat wat je vreest. Ook dat is buitengewoon knap gedaan. Tegelijkertijd doet zich juist hier het enige minpuntje voor wanneer de schrijver veel technische taal hanteert om te beschrijven hoe een problematische tewaterlating zich voltrekt: het is namelijk vrijwel ondoenlijk je een concreet beeld te vormen van het samenspel van tuien en takels, lijnen en kabels en wat al niet meer. Maar ook dit moeilijk te verbeelden proces wordt door Rosenboom in prachtige taal uiterst fraai en meeslepend beschreven. En dan blijkt er weinig mins aan het minpuntje over te blijven.

Het schijnt dat Rosenboom nogal eens twijfelt aan zijn schrijverschap maar er zijn niet veel schrijvers die zo meeslepend en beeldend een krachtig verhaal kunnen vertellen. De nieuwe man is een schitterende roman, die leest als een pageturner.

 

 

Enno Nuy, december 2012