Een einde aan de vrijheid

image_pdfDit artikel downloadenimage_printDit artikel uitprinten

Vrijheid is luxe en slechts sterke benen dragen weelde zonder eronder te bezwijken. Vrijheid is alleen voor die mensen die zich intuïtief realiseren dat persoonlijke vrijheid ophoudt waar het belang van de medemens geschaad wordt. De grens wordt in uiterste instantie bepaald en beschermd door een rechtspraak die geen onderscheid tussen mensen maakt. Maar voor het zover komt, zouden geschillen omtrent vrijheid door redelijk denkende mensen allang in onderling overleg opgelost moeten worden. De menselijke soort blijkt niet aan deze redelijkheidseis te kunnen voldoen en langzaam maar zeker glijden we af naar een samenleving waarin geweld of dreigen met geweld een steeds normalere gedragsuiting blijkt geworden. Het is niet langer het tijdperk van een verzuilde gemeenschap, het tijdperk van het individualisme of het tijdperk van de multiculturele samenleving maar het is het tijdperk van de intimidatie. Intimidatie in alle geledingen van de maatschappij.

Ook het intellectuele debat in Nederland wordt gekenmerkt door intimidatie waarbij dan nog moet worden opgemerkt dat het intellectuele debat natuurlijk vooral schittert door afwezigheid. Wij hebben geen literatoren die zich de vingers willen branden aan actuele thema’s. Hier viert de autobiografie nog hoogtij. Een korte blik op de long list van de hedendaagse literatuurprijzen laat zien dat de moderne schrijver de blik niet meer naar buiten heeft gericht maar vooral geïnteresseerd is in het minutieus beschrijven van de eigen microkosmos. En voor het overige houdt onze telkens weer vergeefs voor de Nobelprijs aangemelde en uitsluitend over mist schrijvende Grote Schrijver audiëntie op de trappen van het Boekenbal en speelt de nieuwste roman van La Palmen zich geheel af binnen de grenzen van de Amsterdamse grachtengordel en wordt kond gedaan van het moorddadige ongeluk van een groupie die het kennelijk deed met alle leden van de Herenclub, reden waarom de schrijfster er nu door diezelfde grachtengordel van wordt beschuldigd karaktermoord te hebben gepleegd op een zichzelf geniaal genoemd hebbend maar thans door niemand meer beluisterd componist. En de vaderlandse dag- en weekbladpers maakt zéér ruim baan voor dit soort kletsika.

Voor zover er een debat is, wordt dat gevoerd door columnisten die er een wedstrijd van lijken te maken wie de zwaarste beschuldigingen of beledigingen kan uiten aan het adres van de concurrentie. Een recent voorbeeld is de discussie in Opinio tussen Sylvain Ephimenco en Joshua Livestro waarbij de eerste in zijn antwoord op de inderdaad tamelijk infame repliek van de laatste zich vooral uitput in een ellenlang en vervelend betoog om aan te tonen dat een derde, de columnist J.J. van Doorn een antisemiet is. Zelden heb ik zo’n laag allooi meegemaakt!

De politieke elite van ons land is al evenzeer in opperste verwarring. De Partij voor de Vrijheid (!) gaat verder waar Pim Fortuyn was gebleven en heeft links er nu al van beschuldigd de hand te hebben in alle lelijks wat hun Grote Leider in de toekomst maar zou kunnen overkomen. Hier is demonisering het toverwoord. En de rest van de parlementaire minisamenleving – politici en journaille – breekt zich de tong over het duiden van Wilders en het bepalen van de beste manier om hem te bestrijden. De sociaaldemocraten laten twee overigens terecht zeer geprezen parlementariërs tot minister benoemen zonder zich ook maar in de verste verte gerealiseerd te hebben dat een dubbel paspoort hen wel eens zou kunnen gijzelen in een eindeloze en gênante brede maatschappelijke discussie.

