Coulthard, Sally – Een kleine geschiedenis van de wereld aan de hand van schapen

image_pdfDit artikel downloadenimage_printDit artikel uitprinten

De vroegste voorouders van de schapen dateren van zo’n twintig miljoen jaar geleden en ongeveer 750.000 jaar geleden staken ze de Beringstraat over naar noordelijk Amerika. De schapen die wij hebben gedomesticeerd stammen af van de Aziatische moeflon. Zo’n elfduizend jaar geleden begonnen mensen zich te vestigen, landbouw te bedrijven en schapen te houden. En al snel werd het schaap het belangrijkste dier in die gemeenschappen, ook op het dagelijkse menu. Men veronderstelt dat mensen al gauw zagen dat ze hun gedomesticeerde honden goed konden gebruiken om schapen te houden. Al snel werden jonge dieren door mensenvrouwen gezoogd. Schapen bleken ideale dieren om te domesticeren. Ze voldeden aan alle zes criteria die evolutiefysioloog Jared Diamond had opgesteld: flexibel in het eten van voedsel, snel volgroeid raken, in staat zich voort te planten in gevangenschap, van nature dociel zijn, niet te paniekerig zijn en zich laten leiden. Daar komt bij dat schapen tamelijk honkvast zijn en het liefst in het gebied dat ze goed kennen blijven. Momenteel leven er circa een miljard schapen, verdeeld over duizend rassen op onze planeet. En ze komen werkelijk overal voor.

Schapen werden aanvankelijk gehouden voor hun vlees en melk. De oudste kaas is schapenkaas gevonden in Kroatië, zo’n zevenduizend jaar oud. Weven en verven van plantenvezels is ruim dertigduizend jaar oud. De vroegste wol is gevonden in Afghanistan en is vijfduizend jaar oud. Toen wol eenmaal ontdekt was werden levende schapen meer waard dan dode. Aanvankelijk werd de wol voornamelijk gebruikt om er vilt van te maken. De uitvinding van de schaar hebben we aan het schaap te danken. Het schaap dat niet meer spontaan ruide. Rond vijfhonderd vóór Christus komen we in een Babylonische tekst voor het eerst een metalen schaar tegen, voordien werden speciale stenen gebruikt. Het was een kwestie van tijd voordat de eerste scheermachine werd uitgevonden. De machines van Austin en Wolseley bleken het meest succesvol.

Interessant is het hoofdstuk over lactose. In culturen waar zuivelproducten werd aangewend voor voedsel, werd evolutionaire druk uitgeoefend op de leden van de groep, lactosetolerantie werd een duidelijk voordeel. Door melk te verteren kregen de leden van een samenleving vitamine D. De andere bron van deze vitamine is zonlicht. Van de Deense bevolking is twee procent lactose-intolerant, van de Zambianen honderd procent!

Het schaap is nadrukkelijk tot onze taal doorgedrongen. Er zijn talloze spreuken en gezegden waarin het schaap een rol speelt. De stiefmoederlijke positie van het zwarte schaap heeft er wellicht mee te maken dat zwarte wol veel moeilijker te verven is. Een zwart schaap in een verder witte kudde betekende simpelweg minder inkomsten.

Maar er zijn nog veel meer anekdotes, legenden en verhalen voorhanden. Coulthard laat er vele de revue passeren. Het zwarte schaap komt overal voor en kan zowel geluk als ongeluk brengen. Alleen in het land met de meeste schapen, China, komt het dier niet of nauwelijks terug in de taal. Daar zegt men: “Het paard dat de kudde in de problemen brengt”.

Grappig is ook dat in Aziatische culturen het schaap geassocieerd wordt met karaktertrekken die passen bij mensen die zichzelf wegcijferen en passief zijn, niet geschikt om leiding te geven. Terwijl de westerse variant Aries juist op impulsieve en rusteloze karakters duidt, geboren leiders met een ijzeren wil. Over de dierenriem weet Coulthard nog veel meer interessante details te vermelden. Ook opmerkelijk is dat als je verschillende rassen samen in een wei los laat, soortgenoten elkaar altijd zullen opzoeken.

Ofschoon we het niet zeker weten wijst alles erop dat de ontwikkeling van de schapenhouderij en de noodzaak voor de hulp van honden hand in hand gingen. Daarbij ging het om zowel herdershonden als waakhonden voor het vee. Zeer interessant is het hoofdstuk over drijverroutes overal ter wereld. Alleen al in Spanje ligt 125.000 km aan drijverspaden waar tussen de elfde en zeventiende eeuw zo’n vijf miljoen stuks vee per jaar werden gedreven.

