Kershaw, Ian – Tot de laatste man

Spectrum,595 pagina´s

 

De vraag waarom de Duitsers er tegen het einde van de oorlog niet de brui aan gaven – de strijd was immers onmiskenbaar verloren – blijft intrigeren. Met de aanstormende vijand in zicht, bleven de Duitsers strijden, moorden, dodenmarsen uitvoeren, nieuwe steeds jongere rekruten waaronder vrouwen aanvoeren om de strijd voor t te zetten. In Tot de laatste man gaat Ian Kershaw in op deze laatste fase van de Tweede Wereldoorlog. En meteen aan het begin van zijn omvangrijke werk stelt hij vast dat de naziterreur en de aanhoudende steun vanuit de bevolking niet voldoende verklaring bieden voor de niet aflatende strijd(lust) van het Duitse leger en het Duitse volk.

Na de vernietigende nederlaag bij Stalingrad boette Hitler enorm aan populariteit in maar onder het Duitse volk bleef het gevoel overheersen dat er zonder Hitler geen toekomst was. Tot in juli 1944 overheerste de gedachte dat er alsnog winst uit de oorlog te behalen viel. In die maand probeerde de groep rond Stauffenberg Hitler met een bom uit de weg te ruimen. Die poging mislukte jammerlijk. Aan het einde van zijn boek rekent Kershaw ons voor dat indien die poging wel zou zijn geslaagd en de Duitsers op dat moment de oorlog hadden beëindigd, rum 50% van de Duitse slachtoffers van de oorlog (soldaten en burgers) zouden zijn gespaard. Maar Hitler overleefde de aanslag die tot een opleving van zijn populariteit leidde. Ook de positie van Himmler, Goebels, Bormann en Speer werd door de mislukte aanslag verstevigd, zij het dat zij zichzelf volledig ondergeschikt hadden gemaakt aan het opperbevel van Hitler. Niettemin ontmantelden deze vier de centrale regering en maakten zodoende de greep van de partij op de bevolking en het leger volkomen en volledig. Het behoeft geen nader betoog dat de aanslag ook leidde tot enorme zuiveringen in de gelederen van het leger en de Wehrmacht en daarmee tot een versterking van de (positie van de) nazi ideologie onder de troepen.

Toen de geallieerden in het Westen en de Russen in het Oosten optrokken tegen het Derde Rijk, nam het defaitisme onder de troepen aanzienlijk toe en kwam desertie in steeds grotere getale voor. De partij besloot deze ongewenste verschijnselen tegemoet te treden met standrecht waarbij duizenden militairen het leven lieten. Desondanks bleef het pro-nazi geluid onder de militairen in ruime mate aanwezig. Iedereen die na 1933 was geboren had een nadrukkelijke nazi opvoeding gehad en die was zeer van invloed op het gevechtsmoreel van de Wehrmacht.

Bovendien waren de Duitsers ongelooflijk bang voor de aanstormende Russen, bleven zij tot het laatst overtuigd van de rechtvaardigheid van de Duitse zaak en koesterden zij hun toewijding aan Hitler. DE angst voor de Russen was zo groot dat de Duitse bevolking de orders van de regering inclusief der Arbeitseinsatz klakkeloos accepteerden. Daarnaast heersten er onder de Duitse bevolking ook revanchistische gevoelens die voortkwamen, zeker in die regio’s die grensconflicten kenden, uit de Eerste Wereldoorlog.

De volstrekte macht van de partij over de Duitse samenleving kwam tot stand en uitdrukking via 42 Gauen (regio’s), 808 districten, 28.376 lokale groeperingen en 397.040 zogenaamde blokken. In juli 1944 waren er 40.000 mannen en 140.000 vrouwen actief in dienst van de partij en zij vormden een belangrijk instrument in de totale controle van de samenleving. In diezelfde periode werd de Volkssturm opgericht die semimilitaire taken moest uitvoeren en later ook werd ingezet als aanvulling op het leger dat steeds meer manschappen tekort kwam. Met de Volkssturm nam ook de terreur tegen de eigen bevolking toe. En uiteraard waren niet alleen Duitse burgers maar zeker ook Duitse soldaten bang in handen van de Russen te vallen. Zij wisten immers donders goed aan welke misdaden zij zichzelf hadden schuldig gemaakt en realiseerden zich dat zij van Iwan weinig goeds konden verwachten. Dit leidde overigens wel tot een fundamenteel verschil in karakter van de oorlog in het Oosten ten opzichte van die in het Westen.

