Is religie de baarmoeder van moraal?

image_pdfDit artikel downloadenimage_printDit artikel uitprinten

Moraal vormt de neerslag van wat in een bepaalde gemeenschap als vanzelfsprekend gedrag is aanvaard. Het is de uiting van een wijze van samenleven of samen werken die in die gemeenschap gewoon is en waarin haar waarden en normen worden weerspiegeld. Waarden en normen geven de richting aan voor goed gedrag. Moraal is te beschouwen als een leidraad voor gedrag maar is nadrukkelijk geen onwrikbare waarheid. Tenzij men een levensovertuiging aanhangt die nu juist wordt gekenmerkt door een onveranderlijke en onbetwistbare waarheid. Het behoeft geen nader betoog dat fundamentalistische gelovigen tot de laatste categorie behoren. Zij kunnen dan ook niet anders dan ongelovigen als immoreel beschouwen. In dit artikel worden de basis voor en theorievorming omtrent moraal verkend en gaan we nader in op het onderscheid tussen religieuze en seculiere moraal.

 

Moderne grondslagen

Op diens onvolprezen digitaal dagboek wijst Gérard van Eijk op een artikel van Jonathan Haidt, die zich met moderne moraal bezighoudt, dat wil zeggen met moraal die niet afkomstig van religie. Haidt heeft interessante experimenten gedaan om de grondslagen van iemands moraal zichtbaar te maken. Haidt beschrijft de ‘morele regel’, waarvan John Stuart Mill de ‘beschermheilige’ is, dat een persoon of groep bij het uitoefenen van macht over een ander slechts beperkt wordt door het berokkenen van leed of pijn en onrecht. Dit leidt tot gemeenschappen waarin vredelievende creatieve individuen, die elkaars rechten respecteren, vrijwillige verbanden aangaan om ‘het goede’ te bevorderen. De filosofische grondslagen van een dergelijke maatschappij berusten dan ook op intuïties over ‘eerlijkheid’ en ‘wederkerigheid’.
De socioloog Emile Durkheim daarentegen, is de ‘beschermheilige’ van een heel andere kijk op de maatschappij. Daar is niet het ‘contract’ tussen vrije individuen de grondslag van gelegenheidsgroepsvorming, maar groepen waren er altijd al; die zijn ‘organisch gegroeid’. De basis van deze maatschappij is niet het losse, eenzame, individu, maar de hiërarchisch gestructureerde familie. Individuen in zulke gemeenschappen zijn opgegroeid met sterke, opgelegde relaties die hun autonomie diepgaand beïnvloeden. Dit stabiele netwerk van overlappende groepen zorgt ervoor dat individuen ‘sociaal’ worden. Individuen zouden anders ‘alleen maar’ hun eigenbelang en oppervlakkige pleziertjes nastreven. In zo’n visie gaat zelf-beheersing boven zelf-expressie, plichten boven rechten, en groeps-loyaliteit boven die voor buitenstaanders.
In die zin zijn ‘creatievelingen’ een bedreiging. Zij verstoren de grondslagen van de gemeenschap diepgaand. Zo diepgaand, dat angsten ontstaan. Het zijn deze ‘angsten’ die in de politieke strijd van de laatste jaren in de VS – aldus Haidt – zijn uitgebuit tegen ‘Liberals‘. Ook de recente extreemrechtse terreur in de VS berust op deze ‘angst’.
In de experimenten die Haidt deed om de ‘liberals‘ van de ‘conservatives‘ te scheiden, legde hij aan proefpersonen morele keuzeproblemen voor. Daarin werd weliswaar niemand ‘kwaad’ of ‘onrecht’ aangedaan, maar die leidden – bij ‘conservatives‘ – wèl tot morele afwijzingen; niet bij ‘liberals‘. Bijvoorbeeld: de familiehond is overreden. Kun je die als maaltijd bereiden en gezellig oppeuzelen? Mag je, in een toneelstukje bijvoorbeeld, en met toestemming, je vader een klap in zijn gezicht geven?
Op die manier komt Haidt tot vijf grondslagen voor de moderne moraal. De twee eerste zijn die van de ‘Liberals‘, maar de ‘Conservatives‘ voegen er drie aan toe: harm / care (1), fairness / reciprocity (2), ingroup / loyalty (3), authority / respect (4), purity / sanctity(5).

