Driessen, Michael – Rivieren

Van Oorschot, 139 pagina´s

 

Dit boek verscheen voor het eerst in 2016 en was me geheel ontgaan. De schrijver kende ik niet maar werd genoemd in het onvolprezen De Rijn van Martin Hendriksma. Reden genoeg om dit Rivieren eens te lezen. Het boek bevat een drietal novellen die stuk voor stuk zeer leesbaar bleken. Driessen kan schrijven, dat is zeker en toch valt hij mij niet meteen op door een specifieke stijl of taalgebruik. Maar hij schrijft wel zodanig dat je aandacht gedurende de novelle vastgehouden wordt, je blijft voortdurend nieuwsgierig naar de afloop van de geschiedenis.

In alle drie de novellen speelt een rivier of beek de hoofdrol. In het eerste verhaal Fleuve Sauvage speelt de rivier zelfs een beslissende rol en is zelfs van directe invloed op de loop van een onfortuinlijke geschiedenis, ofschoon het wat minder geloofwaardig is dat een in de rivier gesmeten whiskyfles tot tweemaal toe weer in de handen van de hoofdpersoon terecht komt. Maar het is een goed geschreven verhaal.

Het tweede verhaal De reis naar de maan beviel mij het meest. Het vertelt de geschiedenis van twee mannen in de wereld van de vlotvaart: boomstammen worden de rivier in gedreven en daar samengevlochten tot enorme vlotten om vervolgens via het water naar de eindgebruiker te worden vervoerd. Een prachtig verhaal van twee mannen die de kunst van het converseren niet bepaald machtig waren. Maar juist dat gegeven speelt in cruciale rol in de novelle. Twee mannen die elkaar na aan het hart lagen en toch mijlenver van elkaar leefden, geen weet hadden van wat de ander bezielde of bezighield. Ik vraag me af waar de schrijver research heeft gedaan naar deze wereld van de vlotvaart. Hij beschrijft die wereld alsof hij hem van dichtbij meemaakte.

De derde novelle Pierre en Adèle is al evenzeer een prachtig en in zekere zin ontroerend verhaal. Het beschrijft een generaties oude vete tussen twee families over een stuk land in een dal dat doormidden wordt gesneden door een beek die daar als sinds het begin der tijden stroomt en ofschoon er gemiddeld genomen weinig aan de twee stukken land verandert, is de elk seizoen iets anders stromende beek een eindeloze aanleiding tot gemekker en geruzie. Een slimme notaris bedenkt een ultieme oplossing voor dit zinloze conflict, dat alleen maar verliezers oplevert maar dan grijpt het noodlot in. Het verhaal eindigt in een kolkende apotheose.

Ik ben niet zo’n  liefhebber van fictie en lees dit soort boeken vooral wanneer ik ze in een ander verband tegenkom, zoals nu ook het geval was met De Rijn van Hendriksma. Misschien moet ik een volgend boek van Driessen toch ook maar lezen.

 

Enno Nuy

september 2018