Voor het zeil van een Vikingschip van dertig meter lang en met zestig bemanningsleden was de wol van 700 schapen benodigd! En voor het vervaardigen en verven van zo’n zeil was twintig maal meer tijd vereist dan de bouw van het schip vergde. De Vikingvloot moet rond het jaar 1050 ongeveer een miljoen vierkante meter zeil hebben gehad, waarvoor bijna twee miljoen vachten van schapen vereist waren. De Vikingen hadden niet eens genoeg grasland voor zoveel schapen, geen wonder dat ze Lebensraum elders moesten veroveren.

Ook interessant is het gegeven dat kunstenaars als Brunellesci, Donatello, Fra Angelico, Botticelli, Leonardo da Vinci, Machiavelli, Michelangelo en Galileo financieel werden ondersteund door de Medici die groot en puissant rijk waren geworden in de handel in wol.

Nog zo’n getal dat ik wel vaker ben tegengekomen: “De erfenis van de ‘enclosures’ (land dat onteigend werd door de landheren voor de schapenteelt) is nog altijd zichtbaar, want de helft van het grondgebied van Engeland is in het bezit van 25.000 landbezitters – minder dan een procent van de bevolking “. En na de Act of Union van 1707 werd ook bijna geheel Schotland door de landheren geconfiskeerd ten behoeve van de schapenteelt. Door middel van de zogeheten ‘clearances’ werd de plaatselijke bevolking meedogenloos verdreven, verbannen of simpelweg het land uitgegooid.

Op enig moment werkte een kwart van de Engelse bevolking in de textielindustrie en toen de mechanisatie voortschreed ontstond al snel een tekort aan arbeidskrachten. Eind achttiende begin negentiende eeuw kwam de kinderarbeid tot ontwikkeling. Coulthard schetst een schokkende en schaamteloze geschiedenis. Die kinderarbeid zou niet alleen in Engeland maar ook in Amerika tot ver in de negentiende eeuw staande praktijk blijven. Met textielstad Bradford als tragisch dieptepunt.

In het vermakelijke laatste hoofdstuk beschrijft Coulthard hoe van oudsher schapendarmen werden gebruikt om er condooms van te maken. De Romeinen bedienden zich daar al van. Het condoom speelde overigens geen enkele rol in zoiets als gezinsplanning maar werd vooral gebruikt ter bescherming tegen geslachtsziekten. Landen gaven elkaar de schuld van deze ziekten, de Engelsen noemden het de ‘Franse ziekte’, de Italianen de ‘Turkse ziekte’, de Fransen de ‘Italiaanse ziekte’, enzovoort.

En grappig is het verhaal van de eerste luchtreizigers: een haan, een eend en een schaap!

En wist u dat een schaap wel vijftig verschillende gezichten kan herkennen, ook nog na twee jaar? En net als mensen zien schapen liever een blij gezicht dan een triest gezicht, zo werd wetenschappelijk vastgesteld. Ook weten schapen een doolhof steeds sneller te doorkruisen en onthouden ze de snelste route. Een leek zal geen verschil tussen een apen- en een schapenbrein ontdekken en het leertempo van een schaap is vele malen hoger dan dat van een aap.

En het meest verheugende nieuws is wel dat in elke kudde van gedomesticeerde schapen ongeveer acht (!) procent van de rammen de voorkeur geeft aan mannelijk gezelschap, zelfs in de aanwezigheid van vruchtbare vrouwtjes! In veel gevallen wisselen dieren homo- en heteroseksueel gedrag af. Alleen de mens en het gedomesticeerde schaap hebben een permanente voorkeur. Overigens blijkt dat evolutionair voordelig omdat de zusjes van homoseksuele schapen meer nakomelingen dan gemiddeld blijken te krijgen. Mensen die menen dat homoseksualiteit tegennatuurlijk zou zijn, zouden eens wat vaker een boek moeten lezen.

Voorwaar, een voortreffelijke studie van deze Sally Coulthard (studeerde archeologie en antropologie aan de universiteit van Oxford) die die buitengewoon deskundig en goed gedocumenteerd haar enorme kennis van dit vakgebied etaleert en ons laat zien hoezeer onze geschiedenis is verweven met dat van het gedomesticeerde schaap. En goed geschreven bovendien. En gelukkig ook adequaat vertaald. Zij het dat ik deze zin op pagina 203 nou niet bepaald fraai vind: “nadat de Yorkistische Edward de Lancastrische Henry had verdreven”. Een prachtig boek kortom, dat ik u maar al te graag aanbeveel.

 

Enno Nuy
December 2021

2021-12-18T09:51:37+00:00