Religie… of toch niet?

Heel boeiend als onderliggende structuur van het politieke landschap. Het maakt ook ‘begrijpelijk’ dat de linksen zich niet in rechtsen kunnen inleven. Omgekeerd wel, aldus Gérard van Eijk. Vervolgens stelt hij vast dat de meest dominante aanbrengers van moraal, de religies, het laten afweten. De religies zijn zó verweven met moraal, dat zij er zelfs argumenten aan ontlenen voor hun bestaan: Als jullie religies – dus god! – laten schieten, dan is er ‘dus’ ook geen moraal meer. Dus … je moet het zèlf maar weten … dan komen we ‘nergens’. We komen deze impliciete moraalclaim ook tegen bij mensen als Roger Scruton en Antoine Bodar.
Maar welke zijn dan die bronnen en grondslagen van onze moraal. Nietzsche is een van de eersten die zich expliciet over moraal uitliet. Hij was de mening toegedaan dat ‘moraal’ los stond van religies. En toen hij vaststelde dat god nu toch écht dood was, en we ons niet moesten behelpen met ‘idolen’, schreef hij Zur Genealogie der Moral.
Hij schreef dit werk weliswaar om het christendom te kritiseren, maar intussen ontstond er een heel nieuwe kijk op de wereldgeschiedenis. ‘Moraal’ is vaak wat de machtige zo noemt, was een van zijn conclusies. Zodoende erkent een slaaf de ‘morele regel’ dat hij nederig en dienstbaar moet zijn. Deze bewustwording drong juist in die tijd door tot de ‘lagere klassen’. Met Marx en Engels ontstonden er sociaal-politieke bewegingen ter emancipatie van de arbeidsklasse die in opstand kwam tegen de heersersmoraal die zo nauw verweven was met kapitaal en bezit. Nietzsche zei daarvan: Je moet de roofvogel zijn roofvogelnatuur niet verwijten. Dat was niet om die machtigen gelijk te geven, maar het gaf wel aanleiding tot diepere overdenkingen.

Nietzsche’s moraalkritiek

Nietzsche verzet zich tegen iedere vorm van verdubbeling van de werkelijkheid. In zijn moraalkritiek kritiseert hij het hiernamaals als tweede werkelijkheid. Hij verwijt Plato, Socrates en hun opvolgers onoprechtheid. Hij beweert dat zij hun toehoorders een rad voor ogen draaien. Zij fnuiken het verlangen naar kracht en macht dat iedereen bezit en maken hiervan een verlangen naar een hiernamaals of een geloof in een sublieme moraal. De mensheid verandert hierdoor volgens hem van sterke individuen in een kudde schapen.

Nietzsche stelt dat moraal de menselijke werkelijkheid (de wil tot macht) ontkent en dat moraal een dekmantel is voor machtshonger van de ‘priesterkaste’. Dat hij zich afkeerde van de christelijke moraal, hangt direct samen met een afwijzing van de bovenwerelden. We hebben volgens Nietzsche geen andere keuze dan de wereld te beamen zoals zij is, inclusief alle leed. Alle bovenwerelden zijn bedacht om het lijden en het menselijk onbehagen uit te kunnen houden.

De hemel is een uitvinding van het ressentiment, dat de sterken gestraft wil zien. De illusie van het hiernamaals komt zo voort uit haat tegen de sterksten. Hij illustreert deze haatdragendheid met een citaat van Thomas van Aquino. Deze stelt dat het zien lijden van zondaars in de hel één van de geneugten van de hemel zelf is. Het perspectief van zaligheid is er een van haat en niet van liefde.

