Bolano, Roberto – Het lichtende kwaad

vertaling Aline Glastra van Loon
Meulenhoff 2002 142 pagina’s

Bolano wordt gerekend tot de grootste hedendaagse Latijns-Amerikaanse schrijvers en wordt door gezaghebbende kranten all over the world aanbevolen. Om dat te kunnen beoordelen zal ik meer van hem moeten lezen maar dit boek heeft me in ieder geval tot verder lezen aangespoord!  Na het lezen, nu alweer enkele jaren geleden van Het feest van de Bok van Mario Vargas Llosa, begon ik met enige schroom en angst aan dit boek dat handelt over de zoektocht naar het ongrijpbare boze.  In de indrukwekkende roman van Vargas Llosa wordt in een van de laatste hoofdstukken het doodmartelen van een man beschreven en je moet werkelijk over sterke zenuwen beschikken wil je dat hoofdstuk zonder walging en ontzetting kunnen lezen. Zijn roman is een huiveringwekkende afschuwelijke geschiedenis en vanuit literair oogpunt bezien een onvergetelijk hoogtepunt in de wereldliteratuur. Maar ik moet bekennen na zoveel jaar nog regelmatig – en meestentijds in mijn toch al niet zo overvloedige slaap – overvallen te worden door de nachtmerrie van het kwaad zoals Vargas Llosa dat beschreef.

Oei, als dit boek van Bolano dan maar niet tot dezelfde nare gevolgen leidt, overpeinsde ik bij de aankoop van deze korte roman. Gelukkig bleek mijn vrees ongegrond. Het boek speelt zich af tegen de achtergrond van de omverwerping van de regering van Allende aan het begin van de jaren zeventig in de vorige eeuw en de handeling vindt plaats binnen het milieu van vooral dichters. Vele, vele namen passeren de revue, de meesten zijn voor ons onbekend maar dat stoort nergens, je hoeft die kennis niet allemaal in je achterhoofd te hebben om dit boek te kunnen waarderen. Hoofdpersoon in deze schimmige roman is Carlos Wieder, luchtmachtpiloot, dichter en folteraar. Hij treedt alleen indirect op, waargenomen door anderen of gezocht door anderen. We komen weinig te weten over zijn persoonlijke drijfveren en zijn wandaden worden op één uitzondering na in het geheel niet beschreven. Bolano laat het over aan de verbeelding van de lezer om zich al doende een beeld te vormen van de verschijningsvormen van het kwaad. En dat is een knappe prestatie want het kwaad is gedurende het gehele boek aanwezig, als een schaduw, als een schim.

In zekere zin doet het boek me denken aan die fantastische film Klute met Jane Fonda en Donald Sutherland: een film over het kwaad zonder dat dat kwaad vertoond wordt, ook hier is het de zoektocht naar de dader die de spanning tot bijna onhoudbaar op doet lopen.  Maar terug naar Bolano en Carlos Wieder. De ik persoon – zelf dichter – beschrijft aan de hand van zijn herinneringen en gesprekken met vrienden en vriendinnen het Chili van Pinochet en de waanzin en terreur van die jaren van afzichtelijke dictatuur en daarbinnen schetst hij aan de hand van al die flarden informatie, reconstructies achteraf, interpretaties en vermoedens omtrent de levensloop van Carlos Wieder. Langzaam maar zeker kantelt het boek tegen het einde naar de wonderlijke speurtocht om deze poète maudit in de meest letterlijke zin te ontmythologiseren door zijn werkelijke verblijfplaats te achterhalen. Dan leest de roman plots als een uiterst spannende detective maar je blijft je voortdurend bewust van het decor van horror waartegen dit verhaal zich afspeelt.
Een decor waarover reeds Paul Celan die huiveringwekkende zin schreef:
Der Tod / ist ein Meister / aus Deutschland….

 

Enno Nuy 2002