Deen, Mathijs – Over oude wegen
Thomas Rap, 416 pagina´s
Soms heb je opeens zo’n boek in je handen waarbij je op de eerste pagina al hoopt dat er geen einde aan komt. Om het vervolgens in een paar dagen uit te lezen. En als er een goed schrijver aan het woord is – hetgeen hier het geval is – lees ik passages rustig meerdere keren, maar op enig moment geraak je toch op die laatste pagina. Ik geef hier slechts één voorbeeld van een prachtige zin van Deen: “De talrijke stormen en regenbuien die over het land trokken, zorgden ervoor dat de kleuren van de berghellingen, de begroeide daken, de turfmuren, de graslanden, de mensen en het vee gedempt werden tot verwante tonen van mos, mist, gras en aarde. De huizen lagen als schapen in een storm tegen de grond gedrukt”. Mathijs Deen, ik was hem niet eerder tegengekomen, is schrijver en radiomaker. In Over oude wegen vertelt hij de geschiedenis van de Europese wegen, aan de hand van het wegennet zoals dat op de tekentafels van de Economische Commissie voor Europa eind jaren veertig van de vorige eeuw werd geschetst en dat door de afzonderlijke nationale overheden zou worden gerealiseerd.
De reis begint dan ook in Genève waar de Declaration on the Construction of main international Traffic Arteries werd opgesteld. Natuurlijk sloten de Europese wegen, de E-wegen aan bij bestaande routes hetgeen Deen in staat stelde zijn reis in de prehistorie aan te vangen. En zo komen de wederwaardigheden van homo erectus, de Thraciërs en Kelten en Kimbren, de Romeinen, de Vikingen en de Middeleeuwers tijdvolgordelijk aan bod, gevolgd door Napoleon, de duizelingwekkende jaren rond 1900 om weer bij het nu uit te komen, het moment waarop je het boek sluit, jammer dat het al uit is!
Wat maakt een boek over wegen de moeite waard? Je kunt zoals Claudio Magris de loop van de Donau volgen en de geschiedenis van het stroomgebied vertellen. Of je schildert als Robert Macfarlane oude wegen aan de hand van hun ligging en de natuur waarin ze ingebed werden. Maar je kunt ook, zoals Mathijs Deen, uit verschillende tijdperken personen tot leven brengen wier levens zich juist tegen de achtergrond van een of meerdere trajecten, reisroutes afspeelden. Zelf heb ik geen voorkeur maar stel vast dat ik van alle drie hier genoemde schrijvers genoten heb. Een verhaal over mensen kan, mits boeiend verteld, een geschiedenis tot leven brengen. Maar als het teveel fictie wordt, haak ik af. Dat probleem heeft Deen voor mij opgelost door uitsluitend de geschiedenissen te verhalen van personen die daadwerkelijk bestaan hebben. En hij neemt zich het dringende advies van een IJslandse ter harte als zij hem bezweert zich aan de feiten te houden, “dingen waarvan jij weet dat ze waar zijn”.
Wegen stellen mensen in staat te reizen, met elkaar in contact te komen. Maar, waarschuwt Deen: waar wegen kwamen, volgden legers. En er zullen heel wat legers voorbij trekken in dit boek. Maar we beginnen bij het begin waar Europa werd afgeschilderd als “de barre uithoek van de vroege steentijd, de cul-de-sac van de prehistorie, waar de tijd niets dan wrakhout deponeerde, zoals de ontdekker van Lascaux, Abbé Breuil, het in 1912 al had uitgedrukt”. Meenden twee Leidse onderzoekers in 1994 nog dat de eerste bewoners in Europa hoogstens vijfhonderdduizend jaar geleden kwamen, Ashton en Hayes, twee Britse wetenschappers ontdekten dat die eerste bewoners minstens driehonderdduizend jaar eerder gedateerd moesten worden en inmiddels weten we dat de eerste mensachtigen ruim een miljoen jaar geleden hier al rondzwierven. Maar wel was duidelijk dat “wie ten noorden van de Alpen in Europa wilde wonen (-) moest zich lekker warm kunnen inpakken, liefst een vuur kunnen maken, met een groep soortgenoten kunnen samenwerken en op zijn minst een seizoen vooruit kunnen denken. En de homo erectus die een kleine twee miljoen jaar geleden in het Midden-Oosten en de Kaukasus rondliep kon dat niet. Die was daar met zijn 600cc hersenen te dom voor. Te dom voor Europa”. En wat ook zeer opvallend is ( we kwamen dit gegeven al uitvoerig tegen in Sapiens van Noah Yuval Harari): “vanaf het moment dat de eerste mensen er arriveerden tot aan de moderne tijd: in alle tijdvakken, en onder alle varianten van mensen die er hebben gewoond, zijn sporen te vinden van onderling geweld”.
Zo trekken de homo erectus en homo heidelbergensis aan ons voorbij en lezen we over Kelten en Kimbren, hebben we Europa van Oost naar West doorkruist en zijn we van het uiterste noorden afgezakt via de Elbe en de Donau tot aan de IJzeren Poort. En vertelt Deen ons het fascinerende verhaal van het ‘meisje van Egtved’, de iedere verbeelding tartende geschiedenis van Boiorix, leider der Kimbren, het slecht aflopende levensverhaal van struikrover Bulla en de ontroerende saga van Gudrid, die heel Europa door reist om aan de paus te vragen of ook haar niet gedoopte moeder toegang tot de hemel zal krijgen. De schrijver laat er geen misverstand over ontstaan: de katholieke gezagsdragers kenden geen genade. Wie ongedoopt was restte slechts de hel.
Zoals gezegd, alle personages in dit prachtige boek hebben daadwerkelijk bestaan, hun leven werd gedocumenteerd en gearchiveerd. En op basis van wat ons uit de geschiedenisboeken bekend is of wat daarvan gereconstrueerd kan worden, vertelt Deen deze persoonlijke geschiedenissen. Zoals ze hadden kunnen zijn, we zullen het nooit weten maar op deze manier verteld, worden de gevolgde routes helder, gaan ze voor ons leven. De fictie beperkt zich tot de door Deen verhaalde gedachten, emoties en gesprekken met derden van zijn hoofdpersonen. Precies genoeg om een verhaal te kunnen vertellen zonder het risico te lopen de werkelijke toedracht van toen uit het oog te verliezen.
Zoals gezegd, dit is werkelijk een prachtig boek. Geen wetenschappelijke verhandeling met een uitgebreid register en notenapparaat maar desondanks lijkt het zeer goed gedocumenteerd, waarvoor de schrijver ook verantwoording aflegt in zijn laatste hoofdstuk. Geografie en geschiedenis op deze wijze bijeengebracht is een genot om te lezen. Uitstekend proza ook, niet alleen het wat maar vooral ook hoe Deen het opschrijft is werkelijk voortreffelijk. Voor wie ervan houdt en er oog voor heeft is dit een boek dat niet ongelezen mag blijven.
Enno Nuy
Maart 2018