We moeten – zegt Nietzsche – de wereld accepteren zoals zij is en moeten aanvaarden dat wij in het spel der krachten zijn opgenomen. Niet als een willend individu, maar als een samenstel van krachten dat aan andere krachten om ons heen is blootgesteld. Dit is de kosmische mystiek in Nietzsche’s filosofie. Nietzsche heeft zich (helaas) nooit ondubbelzinnig uitgelaten over de uitleg van zijn filosofie.

In Jenseits von Gut und Böse (‘Voorbij goed en kwaad’) geeft Nietzsche zijn denkbeelden weer over de moraal, de zeden en zijn wereldvisie. Dit resulteert in een zeer complex boek dat geschreven werd zoals hij dacht. In dit boek ondermijnt hij voor het eerst, maar zeker niet voor het laatst, het gehele morele systeem van de christelijke, West-Europese zeden. Hij eindigt zijn eerste hoofdstuk expliciet met de idee dat de huidige zeden niets waard zijn:

Aan de andere kant: is men eenmaal met zijn schip hier verzeild geraakt, welaan dan! Nu stevig de tanden op elkaar! De ogen open! De hand vast aan het roer! – we zeilen rechtstreeks over de moraal heen, we pletten, verbrijzelen daarbij misschien ons eigen restant van moraliteit doordat we daarheen durven varen, – maar wat doen wij ertoe! Nog nooit heeft zich voor roekeloze reizigers en avonturiers een diepere wereld van inzichten geopend”.

Kan het ook anders?

Jazeker wel. Leest u de publicaties van Roger Scruton of Antoine Bodar er maar op na. Maar wat te denken van Derek Bulthuis die op 27 juni 2009 op www.Bitterlemon.eu onomwonden schrijft: “Conservatieven vragen zich terecht af hoe een authentieke sociale orde nog kan bestaan waarin mensen, de bron van elke sociale orde, hun morele en culturele richting hebben verloren, en geleefd worden door een massamedia die geenszins hun welzijn als primair belang heeft. Hoe kan bijvoorbeeld een democratie nog functioneren als parlementsleden een volk moeten vertegenwoordigen dat aan stukjes ligt, zelf allemaal individueel zoekend naar wat ze eigenlijk willen? Van democratie wordt gezegd dat een voorwaarde voor haar bestaan een vrije media is. Dat is ongetwijfeld waar, maar die vrijheid kan alleen functioneren in een samenleving waarin er ontzag is voor de ouders en hun wereld, en uiteindelijk waarschijnlijk ook voor God. Zonder die devotie die van religieuze oorsprong is rest er niets dan chaos.”
Op de vraag hoe dit is kunnen ontstaan schrijft Bulthuis: “Het bewustzijn dat wij niet onszelf hebben geschapen, en dat alle betekenis die het lichamelijke genoegen overstijgt nooit in onszelf kan worden gevonden, is in de moderne tijd grotendeels verloren gegaan. De deugdzame acceptatie van normen die niet zelf gekozen zijn is, daaruit volgend, ook verdwenen. De moderne mens schept immers zichzelf. Autoriteit erkennen aan iets buiten ons is ook de essentie van de conservatieve houding. Scruton noemt het piety, waarbij we het beste kunnen denken aan de Romeinse deugd Pietas, wat zoveel betekent als een plichtsbesef en devotie richting de goden, de vader en de samenleving. Deze mentaliteit houdt niet alleen een samenleving bij elkaar, het is ook een voorwaarde voor een betekenisvol bestaan. Conservatieven zijn zich ervan bewust dat elke waarde en betekenis noodzakelijk voortkomt uit een gegeven externe realiteit, en niet uit een abstracte wil. De moderne mens, ontdaan van ontzag voor zijn voorouders, zoekt daarom naar nieuwe bronnen die invulling kunnen geven aan de leegte die is ontstaan.” En waar komen die nieuwe bronnen dan vandaan? Inderdaad, van de media. Diezelfde media waar Derek Bulthuis zijn broodwinning van maakt.

Kan het nog erger?

