Grossman, Vasili – Leven en lot

image_pdfDit artikel downloadenimage_printDit artikel uitprinten

Uitgeverij Balans, 959 pagina’s

In 1960 werd het manuscript van een van de grote meesterwerken der moderne literatuur door de KGB in beslag genomen. Pas 20 jaar later kon een kopie van het manuscript naar het westen worden gesmokkeld en inmiddels geldt Grossman wereldwijd, ook in Rusland als een groot schrijver. In Leven en lot beschrijft hij de wederwaardigheden van een drietal families met wie alle andere personages in het boek op een of andere manier wel in verband staan, wederwaardigheden tegen de achtergrond van Stalingrad en het naoorlogse stalinisme. Een verbijsterende kroniek van een land waar het altijd lijkt te regenen, waar het leven van gewone mensen altijd overschaduwd lijkt dor de almachtige staat, waar geen sprake lijkt te zijn van enige vrijheid van het individu dat mag denken wat hij wil maar het niet in zijn hoofd moet halen die gedachten ook uit te spreken.

Sommige anekdotes zijn hilarisch, sommige larmoyant, sommige petit histoires zijn ontroerend maar altijd weer is er die slagschaduw van de meedogenloze staat. Een van de opmerkelijkste kenmerken van de menselijke natuur die in die tijd aan het licht traden – schrijft Grossman – bleek de volgzaamheid. “Het kwam voor dat er enorme rijen ontstonden bij de plaatsen van executie en dat de slachtoffers zelf toezagen op de goede orde in hun rij. (—) Wat zegt dat? Is het een nieuwe kant van de menselijke natuur, die plotseling aan de oppervlakte kwam? Nee, die volgzaamheid zegt iets over de uitwerking op mensen van een nieuwe, verschrikkelijke kracht. De terreur van totalitaire systemen bleek in staat om op hele continenten de menselijke geest te verlammen. (—) Het geweld uitgeoefend door een totalitaire staat is niet langer een middel; het wordt voorwerp van een mystieke, religieuze verering en geestdrift. Hoe valt anders uit te leggen dat sommige weldenkende, intelligente Joden de moord p de Joden noodzakelijk achtten voor het geluk van de mensheid?”

“Als een mens zijn ziel in dienst stelt van het fascisme, verklaart hij een verderfelijke, onheil brengende slavernij tot het enige, hoogste goed. Hij geeft zijn menselijke gevoelens niet op, maar verklaart de misdaden begaan door het fascisme tot humane daden op een hoger niveau; hij stemt in met een tweedeling tussen zuivere, waardige mensen en onzuivere, het leven onwaardige mensen”. Als de mens zijn vrijheidsdrang verliest, schrijft Grossman, dan zal de totalitaire staat de eeuwige triomf behalen. De naziterreur was nog niet verslagen of het perverse Stalinisme deed zich gelden in het grote Sovjet-rijk. Maar, zegt Grossman, een mens wordt geleid door het lot, maar hij volgt omdat hij dat wil, hij is vrij om te weigeren. Het lot maakt een mens tot een werktuig van destructieve krachten, maar zelf weet hij dat hij daarbij wint en daarom volgt hij. Het meedogenloze lot en de mens hebben verschillende doelen, maar hun weg is dezelfde.

Droevig stemmend is het tableau waarin de wetenschapper Strum onder druk wordt gezet om zijn theoretische konklusies te heroverwegen aangezien ze niet in overeenstemming zouden zijn met de materialistische, ofwel Leninistische visie op de aard van de materie. In eerste instantie weigert Strum hieraan mee te werken en hij verdedigt zich door te stellen dat de logica van wiskundige afleidingen superieur was aan die van Engels en Lenin en dat benepen praktijkgerichtheid de wetenschap te gronde zou richten, wie de pleitbezorgers ervan ook waren, ‘al was het de Here God zelf’. Maar ook Strum dreigt te bezwijken onder de sociale druk tot hij door Stalin zelf gered wordt, als de laatste zich realiseert dat je mensen misschien nog wel kunt manipuleren maar dat you can’t fuck physics. Prachtige scene.

In deze magistrale roman van Grossman zijn het de individuele karakters die schoonheid in het leven brengen. Grossman houdt van mensen, zelfs van hen die tragischerwijs de verkeerde keuzes maken. En hoe actueel zijn roman is en blijft, moge blijken uit het feit dat juist in deze dagen de journalist Peter d’Hamecourt voor de radio nog eens de parallel schetst van het Rusland van Poetin met het Rusland van Stalin. Het geweld is niet langer gericht tegen de mensenmassa’s maar spitst zich toe op de moedige journalisten die de onafhankelijke berichtgeving proberen te redden. De macht van de totalitaire staat is niet geringer geworden, hoogstens gaat zij verscholen achter een dun vernislaagje dat democratie heet.

Enno Nuy
Oktober 2010

2018-11-02T11:55:52+00:00