Lecompte, Delphine – Western

Bezige Bij, 117 pagina‘s

 

Negentiende-eeuwse Engelse mijnwerkerszonen, pedofiele tuinmannen, een knoestige ezeldrijver, een naargeestige koffiegigant, een pas ontslagen kraanmachinist, lamlendige sponzenverkopers, dorre boekhouders, verbeten uitvaartmedewerkers, een lukrake zwangere Mercedes, een fagotspelende sinoloog, een gepensioneerde stierenvechter, een oude kruisboogschutter, een onschuldige mandenweefster, een waardeloze biograaf, een balorige walvisjager, een morose windhondenfokker, een necrofiele tegelzetter, een incestueuze man, een ruwe norse harige zuivelmagnaat, Bretonse pannenkoekgoeroes, twee zelfgenoegzame urologen, een schuchtere anesthesist, een kaarsrechte egyptoloog, een appeletende makelaar, een anorectische Samaritaan, een analfabetische jongenshoer, een cholerieke moeraszieke meubelmagnaat, een bedeesde zeepzieder, een pernicieuze sponzenverkoper, een levend begraven maffiaverrader, twee nekloze matrassenverkopers, een oude krabbenmoordenaar, een wraakzuchtige maniokgod, een schuldige baggeraar, een Zweedse hoer, een botte verpleegster, een mystieke chrysantenkweker, een standvastige vogelwichelaar,een Luxemburgse stokebrand, nier-zieke ex-kolonialen, een krabachtige horlogemaker, een sadistische neef, een bibberende hoefsmid, een ziedende preacher, hapklare liefdadigheidswerkers, een tiental vranke Bruggelingen, een matroneachtige bobijnster,  een naargeestige scheepshersteller, een in gif gedrenkte kobbenjager, een sadistische kreeftenkok, een argeloze vogelwichelaar, een moegetergde zadelmakersvrouw, een zelfgenoegzame bureaucraat, een transseksuele etser, aarshongerige touwslagers, een perverse nachtverpleger, een stroeve Guatemalteek, een spionerende parapluverkoper, een zwaarmoedige draaideurinstallateur, een boeddhistische vuilnisman, een sympathiek drankorgel, een gek geworden messenslijper, bloeddorstige makelaars, plagiaatplegende misdaadschrijfers…

…en nog vele andere (adjectiefloze) beroepsbeoefenaren bevolken de gedichten van de Belgische Delphine Lecompte. Ik denk dat de analfabetische jongenshoer het vaakst voorkomt. Uit een interview met een Belgische radiozender begrijp ik dat ze hem kent uit haar psychiatrisch verleden. Haar gedichten zijn het mooist als zij ze zelf voordraagt. Ze heeft een prettige stem, draagt op tamelijk monotone wijze voor waardoor haar taal iets bezwerends krijgt en zij kijkt bij het voordragen de zaal in alsof ze wil zeggen: tja, ik kan het ook niet helpen maar dit staat er allemaal echt. Zoals bijvoorbeeld de even hilarische als treurige regels: Een melancholische clochard vraagt me of ik me mijn geboorte herinner / ‘Natuurlijk, het was de eerste en de laatste keer dat mijn moeder en ik samenwerkten.’

Ik lees een recensie van een andere dichtbundel van haar op TZUM, Vrolijke verwoesting getiteld en ik zie daar een aantal figuranten ten tonele verschijnen die ook de gedichten van Western bewonen. Het universum van Delphine Lecompte is even verscheiden als bizar, even ongeremd als geestig, even eenzaam als treurig, even promiscue als liefdevol, even gewelddadig… ach dit wordt een eindeloze reeks. Ik lees telkens een stuk of vier gedichten van haar en ga de volgende dag verder. Ik weet niet wat ik ervan vind maar sta versteld van haar fantasie en moet ook vaak om haar lachen, zeker ook wanneer je haar zelf haar gedichten voor ziet dragen. Van zichzelf zegt ze ergens: “Ik ben waarheid die liegt, ik stop voortdurend leugentjes in mijn bekentenissen.”

In een video van Tom America, die onder andere gedichten van Delphine Lecompte met haar medewerking op muziek zette, dicht ze: … het is belangrijk dat meisjes worden gestraft / wanneer ze in het gezicht van mannelijke overmoed lachen / dus wordt ze omver gereden / door een vrachtwagen / die opblaasbare reptielen vervoert / en haar naam / is soms Candy / dan weer / Delphine. Het gedicht is getiteld ‘Daar gaat mijn vriend’. De dichter heeft inmiddels afstand genomen van de in haar woorden tirannieke componist.

Hoe het ook zij en wat ik er ook van vind, ik heb genoten van deze bundel die niet in de boekenkast opgeborgen wordt maar ergens blijft liggen hier zodat ik er geregeld in bladeren kan. En vaker nog zal ik haar op YouTube bekijken.

 

Enno Nuy
April 2020