Jazeker wel, leest u het Katholiek Nieuwsblad van 26 juni 2009 er maar eens op na. Lees dan het artikel van Tom Zwitser en Erik van Goor die net als Bulthuis iets met www.bitterlemon.eu van doen hebben. Zij schrijven letterlijk: “Het recente pleidooi van de jongerenorganisatie van D66, bij monde van Rob Jetten en Thijs Kleinpaste, om scholen op basis van een levensbeschouwing af te schaffen, past in de trend om kinderen onder het gezag van hun ouders weg te halen en onder staatstoezicht te plaatsen. De argumenten die men opvoert zijn meestal politiek-correct: bijzonder onderwijs sluit mensen uit en ontneemt kinderen hun intellectuele vrijheid. Maar achter de redelijkheid van hun argumenten hebben veel atheïsten een seksagenda. Want atheïsten hebben net als andere moderne mensen een klein geloof in de wetten van de publieke zaak en een groot geloof in de wetten van het eigen lichaam, met name die van de onderbuik.

Voor atheïsten is politiek een instrument om seksuele vrijheid te vergroten en zo nodig af te dwingen. Het optreden van de homolobby spreekt in dit opzicht boekdelen. Mensen gaan om seksuele motieven in de politiek, homoseksuelen, maar ook pedoseksuelen. In dit licht is het opmerkelijk dat een prominente ‘jonge’ D66-democraat, Rob G., vorige week uit de school klapte. Op internet klaagde hij dat men zich binnen D66 geen raad weet met het grote percentage pedofielen in de partij.”

Het Katholieke Nieuwsblad schrijft onder dit artikel De opinie op deze pagina is niet noodzakelijk die van de redactie maar ze publiceren dit soort onzin toch maar wat graag. En mocht u denken dat achter deze scribenten verstokte en bejaarde Opus Deï aanhangers schuilgaan, dan vergist u zich. Het gaat hier om jonge tot zeer jonge moderne conservatieven. Een beetje googelen zal u nog veel meer versteld doen staan.

Nog zo’n staaltje van het proza van jongeheer Tom Zwitser: “In Duitsland wordt de Zivilreligion een ware plaag, daar gillen de atheïsten nog steeds aan een stuk door tegen alles wat naar wierook en mijters ruikt. Angela Merkel en vele andere politici plaatsen zelfs het imago van Duitsland boven het lijden van Christus. En dan hebben we het onder andere over Christen-democraten. Hier hebben we alleen de bekende haatzaai-atheïsten als Etty, Dunk, Schreuders, Drayer, Bril en nog een paar die al de kerkhetzeblaadjes van de verschillende atheïstische en vrijzinnige parochies als NRC, Volkskrant en Trouw volschrijven. Wij kunnen vaak nog lachen om onze narren. In Duitsland hebben de idioten echter werkelijke macht. Wij proberen onze narren niet de troon te laten bestormen, alhoewel ons dat de grootste moeite kost. Maar in Duitsland zitten de narren helemaal fier op de troon en in de rechterstoel. De koning is dood, leve de idiotie! En dat staat ons ook te wachten”. Tja, die Tom Zwitser toch.

Charlton Heston

De kleine catechismus kende ik als jonge katholiek grotendeels uit mijn hoofd en Charlton Heston was onze grote held die de Tien Geboden onder de mensen bracht. Ofschoon er vele versies van deze geboden zijn, hierbij zijn ze nog maar eens op een rijtje gezet. Deze geboden zijn op te vatten als een publieke moraal en niet ontkend kan worden dat zij afkomstig zijn uit een godgeloof en door tussenkomst van een religie tot ons zijn gekomen.

  1. Gij zult geen afgoden vereren, maar Mij alleen aanbidden en boven alles beminnen.
  2. Gij zult de naam van de Heer, uw God, niet zonder eerbied gebruiken.
  3. Wees gedachtig dat gij de dag des Heren heiligt.
  4. Eer uw vader en uw moeder.
  5. Gij zult niet doden.
  6. Gij zult geen onkuisheid doen.
  7. Gij zult niet stelen.
  8. Gij zult tegen uw naaste niet vals getuigen.
  9. Gij zult geen onkuisheid begeren.
  10. Gij zult niet onrechtvaardig begeren wat uw naaste toebehoort.