Voor de zoveelste keer een discussie waarin de zich zo graag MP noemende Jan Peter Balkenende weer eens schitterde door de zoveelste afwezigheid en moeten we voor het overige met lede ogen toezien hoe er steeds minder sprake van is dat alle mensen voor de wet inderdaad gelijk zijn. Het christelijk smaldeel in de vaderlandse politiek verovert steeds meer terrein en slaagt erin de bijl aan de wortel van recente verworvenheden te slaan. Homo’s hoeven niet meer in de echt verbonden te worden, abortus moet vervangen door adoptie en euthanasie door pijnbestrijding. En er is niemand die er wat aan doet. We staan erbij en kijken ernaar! Ik heb een ChristenUnie politica horen zeggen dat een poster uit de publieke ruimte verwijderd zou moeten worden omdat die een bevallige jongedame in gouden bikini met – en nu komt het! – licht erotiserende blik in de ogen afbeeldde. Ja, daarover gaat het nu in Nederland. En ik heb er met verbazing kennis van genomen dat een CU politica een licht erotiserende blik weet te duiden.

De zich filosoof noemende Amerikaan Lee Harris stelt dat een voorstander van de moderne rede met geen mogelijkheid kan deelnemen aan een dialoog over de vraag welke religie het redelijkst is omdat alleen al het idee van een ‘redelijke religie’ voor hem een innerlijke tegenspraak zou zijn (Opinio 2 februari 2007). Nu heb ik elders al betoogd dat Harris een duister mens is maar ik wil in dit artikel aantonen dat een atheïstisch vrijdenker wel degelijk een rol kan, nee moet spelen in een discussie tussen en over geloven. Het wordt mij immers angstig te moede wanneer ik steeds nadrukkelijker moet vaststellen dat de moderne samenleving in opperste verwarring verkeert en dat kennelijk niemand bij machte is het tij te keren.

Bij onze intellectuele elite is kleinburgerlijkheid en kleingeestigheid troef en onze politieke elite straalt uitsluitend onmacht uit. Er wordt op de winkel gepast maar zelfs zoiets simpels als de winkelsluitingstijdenwet vormt al aanleiding tot (overigens vooral religieus) wapengekletter. (Een Salomonsoordeel zou kunnen zijn dat we voortaan nog maar van maandag tot en met donderdag en dan twaalf uur per dag werken maar daar gaat het hier niet om).  Maar over hoe de toekomst van onze samenleving eruit zou moeten zien, daarover kunnen we maar geen overeenstemming bereiken.

Het nieuwe toverwoord is integratie (voor Wilders c.s. ligt het simpeler: assimileren of wegwezen) maar ik vrees dat ook dat een misvatting zal blijken te zijn. Het is niet voldoende oude wijken op te knappen en iedereen Nederlands te leren spreken en aan werk te helpen. Het is niet de clash of civilisations die ons bedreigt maar het zijn de wereldgodsdiensten die de globale samenleving in een niets ontziende en alles verstikkende wurggreep hebben genomen.

De kinderen van de toekomst, waar komen zij vandaan? In It’s the demography, stupid! (Opinio 16-22 maart 2007) gaat de Canadese journalist en columnist Mark Steyn uitvoerig in op de te verwachten demografische ontwikkelingen in de komende decennia. Het vervangingscijfer – het aantal geboorten dat nodig is om een stabiele bevolkingsomvang te handhaven – bedraagt 2,1 baby’s per vrouw.  In Somalië is het vervangingscijfer 6,9, In Niger 6,3, in Afghanistan en Jemen 6,7. In de Verenigde Staten bedraagt het vervangingscijfer  2,07, in Ierland 1,87, in Canada 1,5, in Duitsland en Oostenrijk 1,3, in Italië 1,2 en in Spanje 1,1. Om ineenstorting te voorkomen zullen de westerse landen immigranten moeten toelaten in hoeveelheden die geen enkele stabiele samenleving ooit beproefd heeft, aldus Mark Steyn. Hij citeert onder meer Philip Longman die zich in zijn boek The empty Cradle afvraagt waar de kinderen van de toekomst vandaan komen. In toenemende mate komen ze van mensen die het niet kunnen vinden met de moderne wereld. Als deze trend zich voortzet, zou dit de menselijke cultuur af kunnen brengen van haar huidige marktgerichte, individualistische, modernistische koers en gelijdelijk een anti-marktcultuur kunnen scheppen, beheerst door fundamentalisme, een nieuwe periode van Duistere Middeleeuwen, aldus Philip Longman.

