Sajer, Guy – De vergeten soldaat

Arbeiderspers, 709 pagina’s

 

Wanneer een boek mij  niet bevalt lees ik tenminste de eerste honderd pagina’s. Dat heb ik nu eenmaal met mijzelf afgesproken. Dit boek las ik tot en met hoofdstuk II, pagina 135. Maar nu is het genoeg. Ik las over soldaten die de barre kou in werden gestuurd zonder dat de logica van al die troepenverplaatsingen aan hen werd uitgelegd, dus ook de lezer begrijpt daar niets van. Maar de kou net over grens van het Russische Rijk is net zo onverdraaglijk als de kou vijfhonderd kilometer verderop. Er gebeurt verder niets van enig belang in die eerste twee hoofdstukken. En na vijftien pagina’s beschrijvingen van de kou begin ik een beetje verveeld te raken, mijn aandacht verslapt. Moet ik zo nog zeshonderd pagina’s verder?

Er is echter meer dat begint te schuren. In de eerste plaats het gegeven dat dit boek pas in 1965 gepubliceerd werd. Ik neem aan dat Sajer er wel voordien aan begonnen zal zijn maar hoe je talloze details, vaak nietszeggende of er niet toe doende details je zoveel jaar na dato nog kunt herinneren en waarheidsgetrouw op kunt tekenen, is mij een raadsel. De recensent van de NRC schreef dat hij tranen in zijn ogen kreeg van dit boek en ik benijd hem daar om. Bij mij geen tranen, helaas.

En het thema is nu juist zo interessant: een jonge Fransman neemt dienst in het Duitse leger om in de Tweede Wereldoorlog de Russen te bevechten. Ongetwijfeld een boek over veerkracht en vooral kameraadschap. Maar over de politieke beweegredenen van de oorlogsganger worden we in die eerste twee hoofdstukken niets gewaar. Ook komt er in het hele boek, zo leerde ik van Maarten ’t Hart, geen enkele jood voor, alsof dat hele joodse vraagstuk, een van de zwaarste scharnieren van deze tragische periode, niet bestond. Merkwaardig op zijn zachtst gezegd.

Ik heb – uiteraard – geen oordeel over het besluit van de jonge Sayer om dienst te nemen in het leger van de nazi’s. Hij was bepaald niet de enige die het rode gevaar vreesde maar zoals gezegd, van enig politiek bewustzijn is weinig te merken. Misschien was hij gewoon een avonturier en niet meer dan dat. Dat hij als deel-Elzasser (zijn moeder kwam er vandaan) koos voor het leger van de bruinhemden was misschien zo vreemd nog niet.

Maar echt bekoren kon dit alles me niet. Ook over de vertaling was ik niet onverdeeld enthousiast. Hier enkele voorbeelden uit die eerste 135 pagina’s. Op pagina 29 staat “Dat ik de naar binnen gewerkte eieren heb uitgescheiden”. Waarom niet gewoon ‘uitgescheten’? Op pagina 34 staat “Op ongeveer zeshonderd meter van ons home”. Home? Gebruikt door een halve Elzasser? In 1942? Op pagina 62 is sprake van “de eenheden van de tros”. Geen idee wat hiermee bedoeld wordt maar de vertaler vindt het nog geen voetnoot waard. Zoiets simpels als “Wer da?” wordt wel in een voetnoot vertaald!  Op pagina 97 is er sprake van een ijskorst waarmee “de derde internationale” was bedekt. Ook hier ontbreekt iedere toelichting. En op pagina 131 komen we granaten voor de Pak tegen. We moeten zelf maar zien uit te vinden wat die Pak zijn.

Nee, geen vreugde aan beleefd, aan dit boek.

Enno Nuy
December 2021