In de loop van 1944 namen de successen van de geallieerde troepen in het Westen en van de Russische troepen in het Oosten hand over hand toe. Ook al ontstond er een toenemende oorlogsmoeheid, de discipline op de militaire werkvloer bleef, al dan niet aangespoord door terreur en standrecht, intact. En zeker bij de legerleiding bleven het vertrouwen in Hitler onbeschadigd, ondanks de onmiskenbare verliezen onder de Duitse troepen. Terreur en standrecht namen halsoverkop toe, zeker vanaf januari 1945. Zowel tegen de eigen bevolking alsook tegen de meer dan l miljoen buitenlandse arbeiders die in Duitsland tewerk waren gesteld en die met de grootst mogelijke achterdocht werden bejegend. Het gevoel ontstond dat die buitenlandse werkkrachten een Paard van Troje vormden. Velen van hen lieten in deze maanden dan ook het leven.

En hetzelfde lot wachtte de gevangenen die voortdurend in dodenmarsen de weg op werden gestuurd. De infrastructuur werd steeds meer vernietigd en dus werden de gevangen tijdens die wintermaanden gedwongen zich te voet naar nieuwe onderkomens te begeven. Kosten wat het kost moest voorkomen worden dat ij in handen van de bezetters zouden vallen en tegen hun overheersers zouden kunnen getuigen. Het tij was natuurlijk niet te keren en de Duitse bevolking voelde aan dat een apocalyptisch einde onvermijdelijk was. De propaganda van Goebels was steeds minder effectief. Daarnaast had Hitler zijn tactiek van de verschroeide aarde op zijn onderdanen losgelaten. Ook Hitler zag aankomen dat zijn droom niet zou worden verwezenlijkt en had zichzelf ervan overtuigd dat het Duitse Volk hem niet waard was gebleken.: “Als de oorlog verloren is, dan is ook het volk verloren”. En de Duitsers zelf hadden in grote getalen een voorkeur voor een verschrikkelijk einde boven een eindeloze verschrikking. Ook in die laatste maanden en weken van de oorlog bleef de partij oppermachtig maar verzandde tegelijkertijd in een verstikkende bureaucratie, waarin niemand meer naar niemand luisterde en iedereen bang was.

Net als Kershaw’s tweedelige biografie van Hitler is ook dit werk schokkend om te lezen. Men kan zich nauwelijks een beeld vormen van de wijze waarop de Duitsers, tot de vijand in zicht kwam, doorgingen met dodenmarsen, standrecht, terreur en wraak tegen joden, politieke gevangenen, buitenlandse werkkrachten, spijtoptanten en eigen burgers. Ook nadat Hitler zelfmoord pleegde, werden de schermutselingen en gevechten niet beëindigd. Veel generaals hoopten dat ze met de geallieerden een deal konden sluiten om gezamenlijk de Russen terug te drijven. Bizar en gespeend van ieder realiteitsbesef natuurlijk. Het einde overspoelde de Duitsers in een steeds hoger tempo. Behalve Hitler, Eva Braun, Goebbels en zijn vrouw, pleegden ook Bormann, Himmler, Ley en Göring zelfmoord. En met hen nog eens 8 van de 41 Gauleiter, 7 van de 47 hogere SS en politiemensen, 53 van de 554 legergeneraals, 14 van de 98 Luftwaffe generaals en 11 van de 53 admiraals. Maar ook honderden en honderden gewone Duitse burgers beroofden zichzelf van het leven.

Kershaw beschrijft hoezeer ook de Duitse burgers en soldaten in deze allerlaatste fase van die verschrikkelijke oorlog slachtoffers werden. Dat gevoel van slachtofferschap zou nog lang overheersen onder de Duitse bevolking en dat ontnam hen het zicht op de schanddaden die zijzelf hadden gedoogd, toegejuicht, waaraan zij zelf hadden deelgenomen. Zelfreflectie bleek een moeizame deugd. Kershaw vat het geheel samen in de laatste twee zinnen van dit magistrale werk: “Hitlers massale charismatische aantrekkingskracht was allang verdwenen, maar de structuren en de mentaliteit van zijn charismatische bewind bleven tot aan zijn dood in de bunker bestaan. De dominante elites, hoe verdeeld ze ook waren, bezaten niet de collectieve wil noch het machtsmechanisme om te voorkomen dat Hitler Duitsland naar de totale vernietiging voerde”.

Kortom, een indrukwekkend boek van een van de grote hedendaagse experts in de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Ik las dit boek in een vertaling van Ronald Kuil en Tiny Mulder. Helaas hebben zij een ongelooflijke wanprestatie geleverd. Zelden heb ik een zo rammelende vertaling gelezen. Niet alleen is er veelvuldig slecht uit het Engels vertaald, nog veel talrijker zijn de taal- en stijlfouten die dit boek in ernstige mate ontsieren. Kershaw had een beter lot verdiend en het is onbegrijpelijk dat Uitgeverij Spectrum deze vertaling heeft uitgebracht.

Desondanks is het boek onmisbaar voor wie probeert te doorgronden wat de Duitsers destijds in vredesnaam heeft bewogen.

 

 

Enno Nuy

September 2012