Het mag niet bevreemden dat een religie die bestaat bij de gratie van de waarheidsclaim zich ook gaarne afficheert als de oervader of de baarmoeder van de moraal. Maar in feite zijn alleen de eerste drie geboden duidelijk op een godgeloof geënt. Zij staan ook niet voor niets op de eerste drie plaatsen. De zeven andere geboden zijn veeleer te beschouwen als leefregels die in elke samenleving werden ontwikkeld, ongeacht de aanwezigheid van religie, ongeacht de aard van die religie. Gemakshalve verwijs ik hier naar de sociale en culturele antropologie waar talloze publicaties en studies over dit onderwerp te vinden zijn.

Schokeffect van een apenblik

Dawkins en Kris Verburg hebben ons laten zien dat naastenliefde en altruïsme belangrijke eigenschappen zijn voor de instandhouding van de soort die bepaald niet alleen door mensen werden ontwikkeld. Zonder devotie slechts chaos? Er is geen grotere flauwekul te bedenken. Maar laten we ons niet beperken tot geschamper en de zaak wat serieuzer uitzoeken. Ik val hierbij terug op een zeer verhelderend interview uit de NRC van 12 oktober 1996 waarin de etholoog Frans de Waal door Hendrik Spiering bevraagd wordt over moraal en altruïsme bij dieren.

“De Waal ontvouwt een genealogie van de moraal die verder teruggaat dan het ontstaan van de mens, wiens voorouders zich vijf miljoen jaar geleden afscheidden van de mensapentak. Centraal in de Waals betoog staat het sociale leven van de dieren en de daarin ontstane noodzaak voor verzoening van conflicten. Evolutionaire voorwaarden voor het ontstaan van altruïsme bestaan uit afhankelijkheid van de groep voor het vinden van voedsel of verdediging, onderlinge samenwerking én onderlinge conflicten. Onderlinge zorg en gehechtheid zijn in die omstandigheden evolutionair voordelig. Dergelijke dieren – van olifanten tot de Homo Sapiens – hebben op die manier morele vermogens meegekregen van Moeder Natuur: een aangeboren leerprogramma om voor anderen te zorgen.”

“De menselijke moraliteit is heel gecompliceerd, maar de componenten – empathie, sympathie, sociale zorg, gehechtheid, conflictoplossing, wederkerigheid – zijn herkenbaar bij mensapen”. [Realiseert u zich dat we weer terug zijn bij de onderzoeksresultaten van Haidt?] Maar we blijven nog even bij Frans de Waal: “”Het brengt in ieder geval oplossing in de opiniepaginadiscussies over de christelijke herkomst van onze publieke moraal. De oorsprong ligt veeleer in oorlog, schrijft u. “Ja, natuurlijk is het ouder dan het christendom. Dat is zo recent, tweeduizend jaar is niks. Ik (Frans de Waal – EN) beschouw moraliteit als een systeem voor het oplossen van conflicten die in elke samenleving voorkomen – tussen rijk en arm, oud en jong, enzovoorts. De bedoeling van moraliteit is een soort samenleving op te bouwen waarin de meeste mensen vinden dat ze fair behandeld worden. De oorlog komt erbij omdat je een versterking van de groepsband krijgt als je strijdt met andere groepen. Want dan zijn er nóg meer redenen om onderlinge conflicten vreedzaam op te lossen. Een verdeelde natie is een zwakke natie, dat geldt ook voor dieren.””

De Waal komt dus tot een heel andere interpretatie van altruïsme dan bijvoorbeeld Dawkins. Frans de Waal hierover: “Mijn meningsverschil met Dawkins gaat ook helemaal terug tot de negentiende-eeuwse darwinist Thomas Huxley. Allebei geloven ze zo sterk in de slechtheid van de natuur, de zelfzuchtigheid en de bruutheid dat ze er geen ruimte zien voor moraliteit. Die ligt buiten de natuur, in de cultuur, in de taal en weet ik wat allemaal. (–) Mijn gezichtspunt is meer dat in onze moraliteit allerlei dingen zijn verwerkt die heel ver terug gaan, die veel ouder zijn dan wijzelf.”

