Lieske, Thomas – Alles kantelt

Querido, 245 pagina´s

 

Een nieuwe roman van Thomas Lieske. Eerder las ik van hem Grand Cafe Boulevard en Dünya, beide prachtige romans. En dat geldt trouwens ook voor dit Alles kantelt. Lieske heeft mooie taal en weet prachtig te schrijven. Deze roman gaat over herinneringen en hoezeer je herinneringen kunt verdringen of laten verdringen. Voor je’t weet schuiven er nieuwe herinneringen voor de oude en lijken die oudere herinneringen in betekenis af te nemen. De hoofdpersoon in deze roman, Anton Milot, komt in deze roman in twee gedaantes voor. Zijn actuele verschijning en zijn ‘alter ego’ toen hij een jaar of… ja dat blijft een beetje onduidelijk in dit verhaal. Hou oud is de jonge Anton eigenlijk als hij met zijn latere zelf door Duitsland trekt?

Volgens mijn reconstructies moet hij zeker 13 of 14 jaar oud zijn maar dat is een leeftijd waarop je niet meer van knuistjes praat en de kans dat je dan nog duimt is wel heel erg klein. Soms ook krijgt de jonge Anton gewoon te volwassen overwegingen en gedachten mee. Anders gezegd: Lieske is niet overal even consequent in de rolwisseling. En een enkele keer word je geconfronteerd met een ongerijmdheid in het karakter van de jongen. Hij is idolaat van zijn vader maar dat gevoel wordt niet alleen door bewondering maar ook door angst en vrees gevoed. Hoe geloofwaardig is het dan dat de jongen geld van zijn vader steelt om af en toe een fiets te kunnen huren met een inwonend Duits meisje, dat om niet toegelichte redenen in 1949 niet bij haar moeder kon blijven en tijdelijk werd ondergebracht in een Hollands gezin.

Afin, deze Duitse Rosemarie speelt een centrale rol in de roman. Als nel blijkt dat zij in de herinnering van de volwassen Anton is vervaagd door zijn echtgenote die bij een noodlottig en stompzinnig ongeval om het leven is gekomen. Door de ontmoeting met zijn jongere zelf slaagt Anton erin zijn vroege jeugd te reconstrueren. En dat is een werkelijk prachtig verhaal waarin de fraaie taal van Lieske volledig tot zijn recht komt. Met name de passages over de vaderfiguur zijn schitterend en vaak hilarisch. De man komt tot leven, ondanks het feit dat veel van zijn reilen en zeilen niet aan de oppervlakte treedt. Was hij nou fout in de oorlog of juist niet? Of was hij gewoon slim en sluw? En hoe zijn handel en wandel na de oorlog te karakteriseren? Behalve charmeur ook een ritselaar maar hoe ver ging hij daar in? De zoon komt daar niet achter maar dat is nergens hinderlijk of zelfs maar jammer.

Ook de avonturen van de kleine Anton met Rosemarie worden prachtig beschreven en doen soms Wolkers-achtig aan. Anton heeft af en toe last van epileptische aanvallen, ook al vindt zijn vader dat hij zich aanstelt. En behalve die epilepsie speelt ook de Möbiusring een fraaie rol in dit boek, aan het einde waarvan de kleine Anton even plots weer verdwijnt als hij enkele weken eerder opdook. Lieske heeft daarvoor een fraaie enscenering gevonden. En dat was nodig voor de geloofwaardigheid: immers, de volwassen Anton hoorde natuurlijk graag zijn jongere ‘ik’ uit om herinneringen uit de vergetelheid te trekken maar moest tegelijkertijd voorkomen dat zijn jongere ‘ik’ al te nieuwsgierig zou worden naar zijn toekomst. Voor het zover komt evenwel, wordt de actualiteit van de reis door Duitsland uiterst ingenieus verbonden met de actualiteit van de Duitse Rosemarie en haar verleden. En voordat de jongere ‘ik’ iets te weten zou komen over zijn toekomst – en dat zou hem voor onoplosbare problemen hebben gesteld – verdwijnt hij een prachtige metafoor.

Kortom, wederom een roman van een schrijver die ik inmiddels heb leren kennen als een rasverteller met mooie taal. Koop dat boek, u zult niet teleurgesteld worden.

 

 

Enno Nuy

Maart 2013