Dawkins, Richard – De betoverende werkelijkheid

Nieuw Amsterdam,266 pagina´s

 

 

In De betoverende werkelijkheid gaat Dawkins in op een aantal fenomenen die we allemaal kennen en doorgaans voor lief nemen. Er is dag en nacht, er zijn hemellichamen, er is de regenboog, aardbevingen en wat al niet meer. Sommigen hebben geen flauwe notie waar deze verschijnselen allemaal vandaan komen en hebben daar ook geen belangstelling voor. Zij nemen graag genoegen met de mythes en sprookjes. Voor wie toch verder wil graven vertelt Dawkins na de mythes wat er nu écht aan de hand is met dag en nacht, de hemellichamen en de regenboog. En zo verhaalt hij van werkelijkheid en magie, van evolutie als verandering in de genenvoorraad. Hij vertelt over hoe talen uit elkaar groeien, met als soorten en leden van populaties. En hoe fysieke barrières zoals bergen, rivieren, zeeën daarbij een grote rol spelen. Natuurlijke selectie, de grote ontdekking van Darwin, leert ons dat de evolutie gestuurd wordt door overlevingsdrang. Een gen is een goede overlever wanneer het bijdraagt aan het vermogen van het lichaam waarin het zich bevindt om te overleven, zich voort te planten.

Hij vertelt over atomen, moleculen, vaste stof, vloeistof en gas. Als je een atoom verder opdeelt, is het kleinere deel niet meer hetzelfde element. Het aantal protonen en elektronen bepalen immers de soort. Als je een atoom verder opdeelt, sleutel je aan het aantal elektronen en dus aan het bepalende karakter van zo’n deeltje. Atomen bestaan uit een kern met eromheen zoevende elektronen. De afstand tussen afzonderlijke kernen is zo groot (op de schaal van een kern als voetbal, bevindt de volgende voetbal zich op 15 km afstand!) dat de hardste materie in feite bestaat uit leegte. En toch kun je niet door een muur heen lopen, ondanks de leegte voelt die materie toch als hard en ondoordringbaar aan. Dat komt doordat de kernen door verschillende krachten op hun plaats worden gehouden. En dan gaan we verder de diepte in de neutronen en isotopen doen hun intrede. En tot slot de onbegrijpelijke quarks.

Er bestaan geen mythen over het niet waarneembare, en eigenlijk is dat logisch. We hebben het hier over dat deel van onze wereld dat ten tijde van het ontstaan van de mythes niet gekend was. Er bestaan dus geen mythische verklaringen voor het atoom of de stofmijt, die zijn immers niet zichtbaar en toch bestaat die stofmijt uit meer dan 100 triljoen atomen en de cellen waaruit  ze bestaan zijn nog kleiner en de bacteriën die in die cellen leven zijn nóg weer kleiner! Wel mythes over de zon, uiteraard. En Dawkins zou Dawkins niet zijn als hij hier fijntjes nog even verhaalt hoe God op de vierde dag de zon schiep, nadat hij op de eerste dag al het Licht had geschapen. De Heer kende zijn eigen schepping dus niet al te best.

Over het waarom van dag en nacht. Hierover zij uiteraard veel mythes ontstaan. Op de evenaar is de omloopsnelheid van de aarde om haar as zelf 1600 km per uur! En nog steeds schijnt niet iedereen te weten dat een jaar de tijdspanne is die de aarde nodig heeft om haar baan rond de zon te doorlopen. Over het verschil tussen massa en gewicht. Een kanonskogel en een pingpongballetje wegen in een rond de aarde draaiend ruimteschip allebei nul maar de massa van de kogel blijft vele malen groter dan die van de pingpongbal. En een stuiter van de kogel in datzelfde ruimteschip zou buitengewoon pijnlijk zijn zoals die kogel op diezelfde plek ook niet eenvoudig van zijn plaats te brengen is.

Ook het bestaan van de seizoenen wordt helder verklaard. Zij zijn geen gevolg van de afstand van de aarde tot de zon maar van de scheef hangende as van de aarde en de hoek waaronder zonlicht het aardoppervlak bereikt. Over het ontstaan van sterren, onze zon, supernova´s en het ontstaan van ons heelal zelf. Op basis van de roodverschuiving heeft men kunnen vaststellen dat de melkwegstelsels steeds verder van elkaar verwijderd raken, met een snelheid van honderden miljoenen kilometers per uur. Op basis van dit fenomeen kun je ook gaan terugrekenen naar het moment waarop de oerknal zich moet hebben voorgedaan. Aldus is berekend dat ons heelal (misschien zijn er nog veel meer maar dat kunnen we niet meten of waarnemen) zo’n dertien tot veertien miljard jaar oud moet zijn. Die roodverschuiving (het kleurenspectrum van alle elementen) is waar te nemen met een spectroscoop, waarmee je per element als het ware de daarbij behorende regenboog kunt laten zien en waardoor je in staat bent tal van waarnemingen en metingen te doen. Van de mythe van de regenboog naar de oerknal.

In dit boek geen wetenschappelijke ontdekkingen of onthullingen van zaken die we nog niet wisten. Maar Dawkins weet op een buitengewoon boeiende en aanstekelijke manier al die “grote” fenomen van ons universum te verklaren, zoals Kris Verburgh dat al eerder deed in Schitterend! en Fantastisch! Maar dit boek van Dawkins mag er zijn, geweldig geïllustreerd door Dave McKean. Het boek is vooral geschreven voor iedereen die graag wil weten hoe het nu werkelijk zit met al die dingen en voor iedereen die die verklaringen al wel ongeveer kende maar ze toch nog eens precies na wil lezen. Een perfect boek voor de komende zomer maar ook voor alle andere jaargetijden.

 

Enno Nuy

Juni 2012