En Steyn voegt hier aan toe: “Als 100 procent van de bevolking wel gelooft in een liberale, pluralistische democratie, dan maakt het niet uit of er 70 procent blank is of maar 5 procent. Maar als het ene deel van de bevolking wel gelooft in een liberale, pluralistische democratie en het andere deel niet, dan wordt het een zaak van het grootste gewicht of het deel dat daar wel in gelooft 90 procent van de bevolking omvat, of maar 60 of 40 procent of nog minder.” Met andere woorden, hoe belangrijk vele Europeanen hun christelijk-joodse wortels ook mogen vinden, we zullen de daaruit ontstane en daarmee samenhangende cultuur niet kunnen handhaven, alleen al op louter demografische gronden.

De heilige boeken geven alle, ondanks hun heiligheid vooral aanleiding tot de grootst denkbare misverstanden met evenzo grote en afschuwelijke gevolgen. Voor wie het nog niet begrepen heeft: er is geen enkel verschil tussen een koran-, bijbel- of thorafundamentalist. In een onder pseudoniem –  nota bene op aanraden van de hoofdredactie van Liberaal Reveil – geplaatst artikel, wordt betoogd dat de Koran verboden zou moeten worden omdat het boek oproept tot haat en verdelging. Bij de tegenwerping dat het Oude Testament minstens even gewelddadig is luidt het antwoord dat de christenen tenminste nog het Nieuwe Testament hebben waar bijna geen geweld meer in voor zou komen. Maar men vergeet erbij te vermelden dat er vele tafels zijn waaraan heden ten dage nog dagelijks het Oude Testament wordt voorgelezen door de almachtige vader aan wie allen in het gezin horig zijn, zo valt ook in het Nieuwe Testament te lezen: Desgelijks gij vrouwen! Zijt uwen eigenen mannen onderdanig; opdat ook, zoo eenigen den Woorde ongehoorzaam zijn, zij door den wandel der vrouwen zonder Woord mogen gewonnen worden (1 Petrus 3, 1).

Om nog maar te zwijgen van de Openbaring van Johannes die tijdens het schrijven zodanig onder invloed van Bijbelse paddo’s moet zijn geweest dat zelfs Nico ter Linden zich niet aan een uitleg waagt. In vers 9 tot en met 11 van Openbaring 14 lezen we: En een derde engel is hem gevolgd, zeggende met eene groote stem: Indien iemand het beest aanbidt en zijn beeld, en ontvangt het merkteken aan zijn voorhoofd, of aan zijne hand, Die zal ook drinken uit den wijn des toorns Gods, die ongemengd ingeschonken is, in den drinkbeker Zijns toorns; en hij zal gepijnigd worden met vuur en sulfer voor de heilige engelen en voor het Lam. En de rook van hunne pijniging gaat op in alle eeuwigheid, en zij hebben geen rust dag en nacht. De Koran zou erger zijn? Ik weet wel beter, ik heb de Koran gelezen, zware arbeid hoor, en tot droefheid stemmend. Maar te stellen dat de Koran verboden zou moeten worden is een sterk staaltje van een etnocentrische pot die de ketel verwijt.

In deze wereld leven wij, waarin de Moslim Broederschap het wereldomspannende Kalifaat wenst te stichten en waarbij deze gezelligheidsvereniging zeker bij het veroveren van het democratische westen het daarvoor noodzakelijke geduld betracht. Zoals gezegd, de demografische ontwikkelingen helpen deze moslimbroeders bij het vervullen van hun droom. En dat onderwijl talloze splintergroeperingen dat geduld niet op wensen te brengen en zich te buiten gaan aan alles verzengend en niets ontziend geweld, tja…er is weinig of niets aan te doen. In de islamitische cultuur bestaat de vrije rede niet en een ongelovige wordt er als talloze malen nietswaardiger gezien dan een christen of een jood. Evenmin lijkt er in de islamitische cultuur sprake van een intellectuele of zelfs maar politieke elite. Als er iets is wat de Islam duidelijk maakt dan is dat wel dat het ontbreken van een scheiding tussen kerk en staat tot buitensporig jammerlijke en funeste gevolgen leidt. Gelovigen wensen nu eenmaal niet te schipperen, zij kennen het compromis niet. Het is al zo vaak te berde gebracht: de combinatie van dogma met waarheidsclaim verhindert de gelovige een andersdenkende als een zijnsgelijke te zien. Een theocratische samenleving kan per definitie geen democratie omarmen, ziedaar de jammerlijke dwaalweg die door de Amerikanen is ingezet.

