Dikötter, Frank – Mao’s massamoord

Spectrum, 401 pagina´s

 

Frank Dikötter schreef een buitengewoon goed gedocumenteerd verslag van de grote hongersnood in de jaren 1958 tot 1962, een direct gevolg van De Grote Sprong Voorwaarts van Mao. Een verbijsterend boek waarvan je bij ieder hoofdstuk denkt het dieptepunt van onkunde, willekeur en minachting voor het individu wel gehad te hebben. Maar het kan telkens erger, treuriger, onthutstender. Fascinerend om te lezen hoe Mao erin slaagde zich een onaantastbare positie te verwerven, hoe Zhou En Lai permanent werd vernederd (zich permanent liet vernederen), hoe Deng Xiaoping de wrede handlanger van Mao was en herhaaldelijk grote zuiveringen onder partijgelederen uitvoerde. Luguber om te lezen dat de killing fields al in 1957 bestonden, niet het strijdtoneel van de Rode Khmer in Cambodia, maar dat van Mao in China. Prachtig om te lezen hoe Mao en Chroetsjov met elkaar omgingen. Tijdens deze hongersnood kwamen tenminste 45 miljoen mensen nodeloos om, terwijl ook nog eens 6 tot 10% van de slachtoffers dood werd gemarteld of zonder vorm van proces werd gedood, ongeveer tweeëneenhalf miljoen mensen. Het beleid van Mao leidde tot de grootste vernietiging van eigendom ooit, de bommencampagnes van de Tweede Wereldoorlog verre overtreffend! Na lezing van dit boek kun je nauwelijks anders dan Mao scharen onder één lugubere noemer samen met Hitler en Stalin.

De grootste oorzaak van de hongersnood lag in de combinatie van planeconomie en falend bestuur. Door de planeconomie was de import veel groter dan export. De export werd vervolgens zodanig gestimuleerd dat er goederen en levensmiddelen zelfs ver onder de kostprijs naar het buitenland verdwenen. Tegelijkertijd was China niet kapitaalkrachtig genoeg om import te financieren en dus werd er vooral barter trade bedreven, waarbij vooral voedsel als betaalmiddel werd ingezet.  De druk op het platteland nam hierdoor sterk toe. De Chinezen leden honger omdat het geproduceerde voedsel in belangrijke mate naar het buitenland ging, waardoor de boeren geen inkomsten genoten. Ook werd enorm veel geëxporteerd alleen maar om een aantrekkelijke positie in te kunnen nemen in allerlei statistieken van de grootste exportnaties. Naam en faam waren belangrijker dan voldoende voedsel voor de eigen bevolking. Terwijl de bevolking steeds meer honger leed en miljoenen burgers omkwamen, werden in de partij massale zuiveringen doorgevoerd  om iedereen die de werkelijkheid niet aan de wens wilde aanpassen te laten verdwijnen. Tegelijkertijd werd de relatie met Moskou beëindigd en ondanks het feit dat de bevolking  wegteerde, besloten de Chinezen tot versnelde aflossing van de bij de Russen uitstaande leningen. Dat terwijl de Russen niet eens gevraagd hadden om versnelde aflossing. Maar Mao wist wel raad met deze ogenschijnlijke dwaasheid. Hij verkondigde simpelweg dat de hongersnood zoveel slachtoffers eiste omdat de Russen  China een versnelde aflossing hadden opgelegd. En er werden ook talloze natuurrampen verzonnen die het Chinese volk in ellende zouden hebben gedompeld.

Onthutsend is het hoofdstuk over de industrie waarin Dikötter laat zien dat alles, vooral ook productiekosten en kwaliteit, ondergeschikt was aan het ultieme doel: verhoging van de productie. Voor Mao bestonden ondeugdelijke producten eenvoudigweg niet. En de werk- en leefomstandigheden van de arbeiders waren volstrekt deplorabel. Hoe mensonterend hun omstandigheden ook waren, de boeren hadden het nóg slechter. Het behoeft weinig betoog dat de algehele situatie in de handel, de huisvesting en milieubeheer hetzelfde beeld liet zien. Het absolute dieptepunt van onverantwoord gedrag was wel het vangen van vis en gevogelte met behulp van gevaarlijk chemisch afval, in tijden van grote voedselschaarste. En natuurlijk kende ook China als eenpartijstaat haar nomenklatoera met tal van ronduit walgelijke privileges voor de partijleden en nog meer privileges voor de partijbonzen. Berucht is ook de mussencampagne: mussen werden verjaagd en gedood omdat ze landbouwzaden opaten. Maar het directe gevolg waren grote insectenplagen omdat een van hun belangrijke natuurlijke vijand uit de weg was geruimd. Die insecten vraten grote delen van de oogsten op en werden vervolgens bestreden met pesticiden! Het is werkelijk onvoorstelbaar om te lezen en je vraagt je af hoe de Chinezen er ondanks al deze schrijnende onkunde en onvermogen in geslaagd zijn iets van een systeem, hoe rudimentair ook, overeind te houden.

