Kluyver, Adwin de – Terug uit de witte hel

Uitgeverij Balans, 288 pagina’s

 

Onlangs las ik van deze schrijver Het gedroomde Noorden en Niemandsland. Dat smaakte naar meer en zo begon ik aan Terug uit de witte hel. De Kluyver heeft een uitstekende pen en een alleszins redelijke stijl. Hij weet een verhaal te vertellen maar is eerst en vooral historicus, zo maak ik op uit zijn boeken. In Terug uit de witte hel vertelt hij het verhaal van Sjef van Dongen die bekend werd omdat hij deelnam aan een poging de Italiaanse poolreiziger Nobile te redden. Zijn veel beroemdere collega-redder Amundsen vond bij een van de overige reddingspogingen de dood, er werd nooit meer van hem vernomen. De Kluyver had zich kunnen beperken tot sec het verhaal van Sjef van Dongen, ongeveer zoals Frans Schiphorst dat een kleine honderd jaar geleden voor hem had gedaan. Maar de Kluyver heeft een geheel andere aanpak en plaatst de poolreizigers, de ontdekkers, de waaghalzen en de bedriegers onder hen in een historisch kader. Zo kan het gebeuren dat de feitelijke reddingspoging van Sjef van Dongen en kapitein Sora pas halverwege het boek aan de orde komt.

Op dat moment hebben we uitvoerig de geschiedenis van de Nederlandse kolonie op Spitsbergen voorgeschoteld gekregen en lees ik op een gegeven moment zelfs hoe James Sligo Jameson in Congo een elfjarig meisje kocht om het aan kannibalen te verkopen om vervolgens te kunnen schetsen hoe het kind werd gedood, gekookt en gegeten. James Sligo Jameson? Van de whiskey (let op de -e-)? Jazeker, dezelfde en zo moet ik me in dit tijdperk van het wokeisme plots afvragen of ik die whiskey nog wel drinken mag, nu de aartsvader van het merk zich liet verleiden tot zulk een afschuwwekkend gedrag!

Fluks richt ik me op weer andere details zoals het gegeven dat Hermann Goering een Luftwaffenpilot was en dat ook Belito Mussolini wist hoe hij een stuurknuppel moest bedienen. De Kluijver:”Luchtvaart en fascisme raakten in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw nauw met elkaar verbonden”.

Nobile wordt uiteindelijk gered, maar niet door van Dongen en Sora. De Noren moesten niets van de Italiaan hebben. Die had hun nationale trots gekrenkt door Amundsen af te troeven. Amundsen deed ook zijn uiterste best de Italianen in een kwaad daglicht te stellen en had al eens gezegd dat dat half-tropische ras niet geschikt was voor poolreizen. Amundsen zou bij een poging de gestrande Nobile te vinden in zee storten en nooit meer gevonden worden. Dat Nobile zich als eerste naar de bewoonde wereld liet vliegen werd hem ook niet in dank afgenomen, ook al had hij een gebroken arm en been. Hij werd internationaal als een lafaard en deserteur beschouwd.

Van Dongen en Sora daarentegen worden wel als helden onthaald, ze hadden een onmogelijk geachte tocht ondernomen. Van Dongen sprak zijn talen en genoot van zijn rol als poolreiziger en verslaggever. De internationale pers wist hem snel te vinden, tot ergernis van Sora die alleen Italiaans sprak. We schrijven 1928 en van Dongen werd een grote internationale held. Ondertussen distantieerde de Italiaanse regering zich van Nobile, hij had de fascisten behoorlijk teleurgesteld. Hij raakte alles kwijt en zou pas na de Tweede Wereldoorlog gerehabiliteerd worden.

Het aardige aan deze goed vertelde geschiedenis van Sjef van Dongen is dat van Dongen het heldendom nooit zocht of nastreefde. Hij zat toevallig op Spitsbergen en had liefhebberij gekregen in sledehonden. Toen Nobile zoek raakte had hij de drieste moed er met twee buitenlanders op uit te trekken om de Italiaanse generaal op te sporen. Een geschiedenis die kennelijk bij iedereen in goede aarde viel. De samenleving snakte naar helden en Sjef van Dongen liet het zich gretig aanleunen. Als poolreiziger op Spitsbergen mocht hij zich sowieso in een status aparte verheugen.