In Nederland heeft de klassieke links-rechts-tegenstelling zich ook in het debat over de multiculturele samenleving voortgezet. Links krijgt niet alleen de schuld van de moord op Fortuyn maar heeft ook het multiculturele drama veroorzaakt. Verdonk, Wilders en Kamp vertegenwoordigen de hardliners en presenteren zich als streng, rechtvaardig en duidelijk. Wie de nuance zoekt, wordt automatisch ingedeeld bij links, lees er het leger columnisten maar op na. Er is weinig fantasie voor nodig om in te zien dat dit een contraproductieve benadering is. In plaats van dat we elkaar vinden in de beste manier om een vruchtbare houding aan te nemen tegenover de vele problemen waarmee we geconfronteerd worden, laten we ons in twee kampen verdelen en niemand staat er meer van te kijken wanneer de volgende politieke aanslag zich aandient.

De essentie van onze problemen is drieledig: ons vervangingscijfer is niet toereikend om de autochtone bevolkingsomvang stabiel te houden, de hieruit voortvloeiende demografische ontwikkelingen leiden tot een enorme aanwas van nieuwkomers die onvoldoende in onze samenleving integreren en tot slot dreigt de samenleving als geheel gegijzeld te worden door de clash of religions. Op alle drie de terreinen zijn maatregelen vereist om de in omvang en intensiteit ras toenemende problemen het hoofd te kunnen bieden.

Geboortepolitiek is een moeilijk fenomeen. Maar het is volstrekt helder dat het beter is de noodzaak van nieuwkomers te voorkómen dan hen de toegang tot het land te ontzeggen. Maar er is in de vaderlandse politiek niet één politicus te vinden die het thema geboortepolitiek durft aan te snijden. En het zal duidelijk zijn dat het terugdringen van abortus niets van doen heeft met weloverwogen geboortepolitiek. Daar liggen geheel andere beweegredenen aan ten grondslag.

De moderne individualistische mens heeft meer behoefte aan luxe en welvaart dan aan grotere kinderscharen. Maar wanneer wij de ons zo vertrouwde en beminde omgeving en cultuur ook aan onze kinderen gunnen, zullen we toch wat meer gebruik moeten maken van de voortplantingsfuncties waarover we nog steeds beschikken. Nog veel meer dan thans het geval is zal er geïnvesteerd moeten worden in kinderopvang. En daarnaast zal er veel harder gewerkt moeten worden aan het slechten van het glazen plafond; veel zwaarder moeten we inzetten op betere mogelijkheden voor vrouwen om het ter wereld brengen van kinderen en werk te combineren.

En tot slot zijn er altijd nog fiscale of andere stimuleringsmaatregelen te bedenken om het Nederlandse vervangingscijfer weer boven de 2,1 te krijgen. Maar waar het echt om gaat is dat de moderne mens zich realiseert dat voor gemeenschapszin tenminste een gemeenschap nodig is en als we vaststellen dat er een einde dreigt te komen of reeds gekomen is aan het absorberend vermogen van de Nederlandse samenleving dan moet het toch mogelijk zijn diezelfde samenleving ervan te overtuigen dat het noodzakelijk is de autochtone bevolkingsomvang tenminste stabiel te houden.

Allochtone aanwas voorkomen is altijd beter dan deze te verbieden. Er is geen enkel bezwaar tegen een restrictief toelatingsbeleid mits het gepaard gaat aan een humaan illegalen- en asielzoekersbeleid. En natuurlijk moeten we van nieuwkomers verlangen dat ze integreren in de samenleving waarvan zij het paspoort ambiëren. Het leren van de taal en het aanvaarden van de onbetwistbare geldigheid van de democratische spelregels van de gastheer vormen daarbij een conditio sine qua non. Er is geen enkele extra morele rechtvaardiging voor dit soort heel gewone en alom gebruikelijke randvoorwaarden vereist.

Wie zich in woord en geschrift afzet tegen de ontvangende samenleving en dreigt daar de daad aan toe te voegen moet primair worden geconfronteerd met rechtspraak en wanneer er sprake is van een dubbel paspoort is er in uiterste instantie geen enkel bezwaar tegen om het Nederlandse paspoort dat in gastvrijheid werd gegeven weer in te trekken. Dit alles stelt zware eisen aan niet alleen de rechtspraak in ons land maar vooral ook aan het wettelijk, ethisch en moreel kader waarbinnen de rechtspraak wordt beoefend. Ik kom daar in het kader van het begrip vrijheid op terug.