In aparte hoofdstukken beschrijft Dikötter de omstandigheden waarin kinderen, vrouwen en bejaarden leefden ten tijde van de grote hongersnood. Hemeltergende geschiedenissen. Evenals de hoofdstukken waarin hij beschrijft hoe mensen om het leven kwamen, als ze niet als direct gevolg van de honger overleden: ongelukken, ziektes, de goelag, geweld. De gruwelplekken worden gedetailleerd beschreven en het absolute dieptepunt in menselijk gedrag vormen de registraties van necrofagie en kannibalisme. Dikötter maakt aannemelijk dat het aantal voortijdige doden op tenminste 45 miljoen moet worden geraamd. De Culturele Revolutie, waarin Mao zich zou wreken op al zijn politieke tegenstanders moest toen nog beginnen. Frank Dikötter schreef een even geweldig als onthutsend boek. De volledige waarheid is hiermee nog niet onthuld want vele archieven blijven nog decennia gesloten. Maar de waarheid zoals die in dit boek tot ons komt is al nauwelijks te bevatten. Je kunt je ook niet meer voorstellen dat er rond China destijds hier in het Westen allerlei romantische en geromantiseerde voorstellingen en beelden leefden. Door met name jonge studenten van de generatie ’68 werd de charismatische Mao als een held gezien. Nu weten we beter en Dikötter heeft de werkelijkheid van toen nauwgezet gedocumenteerd en beschreven.

Tot slot, de vertaling van dit boek door Tiny Mulder en Ronald Kuil. Om te beginnen de titel van dit boek. Frank Dikötter publiceerde zijn boek onder de titel Mao’s great famine. The history of China’s most devastating catastrophe, 1958-62. De vertalers kozen ervoor de term ‘hongersnood’ te vervangen door ‘massamoord’. Ik begrijp niet goed waarom.  In de titel van de auteur ligt de directe relatie tussen de hongersnood en de figuur van Mao al opgesloten.  In de door de vertalers gehanteerde titel is sprake van directe, geplande genocide. Maar dat is niet het geval. De massale sterfte onder de Chinezen was het directe gevolg van een dodelijke combinatie van persoonlijkheidscultus, planeconomie, minachting voor het individu en onthutsend onvermogen. Natuurlijk is Mao hiervoor direct verantwoordelijk te houden met in zijn kielzog al die partijbonzen die niet de moed hadden in opstand te komen. Afin, ik zie niet in waarom de titel van Frank Dikötter niet rechtstreeks vertaald had kunnen worden.

Maar helaas staan in deze vertaling vele slordigheden en lelijk Nederlands, waarvan ik er hier slechts een paar opsom.

…maar hij had niemand om zich voor steun tot te wenden. (28)

Hij was de man die door te vechten de Verenigde Staten hadden klemgezet. (30)

Mao wist de verantwoordelijkheid voor de chaos af te schepen naar de lokale partijfunctionarissen. ‘Afschepen’ wordt hier  gebruikt in de betekenis van ‘afwentelen’ maar die betekenis heeft het woord helemaal niet. (113)

Beiden zaten ver beneden peil. Dat is toch een wat merkwaardige formulering om aan te geven dat hun inschattingen niet overeenstemden met de werkelijkheid. (119)

Het gematigde klimaat biedt het hoognodige respijt in de verstikkende zomerhitte. Ik weet niet wat er in het Engels staat maar ‘respijt’ is hier zeker niet op zijn plaats. (120)

Alle inspanningen moesten worden getroost om de schuld aan de USSR te voldoen. (136)

In tegendeel in plaats van: integendeel (137)

omdat de delegatie was teruggeschrokken van een tekort op de handelsbalans (143)

handvaten in plaats van handvatten(178)

 

 

Enno Nuy