Opmerkelijk is dat medereiziger en -redder kapitein Sora zich nadien niets zou aantrekken van de ongeschreven regel dat meningsverschillen nooit prijsgegeven behoorden te worden. Integendeel, Sora deed zijn uiterste best de prestaties van van Dongen en medereiziger Ludwig Varning uit Denemarken te kleineren om vervolgens zichzelf op de opgeblazen borst te kloppen. En het moet gezegd, aan zulke kleingeestigheid heeft van Dongen zich nooit bezondigd. Overigens heeft Sora zich in een brief aan van Dongen verontschuldigd voor zijn negatieve uitlatingen aan diens adres. Het zou te wijten zijn aan “slordigheden van een journalist“.

De Kluyver laat zien dat zowel van Dongen als Sora geregeld een loopje met de werkelijkheid maakte als de vastlegging van feiten in een boek wat meer dramatiek vroegen. Overigens, het was vooral de wijze waarop de mannen met de sledehonden waren omgegaan die tot veel commotie en verontwaardiging bij pers en publiek leidde.

Interessant is ook de rol die de priester en latere fascist Wouter Lutkie in het leven van Sjef van Dongen zou spelen. Voor Lutkie was democratie niets anders dan een verafgoding van het getal. Lutkie, door de Kluyver een aartsintrigant genoemd, was volledig in de ban van Mussolini. In zijn fascisme was hij enkel georiënteerd op de Latijnse versie daarvan. Van de Germaanse variant en Hitler moest Lutkie niets hebben. In 1933 meldde ook Sjef van Dongen zich als lid van de ANFB, de Algemene Nederlandse Fascisten Bond. Hoe men ook over de fascisten van Romeinse snit mag denken, van racisme en antisemitisme moesten ze niets hebben! Dit gezegd zijnde, toen de ANFB een spoedige dood stierf vonden nogal wat leden wel degelijk hun weg naar de NSB.

Ondanks zijn fascismeverleden (in 1934 meldde hij zich af als lid van de ANFB) zou van Dongen in de Tweede Wereldoorlog in het verzet dienen, ook al was zijn uiteindelijke bijdrage daaraan bescheidener dan hij zelf voorgaf. Meer dan wat hand- en spandiensten heeft hij nooit verricht. Wel vroeg hij na de bevrijding bij het Militair Gezag een onderscheiding aan voor zijn verzetswerk waarbij hij zijn eigen verdiensten behoorlijk opklopte. Die onderscheiding werd hem nimmer verleend. In plaats daarvan werd van Dongen benoemd tot burgemeester van Aardenburg. Dat dan weer wel. En even later ook nog van Oostburg, een heuse dubbelfunctie. Op zijn cv vermelde onze poolheld dat hij de HBS met succes had afgerond. In werkelijkheid verliet hij de school toen hij in de tweede klas zat. Overigens verwierf van Dongen als snel landelijke bekendheid als krachtdadig bestuurder met name vanwege de snelle herbouw van Aardenburg. Hij werd lid van de KVP en belandde in 1956 in de Tweede Kamer. Onze held overleed op 66-jarige leeftijd in 1973.

Deze petit histoire werd uitstekend gedocumenteerd en goed geschreven te boek gesteld door Adwin de Kluyver. Een voetnoot in de vaderlandse geschiedenis maar de moeite waard en sympathiek. Zoals ook de held van deze petit histoire sympathiek blijft, ondanks enkele minder fraaie karaktertrekken. Maar het zijn juist die volstrekt menselijke tekortkomingen die van hem een echt mens maken, daardoor komt hij tot leven. Een hagiografie zou beslist ongeloofwaardig zijn geweest.

Een mooi boek, een prachtig avontuur, een boeiend leven.

Enno Nuy
Februari 2022