Mysliwski, Wieslaw – De laatste hand

Querido, 540 pagina’s

 

Een nieuwe Mysliwski! Ik zag er naar uit na de twee eerdere, verpletterende ervaringen met Over het doppen van bonen en Steen op steen. Dit De laatste hand vertelt het verhaal van een naamloze man die we leren kennen aan de hand van zijn tegen de logica in gekoesterde adresboek. Nu ja, leren kennen is een groot woord want ofschoon we aardig wat over zijn leven te weten komen, worden we over hemzelf, zijn karakter en over het hoe en waarom van zijn houding in het leven weinig wijzer.

Als je het psychisch moest duiden zouden we hem een typisch geval van bindingsangst noemen maar zijn leven lijkt tegelijkertijd niet bepaald door angst bepaald te worden. De man die nauwelijks relaties met anderen aangaat heeft een lijvig adresboek waarin alle contacten, privé en zakelijk, worden opgeslagen en ondanks dat het boek uitpuilt en bijna uit elkaar valt gaat hij er zorgvuldig mee om. Dat boek bevat alles wat hem aan het verleden bindt en dat op basis van een alfabetische ordening. “Want zeg nu zelf, hoie verbazingwekkend is het: twintig en nog wat letters, in andere alfabetten wat meer of minder, dat doet er uiteindelijk niet toe, en daarmee heb je de hele wereld, zoals die was, zoals die is, zoals die zal zijn”. Aldus onze hoofdpersoon.

Namen en adressen maken herinneringen wakker maar veel herinneringen vervagen en opeens onderhouden sommige namen geen enkele relatie meer met enige werkelijkheid. En toch was zo’n naam ooit belangrijk genoeg om opgenomen te worden in het adresboek. Herinneringen zijn als het ware gecondenseerde tijd, de neerslag van iets wat ooit gebeurde. En de hoofdpersoon mijmert: “Als iemand er ooit nog eens in mocht slagen een klok te construeren die de lege tijd kan meten, de tijd die een mens verspilt en de volle, aan enig nut voor zichzelf bestede tijd, dan zou blijken dat hij het merendeel van zijn leven heeft verprutst. Dus misschien is er sowieso wel te veel van dat leven”.

De vele bespiegelingen over een adresboek vind ik vaak te veel en te breed uitgesponnen in deze voor het overige schitterende roman. Want Mysliwski is een nagenoeg ongeëvenaard verhalenverteller. Dit keer zijn het vooral zijn gesprekken met Mateja de pokerspelende schoenlapper en vooral Radzikowski, de kleermaker die indruk maken, onvergetelijk zijn. Over hen komen we veel meer te weten dan over de hoofdpersoon van deze roman, die tot het einde toe ongrijpbaar blijft. In zijn leven doemt één constante op en dat is Maria, een vrouwelijke arts die compromisloos van hem houdt en hem geregeld brieven schrijft. Brieven die hij nooit beantwoordt, niet één keer en zij weet dat. Sterker nog, als hij terug zou schrijven, zou zij niet meer reageren. Waarom hij haar liefde versmaadt komen we niet te weten. Maar ondertussen schrijft zij hem wel de prachtigste brieven, de ene nog ontroerender dan de andere.

Ik schreef het al eerder: Mysliwski is een groot Europees schrijver met een diepgevoelde liefde voor het verdwijnende Poolse platteland. Een verhalenverteller zoals je ze maar zelden tegenkomr. Ik heb daar een mateloze bewondering voor.

 

Enno Nuy

april 2016