“Ik geloof niet in een universele moraal. Moraliteit ontstaat in interactie tussen mensen, en is afhankelijk van de levensomstandigheden en de welvaart. (–) De les is dat als je naar de natuur kijkt als een struggle for life, hardvochtigheid in feite okee is. Want dat is hoe de natuur opereert. Conservatieven zeggen: ‘haal dat hele sociale zekerheidsnetwerk weg. De armen moeten maar zien hoe ze het uitzoeken. Zo opereert de natuur ook en dat is het beste’. Dat is de oude visie van het sociaal darwinisme. Wat ik beweer is meer een soort sociaaldemocratische versie van het darwinisme. Er zijn heel veel soorten afhankelijk van samenwerking, van groepsverband. Ze hebben sociale banden met elkaar en ze opereren juist niet op basis van: laat ze het maar uitzoeken. Ik beweer dat sociaal darwinisme een eenzijdige visie van de natuur heeft genomen en die op de samenleving heeft toegepast. Of soms wordt het ook omgekeerd gezegd: dat er een eenzijdige visie op de samenleving was die toen op de natuur is geplakt.”

Tot slot

Hoe het ook zij, elke religieuze claim op de oorsprong van moraal is volslagen lariekoek. De duiding van de wortels van moraliteit is geen sinecure. Eerder heb ik al eens gememoreerd dat een deel van het werk van Dawkins een sterk speculatief of tenminste hypothetisch karakter heeft. Dat vindt hij zelf trouwens ook. Hem mag niet worden verweten dat hij een serieuze poging doet een wetenschappelijke onderbouwing te zoeken voor het ontstaan, het vóórkomen van moraal, altruïsme en religie. Het is razend moeilijk in dezen een min of meer definitief standpunt in te nemen en ik ben geneigd te veronderstellen dat de duiding van Frans de Waal weleens de meest plausibele zou kunnen zijn. Moraal zit in het DNA van die diersoorten die in enig sociaal verband (zijn gaan) leven. Als moraal vooral of uitsluitend een cultureel fenomeen zou zijn, zou het ook zomaar kunnen verdwijnen. Dat zou niet logisch zijn, gezien de functie van moraal in een samenleving. Maar van even groot belang is de vaststelling dat moraal geen statisch verschijnsel is maar varieert in de tijd, afhankelijk van tal van omgevingsfactoren.

Dat religies claimen aan de wieg van moraal te hebben gestaan is even pathetisch als onzinnig. Een volstrekt statische moraal op grond van de absolute waarheidsclaim van een godgeloof is net zo bizar als een zomaar verdwijnende moraal als cultureel fenomeen.

 

Enno Nuy, augustus 2009

Bronnen

Centrum voor ethiek en gezondheid over moraal en ethiek: http://www.ceg.nl/cgi-bin/cega.pl?id=2&left=0

Dagboeken van Gérard van Eijk: http://www.van-eijk.net/~gerard/dagboek/

Jonathan Haidt, What makes people vote republican? http://www.edge.org/3rd_culture/haidt08/haidt08_index.html

Friedrich Nietzsche: http://nl.wikipedia.org/wiki/Friedrich_Nietzsche

Tom Zwitser en Eric van Goor over atheïsten die een seksuele agenda zouden hebben:  http://www.katholieknieuwsblad.nl/

Zie ook Derek Bulthuis: http://bitterlemon.eu/

Richard Dawkins Het zelfzuchtig gen en God als misvatting

Kris Verburgh Fantastisch!

Interview met Frans de Waal: http://www.nrcboeken.nl/recensie/het-schokeffect-van-een-apenblik-etholoog-frans-de-waal-pleit-voor-sociaal-democratisch-dar

 

2018-10-24T11:50:34+00:00