Erkenning van godsdienstvrijheid betekent niet per definitie dat gelovigen in de publieke ruimte armslag kunnen claimen om uiting te geven aan hun religieuze overtuiging. Een overheid die een stimuleringskader met daarbij uit belastingen gefinancierde fondsen ter beschikking stelt is per definitie wél op de verkeerde weg. Aan artikel 23 uit onze Grondwet ligt geen enkele logica (meer) ten grondslag. Het is een relikwie uit lang vervlogen tijden dat ons nu als een boemerang recht in het gezicht slaat. Als de Nederlandse samenleving overeind wil blijven, dan kan dat alleen worden verwezenlijkt door de scheiding tussen Kerk en Staat rigoureus en definitief door te voeren.

Iedere gelovige mag zijn geloof openlijk belijden en er uiterlijke tekenen van dragen maar de daarvoor benodigde infrastructuur en onroerende zaken bekostigt hij maar uit eigen middelen evenals aanvullend religieus onderwijs. De leerplicht kan en mag uitsluitend door Openbaar Onderwijs worden ingevuld want daarmee bereikt de overheid dat alle Nederlandse burgers dezelfde kansen en mogelijkheden krijgen. Een van de belangrijkste sleutels tot de oplossing van de huidige problematiek ligt in de handen van gelovig Nederland. Zolang daar niet de overtuiging ontstaat dat het door hen zo bepleite en hartstochtelijk verdedigde artikel 23 als een Paard van Troje functioneert, zal religieus geweld eerder toe dan afnemen.

Gelijkheid voor vrijheid is het nieuwe parool. De samenleving moet zodanig zijn ingericht dat alle burgers inderdaad gelijk zijn in de zin dat ze over één en dezelfde kam geschoren worden. Gelovigen hebben als geen ander bewezen niet met het begrip vrijheid uit de voeten te kunnen. Hun natuurlijke reflex is hetgeen zij goed voor henzelf achten algemeen geldend te willen verklaren. Maar ook niet-gelovigen geven er vaak genoeg blijk van de weelde van vrijheid niet aan te kunnen.

Toch lijkt dit het centrale begrip in onze westerse cultuur geworden te zijn. Maar de overheid verzuimt of slaagt er in ieder geval niet in de beperkingen van dit begrip helder uit te leggen. En met een beroep op vrijheid van godsdienst, vereniging en meningsuiting kunnen burgers zich een ongekend scala aan bezigheden en activiteiten permitteren waaronder in het openbaar rondlopen met een doorgeladen machinepistool, zonder dat de rechtspraak hier een halt aan toe kan roepen. Dat geeft natuurlijk te denken en het is ook niet uit te leggen.

Een parlementszetel en ministerspost in de Nederlandse regering toekennen aan personen die geen ander dan een Nederlands paspoort hebben is echt de normaalste zaak van de wereld en behoeft geen enkele extra morele rechtvaardiging. En dat een Nederlandse parlementariër op het idee komt zitting te nemen in een adviesorgaan aan een buitenlandse regering is natuurlijk evenzeer van de zotte. Men kan geen twee heren tegelijk dienen en de parlementariër in kwestie had er beter aan gedaan aan zulke commissie medewerking te verlenen ná de parlementaire carrière. Hier een loyaliteitsdiscussie van maken is volstrekt overbodig. Het neemt al snel de vorm van een op personen gerichte hetze aan, alleen interessant voor wie in tweespalt is geïnteresseerd. Een politieke partij die hierop niet is voorbereid moet zich niet beklagen links en rechts voorbijgesneld te worden door de parlementaire concurrentie.

Om kort en goed te gaan kunnen we concluderen dat onze politieke en intellectuele elite het volledig af laten weten. Modern en doeltreffend beleid zou gebaseerd moeten zijn op drie pijlers: geboortepolitiek, integratie en een geloofsvrije publieke ruimte. Dat een dergelijke benadering gestoeld moet zijn op een even moderne als doeltreffende maatschappijvisie is helder. Het is een misvatting dat – zoals Bodar veronderstelt – alleen religie het samenbindend element biedt en het is een gotspe te stellen dat een samenleving zonder religie een samenleving zonder cultuur zou zijn. Maar daarover spoedig meer.

 

 

 

Enno Nuy

April 2007

 

 

2018-10-24T13:16:18+00:00